Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Poëzie (725): Yap

2 augustus 2022 door Peter Zunneberg

Poëzie, grafpoëzie, gedicht, Stevie Yap, Nijmegen, Rustoord

Gedicht van Stevie Yap
Gevonden op zijn graf op begraafplaats Rustoord in Nijmegen
Grafsteen gemaakt door Henk Welling

Gedicht van Stevie Yap, gevonden op zijn graf op begraafplaats Rustoord in Nijmegen

Categorie: beeldhouwkunst, poëzie Tags: Henk Welling, Nijmegen, Stevie Yap

Muurmuseum: Hanzestad Harderwijk

31 juli 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Klooster staat er op het straatnaambordje op de zijkant van een monumentaal gebouw in Harderwijk. Het is de meest heldere aanduiding voor wat het gebouw ooit geweest is.
Al sinds de reformatie is het Sint-Catharinaklooster geen klooster meer. Achtereenvolgens was het pand in gebruik als woonruimte voor Engelse wevers die als balling uit Norwich en Colchester naar Harderwijk waren gekomen. Vanaf 1648 vestigde de Gelderse Academie, na Leiden, Franeker, Groningen en Utrecht, de vijfde universiteit van Nederland zich hier. Toen die in 1811 werd opgeheven, deed het gebouw jarenlang dienst als magazijn voor militaire goederen en ook enige tijd als militaire bakkerij. Tegenwoordig biedt het oude klooster onderdak aan ’t Klooster – Centrum voor de kunsten.

Sinds het voorjaar van 2022 zijn er twee kunstwerken die herinneren aan de tijd dat hier een klooster gevestigd was. Uit een wand steken twee handen met een rozenkrans, een kunstwerk van Natasja Bennink, van wie, verdeeld over de stad twaalf beeldhouwwerken het verhaal van Harderwijk vertellen. Op de kopse kant van het gebouw realiseerde schilders-collectief De strakke hand een muurschildering met een prominente plek voor een non. Schuin achter haar zien we een visser, eeuwenlang de nelangrijkste bron van inkomsten voor de stad. Maar het echt typisch Harderwijkse in de voorstelling zit hem in enkele details. Zo zien we een paardje dat in 1999 in Harderwijk gevonden werd en dat rond 1300 in Noorwegen is gemaakt als gewichtje om de waarde van gouden en zilveren munten vast te stellen. Het paardje werd door Natasja Bennink uitvergroot en kreeg een plek langs het Zeepad.

Een ander detail is het opengescheurde zakje met pepernoten. Zonder al te veel moeite is de naam Van Delft te herkennen op de verpakking. In 1958 verhuisde Van Delft Biscuits, na jarenlang in Zaandam buurman te zijn geweest van Albert Heijn en Verkade, het bedrijf naar Harderwijk. Pepernoten in vijftig verschillende smaken nemen een belangrijke plek in in het assortiment van Van Delft.

Het bijzondere van de muurschildering is dat het niet alleen het verhaal vertelt van het gebouw waarop het te zien is, maar ook een groter verhaal, namelijk van de Hanzesteden in Nederland en een deel van Duitsland. In totaal gaan veertien grote schilderingen dat verhaal vertellen, tien in Nederland en vier in Duitsland. Langs de steden en de schilderingen wordt een fietsroute ingericht. En voor wie niet het gehele traject wil afleggen, komen er kortere routes.

Waar street art steeds vaker wordt ingezet om een verhaal te vertellen en toeristen te trekken (denk aan de Waalpaintings in Nijmegen), is het opmerkelijk dat het in Harderwijk niet het grote plaatje is, dat gaat over de Hanze, maar juist de details. Het paardje kwam naar hier als een soort gereedschap van de Hanze en het succes van de pepernoten van Van Delft laat zien hoe de handel nog steeds kan bloeien.

