Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Muurmuseum: Museummuren

29 juni 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Muurmuseum, Carel Willink, Raoul Hynckes, Henk Mual, Arnhem, De strakke hand

In 2020 vierde Museum Arnhem haar eeuwfeest. Klein probleempje: het was vanwege een verbouwing gesloten. Al drie jaar en het einde was nog niet nabij. Om toch iets te doen voor de Arnhemmers bedacht het museum een list: als de stad niet naar het museum kan komen, breng het museum dan naar de stad. Dat heeft ertoe geleid dat er in Arnhem op drie plekken schilderijen uit het museum zijn uitgevoerd als muurschildering.
Een van de blikvangers van het museum is altijd het portret Wilma met kat van Carel Willink geweest. Willink, algemeen gezien als de grootste magisch-realistische schilder van Nederland, maakte het portret rond 1940. Hij was destijds getrouwd met Wilma Jeuken, die in tal van zijn schilderijen figureert. Het schilderij is in eerste instantie een portret, maar in het decor van een lange gang met zuilen laat het ook wat magisch-realistisch zien. De voorstelling is herkenbaar, maar heeft door de setting ook iets intrigerends. Overigens noemde Willink zelf zijn werk liever imaginair-realistisch.
Magisch-realisme is een zwaartepunt in de collectie van Museum Arnhem. Ook het werk van Raoul Hynckes wordt ertoe gerekend. Zijn Stilleven met cello toont een cello, een vel papier met een champagneflûte, een schaaltje met fruit en een blocnote. De voorwerpen zijn allemaal direct herkenbaar, maar wat ze met elkaar te maken hebben laat de schilder aan de fantasie van de toeschouwer.
Anders dan Willink en Hynckes is Henk Mual geen magisch-realist. Zijn werk is eerder expressionistisch te noemen, met geregeld raakvlakken met het abstract-expressionisme. Daarnaast maakt hij beelden en heeft hij voor kerken en scholen vensters ontworpen. Mual werd geboren in Nederlands-Indië, maar volgde zijn opleiding in Nederland, onder andere in Arnhem. Vandaar dat zijn Zelfportret een plek heeft gekregen in de collectie van het museum.
De uitvoering van de schilderijen als muurschildering is gedaan door De strakke hand, een collectief van negen kunstenaars die gespecialiseerd zijn in kolossale reproducties van bestaande schilderijen op muren in de stad. In Utrecht zorgde De strakke hand voor een aantal muurschilderingen van werken uit het Centraal Museum
De muurschildering Wilma met kat heeft in Arnhem een plek gekregen aan de Utrechtsestraat, niet ver verwijderd van het museum. Hynckes’ Stilleven met cello is te vinden op de Voetiuslaan, vlakbij het viaduct aan de rand van volkswijk Het Broek. En Muals Zelfprotret kreeg een plek op de gevel van een appartementencomplex aan de Huissensestraat, in een wijk waar relatief veel Molukkers wonen.
Sinds half mei is Museum Arnhem, na bijna vijf jaar gesloten te zijn geweest, heropend. Misschien is het nu nog te vroeg, mar op den duur zou het interessant zijn om te onderzoeken of de schilderijen in de stad meer of ander publiek naar het museum heeft weten te trekken.    

Categorie: Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: Arnhem, Carel Willink, De strakke hand, Henk Mual, Raoul Hynckes

Dwarskijken: Impressionistisch licht

25 juni 2022 door Peter Zunneberg

Een scène in de tuin van Claude Monet in Giverny deed meer denken aan Gustave Caillebotte dan aan Monet zelf.