Categorie: beeldhouwkunst, erfgoed, Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: De strakke hand, Harderwijk, Natasja Bennink

School en kunst (10): Bruning

23 juli 2022 door Peter Zunneberg

Muursculptuur van Gerard Bruning op de gevel van het voormalige Geert Groote College in Deventer

Slechte foto zegt u? Helemaal eens! Het is een foto van een foto en wat u niet ziet is het lerarencorps van het Geert Groote College in Deventer van de jaargang 1996-1997. Waarom dan toch een slechte foto? Omdat u in de huidige situatie de gevelsculptuur niet ziet.

[Lees meer…] overSchool en kunst (10): Bruning

Categorie: beeldhouwkunst, School en kunst Tags: Deventer, Gerard Bruning, Jan van Dongen jr., Teresa van Avila, Titus Brandsma

Dwarskijken: Zelfonthoofding

3 juli 2022 door Peter Zunneberg

Dwarskijken, zelfportret, Caravaggio, Cristofano Allori, Camille Claudel
V.l.n.r. Caravaggio, David met het hoofd van Goliath, ca. 1607, Kunsthistorisches Museum, Wenen; Cristofano Allori, Judith met het hoofd van Holofernes, 1613, Palazzo Pitti, Florence; Camille Claudel, Persée et la Gorgone, 1905, Musée Camille Claudel, Nogent-sur-Seine

Zelfportretten zijn niet meer weg te denken uit de kunstgeschiedenis. Rembrandt schilderde zichzelf zo’n vijftig keer. Daarnaast vereeuwigde hij zichzelf in 32 etsen en 7 tekeningen. Philip Akkerman, geboren in 1957, gaat nog veel verder. Hij schildert uitsluitend zichzelf, inmiddels duizenden malen. Toch is het genre waarschijnlijk niet zo oud als je misschien denkt. Jan van Eyck zou de eerste schilder kunnen zijn die zichzelf schilderde, als Man met rode tulband uit 1433 of weerkaatst in een spiegel in zijn beroemde Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw uit 1434. Er zijn archeologen die aannemen dat de klassieke beeldhouwer Phidias zichzelf heeft afgebeeld op een schild dat Athena Parthenos vast houdt, maar bewijzen daarvoor ontbreken.
In de renaissance kregen kunstenaars meer aanzien en werd het steeds meer gangbaar om als kunstenaar jezelf weer te geven. In de 14e eeuw zou beeldhouwer Andrea Orcagna een zelfportret gemaakt hebben. Naast Van Eyck wordt ook Jean Fouquet genoemd die rond 1450 een zelfportret geschilderd zou hebben. Zeker is dat Albrecht Dürer een aantal zelfportretten maakte en de eerste daarvan dateert van 1493.
Zo’n vijftien jaar na Dürer schilderde Giorgione zichzelf als David. Daarmee zou hij de eerste kunstenaar zijn geweest die een zogenaamd historiserend zelfportret creëerde, een historische, bijbelse of mythologische figuur met de trekken van de schilder. Daarbij koos Giorgione als David voor de held. In later tijden kropen schilders ook in de rol van bad guy.

Caravaggio, Salomé met het hoofd van Johannes de Doper. Boven: 1607, National Gallery, Londen; onder: ca. 1610, Palacio Real de Madrid

Caravaggio
Michelangelo da Merisi, beter bekend als Caravaggio, was geen makkelijk mens. Hij was voortdurend betrokken bij ruzies en schandalen. In de meest algemene lezing liep in Rome een pallacorda-wedstrijd (een soort tennis) zo uit de hand dat Caravaggio uiteindelijk zijn tegenstander dood stak. Maar het is niet uitgesloten dat jaloezie een belangrijke drijfveer is geweest. Caravaggio vluchtte naar Napels, vervolgens naar Sicilië en uiteindelijk naar Malta. Om een van zijn opdrachtgevers, kardinaal Scipione Borghese gunstig te stemmen, schilderde Caravaggio speciaal voor hem in 1609 David met het hoofd van Goliath. Daarbij zou hij als teken van schuldbewustzijn of misschien uit boetvaardigheid in het afgehakte hoofd zichzelf geschilderd hebben. Dat ten minste is een veel gelezen verklaring. Maar dat staat haaks op de twee versies van Salomé met het hoofd van Johannes de Doper die Caravaggio rond die tijd schilderde en hij opnieuw zichzelf in het afgehakte hoofd lijkt te hebben afgebeeld.