“Ik ging naar Giverny om Caillebotte te zien”, zou, vrij naar Martinus Nijhoff, het motto van dit stukje kunnen zijn.
Sommige plaatsen ontlenen hun bekendheid aan één persoon. Niemand zou ooit van Giverny gehoord hebben als schilder Claude Monet er niet in 1883 was gaan wonen en werken. Na zijn overlijden in 1926 liet Monet het huis en de tuin na aan zijn zoon Michel, die het in 1966 schonk aan de Académie des Beaux Arts, die het in 1980 openstelde voor publiek. Sindsdien komen er dagelijks drommen toeristen, bloeit de horeca en liften kunstenaars mee op de aantrekkingskracht van de grote impressionist.
Vorige week bezochten wij Giverny. We troffen er Amerikaanse vrienden die een Tour de France maken op het noordelijkste punt van hun route. De ontmoeting was het doel en Monet was bijvangst. Voor een kunstliefhebber wel heel fijne bijvangst en op een andere manier dan ik verwachtte.
De tuin, die Monet in 1890 had laten aanleggen, bood hem de mogelijkheid om dicht bij huis in de open lucht te schilderen. En meer dan met de tuin als onderwerp hield Monet zich bezig met het licht onder verschillende omstandigheden, zoals hij dat bijvoorbeeld ook deed bij de kathedraal van Rouen, die hij ruim dertig keer schilderde.
Het bekendst is Giverny door Monets waterlelies. Alleen die waren er nu niet. In plaats van de waterlelies zagen we tuinlieden, gestoken in lieslaarzen, met drijvende kratten en hooivorken, moeizaam door de vijver waden. Wat we wel zagen was het betoverende licht. En juist dat licht, spiegelend op het water, met daarin de werklieden, deed mij ineens denken aan een andere impressionist.
In 1875 schilderde Gustave Caillebotte Les raboteurs de parquet, drie mannen die met de hand een houten vloer schaven. Hun bovenlijven ontbloot en glimmend van het zweet, lieten zien dat hier, net als in Monets vijver, ook fysiek zwaar werk werd verricht. En net als het water is er op Caillebottes vloer hier en daar een spiegeling, door het zonlicht dat door het open raam naar binnen valt.
Ik kan me voorstellen dat veel bezoekers teleurgesteld zijn geweest door het ontbreken van de waterlelies. Maar eigenlijk bracht het tafereel dat zij nu konden aanschouwen hen veel dichter bij de essentie van de kunst van Monet en zijn collega-impressionisten. Ik hoop dat ze dat besef in ieder geval mee naar huis genomen hebben.    

Waterlelies geschilderd door Claude Monet
Claude Monet, Matin, Musée de l’Orangerie, Parijs

Categorie: schilderkunst Tags: Claude Monet, Giverny, Gustave Caillebotte

Op zoek naar Schwind (43): Weber

21 juni 2022 door Peter Zunneberg Reageer

In zijn boek Meine Gemäldesammlung waagt Adolf Friedrich von Schack zich aan de stelling dat Moritz von Schwind gezien moet worden als de specifiek Duitse schilder, zoals Carl Maria von Weber dat als componist was. Dat maakt nieuwsgierig, naar de reputatie die Weber had, maar vooral naar de relatie die Schwind met de componist had.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (43): Weber

Categorie: muziek, Op zoek naar Schwind, schilderkunst Tags: Adolf Friedrich von Schack, Carl Maria von Weber, Ernst Rietschel, Moritz von Schwind, Wenen

Muurmuseum: Les Andelys

17 juni 2022 door Peter Zunneberg Reageer

De muren horen toe aan hen die vroeg opstaan is de vertaling van een tekst bij een portret van een schalks kijkende vrouw. Graffiti en street art kunnen van oorsprong het daglicht nauwelijks verdragen. Het spuiten van tags en voorstellingen is op veel plekken nog altijd niet toegestaan. En dus gebeurt het op tijden waarop anderen nog slapen. Overigens is graffiti van alle tijden. Zo zijn er bij opgravingen in het oude Pompeï, na de uitbarsting van de Vesuvius bedolven onder de lava en daardoor goed geconserveerd, talloze namen en scabreuze teksten gevonden.
De tekst en het portret zijn van een zekere “BAZ” en te vinden in de Rue Marechal Leclerc in Les Andelys. Je kunt het zien als een krachtig statement over de subcultuur van graffiti en street art. Tegelijkertijd is het een soort wens als vader van de gedachte als je bedenkt dat enkele straten verderop vier woonblokken staan waarvan bij elk in het kader van een cultureel festival een muur beschilderd is. De subcultuur is omarmd en tal van street artists hoeven allang niet meer vroeg op te staan.

Maye, Jean-Pierre et Sophie Blanchard

Maye
Maye (Victorien Liria) schilderde een hommage aan het ballonvaardersechtpaar Jean-Pierre en Sophie Blanchard. Jean-Pierre Blanchard werd in 1753 geboren in Petit Andely en was dus een kind van de stad. Hij overleed in 1809 nadat hij boven Den Haag tijdens een ballonvaart een hartaanval kreeg. Zijn vrouw Sophie, 25 jaar jonger, overleefde haar man tien jaar. Zij kwam om het leven toen haar ballon vlam vatte door vuurwerk dat ze zelf had afgestoken. De voorstelling zoals Maye die schilderde is enigszins cartoonesk, maar ook poëtisch. We zien een tamelijk sprieterige man en vrouw in nette kleren en met ballonnetjes aan armen en benen die ze laten zweven.

S'élever van Claire Courdavault
Claire Courdavault, S’élever

Courdavault
Claire Courdavault koos op een andere manier voor een kind van de stad. Clothilde was de tweede vrouw van koning Clovis. Door haar bekeerde de koning zich rond 500 tot het christendom. Na zijn dood stichtte Clothilde kloosters op diverse plekken in Clovis’ rijk. Zo ook op de plek waar zij een bron vond en die later is uitgegroeid tot Grand Andely.
Vanuit een feministisch engagement wil Courdavault de historische betekenis van vrouwen en speciaal die van Clothilde in de geschiedenis van de stad laten zien. We zien Clothilde met in haar linker hand een schaal met een kerk. Uit de schaal stroomt water naar een andere schaal die ze in haar rechter hand houdt. Dit moet wel de Seine verbeelden, de rivier waar Les Andelys aan ligt. De titel S’élever kan duiden op het zich verheffen van vrouwen, het kan ook het oprijzen van de stad zijn.

Nos amants van Lotfi Hammadi
Lotfi Hammadi, Nos amants

Hammadi
Nos amants is de titel van de schildering van Lotfi Hammadi. Hij baseerde zich op het schilderij Le Temps soustrait la Vérité aux atteintes de l’Envie et de la Discorde van Nicolas Poussin, die in 1594 in de buurt van Les Andelys geboren werd. In de schildering van Hammadi zien we een oude man met zijn armen om een jonge naakte vrouw. Door de nadrukkelijke aanwezigheid van de letters die samen de titel Nos amants vormen, is de voorstelling niet al te expliciet. En hoewel de titel dat doet vermoeden betreft het hier ook geen liefdeskoppel. De beide figuren zijn, naar Poussins voorbeeld, personificaties. De oude man staat voor de Tijd, terwijl de vrouw de Waarheid vertegenwoordigt.

Arnaud Liard, Soyons curieux!

Liard
De laatste muurschildering heet Soyons curieux! en is van Arnaud Liard. Hier geen link naar Les Andelys. We zien het onderlichaam van een man met twee verschillende kleuren schoenen en sokken. Met zijn bekken leunt hij op een schutting en met zijn benen lijkt hij zijn evenwicht te willen bewaren. Zijn rechter onderbeen heeft hij geheven en daarop balanceert een olifant. En die olifant draagt op zijn slurf een flamingo.
Het meeste muurschilderingen van Liard zijn abstracte voorstellingen van felle kleurvlakken. Dit is een van zijn weinige figuratieve schilderingen. De titel, te vertalen als ‘laten we we nieuwsgierig zijn’, kan specifiek doelen op dit werk: wat gebeurt hier, wat is de relatie tussen de man, de olifant en de flamingo? Maar je kunt hem ook opvatten als een meer universele oproep: laten we allemaal en altijd nieuwsgierig zijn



Categorie: Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: Arnaud Liard, Claire Courdavault, Les Andelys, Lotfi Hammadi, Maye, Nicolas Poussin

Dwarskijken: Perspectief

13 juni 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Net als Georges Braque en het kubisme brak Michaël van Helvert in zijn reliëf van het laatste avondmaal in de abdijkerk van Berne in Heeswijk-Dinther met de regels van het perspectief