Allori
Slechts enkele jaren later, in 1613, schilderde Cristofano Allori Judith met het hoofd van Holofernes. Het verhaal is afkomstig uit het apocriefe bijbelboek Judith. Tijdens het beleg door het Assyrische leger onder leiding van Holofernes wordt de situatie steeds nijpende. In een soort wanhoopsdaad besluit Judith Holofernes te verleiden. Nadat hij in slaap gevallen is, onthoofdt zij hem met zijn eigen zwaard. In Allori’s schilderij zou zijn minnares model hebben gestaan voor Judith en afgaand op andere zelfportretten kun je concluderen dat Holofernes de trekken van Allori zelf heeft.

Claudel
Een derde voorbeeld van een historiserend zelfportret is weer te vinden in de beeldhouwkunst. Camille Claudel was achttien toen de 42-jarige beroemde beeldhouwer Auguste Rodin haar werk begon te beoordelen. Hij was zo onder de indruk van haar talent, dat hij haar vroeg zijn leerling te worden. Al snel werd Claudel Rodins assistent en minnares. Na een kleine tien jaar zo geleefd en gewerkt te hebben, kreeg Claudel het gevoel te weinig tijd en energie aan haar eigen creativiteit te kunnen besteden. Ze brak met Rodin en begon voor zichzelf te werken. Of het de macht van Rodin was of Claudels eigen achterdocht, is niet helemaal helder, zeker is wel dat Claudel zich steeds meer terugtrok en isoleerde. Haar familie, niet gediend van haar kunstenaarsbestaan, liet haar als krankzinnig opsluiten.
In 1905 schiep Claudel Persée et la Gorgone, de Griekse held Perseus met het afgehakte hoofd van Medusa. Dat hoofd modelleerde Claudel naar haar eigen hoofd. Over het waarom zijn er van haar hand geen bronnen bekend. Haar broer, de dichter Paul Claudel, heeft ooit verklaard dat zijn zus wroeging had over haar weinig vrouwelijke en hier en daar zondige leven. Naar verluidt had Claudel uit haar relatie met Rodin twee buitenechtelijke kinderen en onderging ze bovendien een of meer illegale abortussen. Zeer waarschijnlijk is Pauls verklaring eerder ingegeven door wat hij, streng gelovig katholiek, niet vrouwelijk en zondig vond, dan dat Camille die mening was toegedaan.

In het najaar van 2021 hield kunsthistoricus Clim Wijnands in het kader van Gek van kunst een lezing over beeldend kunstenaars en psychische problemen. Hij noemde deze drie kunstenaars en mijn zoektocht naar andere voorbeelden heeft vooralsnog geen resultaten opgeleverd. Het is onmogelijk om postuum vast te stellen of Caravaggio leed aan een psychische stoornis en Camille Claudel misschien juist niet. Dus daar doe ik geen uitspraken over. Maar dat het door kunstenaars weergeven van zichzelf als afgehakt hoofd een interessant kunsthistorisch fenomeen is, die stelling durf ik wel aan.