Op het Cimitero Monumentale di Milano bevindt zich het graf van de familie Campari. Rijk geworden door de productie van het knalrode bittere aperitief mocht dat wat kosten. Op deze begraafplaats, waar je je kunt vergapen aan monumentale graven, is het Campari-graf een van de blikvangers. Dat komt door de voorstelling die erop te zien is: het laatste avondmaal, vrijstaand in brons en bijna levensgroot. Ik moest eraan denken toen ik pas in de abdijkerk van Berne het sacramentsaltaar zag met de voorstelling van het laatste avondmaal. Nu zijn er door de eeuwen heen heel wat laatste avondmalen geschilderd. De bekendste is uiteraard die van Leonardo da Vinci, maar ook de schilderes Plautilla Nelli werd al in de zestiende eeuw bekend met een laatste avondmaal.

Laatste avondmaal op het graf van de familie Campari op het Cimitero Monumental di Milano
Giannino Castiglioni, Familiegraf Campari, Cimitero Monumentale di Milano

Het Campari-graf is het enige driedimensionale laatste avondmaal dat ik ken. Verder ken ik alleen geschilderde voorstellingen. Het laatste avondmaal in Berne zit ertussen in. Het is een reliëf van geglazuurd keramiek. Het is niet beschilderd en als je goed kijkt, zie je vooral in het tafellaken de voegen die erop duiden dat het is samengesteld uit een groot aantal losse delen. Navraag leert dat het laatste avondmaal het werk is van Michaël van Helvert.

Geboren als Wilhelmus Antonius van Helvert kiest hij voor het kloosterleven bij de Norbertijnen in Heeswijk-Dinther in de abdij van Berne. Hij werkt als tekenleraar op diverse scholen voor voortgezet onderwijs, geeft daarnaast ook kunstgeschiedenis en is actief als tekenaar, schilder en beeldhouwer. Behalve dat zijn altaar mij aan Campari deed denken, was er nog iets mee aan de hand. Op een of andere manier leek het niet te kloppen. Maar toch ook weer wel. En ineens zag ik het.
Geïnspireerd door de schilder Paul Cézanne begonnen tussen 1907 en 1909 Pablo Picasso en Georges Braque op een andere manier te schilderen. Picasso maakte portretten en Braque landschappen waarin iets vreemd aan de hand was. Schilderend op een plat vlak, zagen we de voorstelling uit verschillende hoeken. Picasso en Braque braken met de gangbare opvattingen over het lineaire perspectief. Dat was immers gebaseerd op een manier van weergeven die de kijkervaring niet volledig tot zijn recht liet komen. Vonden zij. En dus begonnen ze het object van hun schilderkunst samen te stellen uit fragmenten. Het kubisme was een feit.
Lang na Picasso en Braque maakte Van Helvert, geboren in 1912 en aan de Academie voor Schone Kunsten zijn opleiding voltooid in 1948, zijn Laatste avondmaal. En wonderlijk genoeg doet hij iets wat we kennen van het kubisme: verschillende perspectieven in één voorstelling. Bij Jezus en de discipelen ondervond Van Helvert geen problemen. Die zijn heel natuurlijk weergegeven. Anders is dat bij het tafelblad. Doorgaans is die tafel rechthoekig, maar bij Van Helvert heeft hij iets van een ellips. Waar we een groot deel van de voorstelling recht van voren zien, bekijken we de tafel in een hoek van boven. De beker met wijn die Jezus in zijn hand heeft zien we zelfs loodrecht van boven. Je kunt je afvragen of het een probleem is dat Van Helvert voor deze oplossing gekozen heeft. Ik denk het niet. Ik vermoed ook niet dat hij zich bewust op de beginselen van het kubisme heeft gebaseerd. Maar ik denk wel dat zijn spel met het perspectief de toeschouwer intrigeert en de aandacht langer vast houdt.

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, schilderkunst Tags: Georges Braque, Giannino Castiglioni, Heeswijk-Dinther, Leonardo da Vinci, Michaël van Helvert, Milaan, Pablo Picasso, perspectief, Plautilla Nelli

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Oss Rome Rotterdam Rutger Kopland sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2022 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]