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, schilderkunst Tags: Albrecht Dürer, Andrea Orcagna, Camille Claudel, Caravaggio, Cristofano Allori, Jan van Eyck, Jean Fouquet, Phidias, Philip Akkerman, Rembrandt

Dwarskijken: Perspectief

13 juni 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Net als Georges Braque en het kubisme brak Michaël van Helvert in zijn reliëf van het laatste avondmaal in de abdijkerk van Berne in Heeswijk-Dinther met de regels van het perspectief

Op het Cimitero Monumentale di Milano bevindt zich het graf van de familie Campari. Rijk geworden door de productie van het knalrode bittere aperitief mocht dat wat kosten. Op deze begraafplaats, waar je je kunt vergapen aan monumentale graven, is het Campari-graf een van de blikvangers. Dat komt door de voorstelling die erop te zien is: het laatste avondmaal, vrijstaand in brons en bijna levensgroot. Ik moest eraan denken toen ik pas in de abdijkerk van Berne het sacramentsaltaar zag met de voorstelling van het laatste avondmaal. Nu zijn er door de eeuwen heen heel wat laatste avondmalen geschilderd. De bekendste is uiteraard die van Leonardo da Vinci, maar ook de schilderes Plautilla Nelli werd al in de zestiende eeuw bekend met een laatste avondmaal.

Laatste avondmaal op het graf van de familie Campari op het Cimitero Monumental di Milano
Giannino Castiglioni, Familiegraf Campari, Cimitero Monumentale di Milano

Het Campari-graf is het enige driedimensionale laatste avondmaal dat ik ken. Verder ken ik alleen geschilderde voorstellingen. Het laatste avondmaal in Berne zit ertussen in. Het is een reliëf van geglazuurd keramiek. Het is niet beschilderd en als je goed kijkt, zie je vooral in het tafellaken de voegen die erop duiden dat het is samengesteld uit een groot aantal losse delen. Navraag leert dat het laatste avondmaal het werk is van Michaël van Helvert.

Geboren als Wilhelmus Antonius van Helvert kiest hij voor het kloosterleven bij de Norbertijnen in Heeswijk-Dinther in de abdij van Berne. Hij werkt als tekenleraar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs, geeft daarnaast ook kunstgeschiedenis en is actief als tekenaar, schilder en beeldhouwer. Behalve dat zijn altaar mij aan Campari deed denken, was er nog iets mee aan de hand. Op een of andere manier leek het niet te kloppen. Maar toch ook weer wel. En ineens zag ik het.
Geïnspireerd door de schilder Paul Cézanne begonnen tussen 1907 en 1909 Pablo Picasso en Georges Braque op een andere manier te schilderen. Picasso maakte portretten en Braque landschappen waarin iets vreemd aan de hand was. Schilderend op een plat vlak, zagen we de voorstelling uit verschillende hoeken. Picasso en Braque braken met de gangbare opvattingen over het lineaire perspectief. Dat was immers gebaseerd op een manier van weergeven die de kijkervaring niet volledig tot zijn recht liet komen. Vonden zij. En dus begonnen ze het object van hun schilderkunst samen te stellen uit fragmenten. Het kubisme was een feit.
Lang na Picasso en Braque maakte Van Helvert, geboren in 1912 en aan de Academie voor Schone Kunsten zijn opleiding voltooid in 1948, zijn Laatste avondmaal. En wonderlijk genoeg doet hij iets wat we kennen van het kubisme: verschillende perspectieven in één voorstelling. Bij Jezus en de discipelen ondervond Van Helvert geen problemen. Die zijn heel natuurlijk weergegeven. Anders is dat bij het tafelblad. Doorgaans is die tafel rechthoekig, maar bij Van Helvert heeft hij iets van een ellips. Waar we een groot deel van de voorstelling recht van voren zien, bekijken we de tafel in een hoek van boven. De beker met wijn die Jezus in zijn hand heeft zien we zelfs loodrecht van boven. Je kunt je afvragen of het een probleem is dat Van Helvert voor deze oplossing gekozen heeft. Ik denk het niet. Ik vermoed ook niet dat hij zich bewust op de beginselen van het kubisme heeft gebaseerd. Maar ik denk wel dat zijn spel met het perspectief de toeschouwer intrigeert en de aandacht langer vast houdt.

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, schilderkunst Tags: Georges Braque, Giannino Castiglioni, Heeswijk-Dinther, Leonardo da Vinci, Michaël van Helvert, Milaan, Pablo Picasso, perspectief, Plautilla Nelli

« Vorige
Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in