Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Muurmuseum: Caravaggio

3 maart 2023 door Peter Zunneberg Reageer

Afgelopen najaar was ik een paar dagen in Rome. Hoog op mijn lijstje om te bekijken stond het beeld dat Gian Lorenzo Bernini maakte van de zalige Ludovica Albertoni  in de San Francesco a Ripa. Het was behoorlijk druk in de kerk. Later bedacht ik pas dat het dierendag was, de feestdag van de heilige Franciscus. Verderop in de straat zag ik street art met een hoofdrol voor een dier. En dat is plotseling actueel.

Guerny
C 215 noemt hij zich, de Franse street artist Christian Guerny. Hij schildert vooral portretten. Op zijn Instagrampagina komen we staatslieden tegen zoals Winston Churchill en Nelson Mandela, kunstenaars, onder wie Frida Kahlo, Salvador Dali en Pablo Picasso, maar ook fantasiefiguren als Yoda uit de Star Wars-saga. Guerny signeert zijn werk met een kubusachtig blokje met een C en de cijfers 2, 1, 5. In Rome zag ik op een geblindeerd raam achter tralies van zijn hand Caravaggio’s Jongen gebeten door een hagedis.  Het was geen plek om lekker te schilderen, dus het moet een stencil geweest zijn. En zelfs dat zal nog een hele toer zijn geweest om die daar netjes aan te brengen.

Straatverkoop
Die plek, achter die zware tralies, heeft wel iets ironisch. Naar het schijnt verkocht Caravaggio in het begin van zijn schilderscarrière zijn werk op straat. En juist daar komen we nu deze zwaar beveiligde afbeelding tegen. Of C 215 hiervan op de hoogte is geweest en er bewust mee heeft gespeeld, durf ik niet te zeggen. Ik zou denken van niet, hij heeft meer werken gebaseerd op Caravaggio.

Kardinaal
De jongen in de voorstelling maakt met zijn dikke vlezige lippen en de roos in zijn haren een wat verwijfde indruk. Het zou kunnen gaan om een travestiet die een rol heeft gehad in een van de feesten van kardinaal Francesco Maria del Monte, die tevens Caravaggio’s mecenas was. Er doen ook allerlei theorieën de rondte over de symboliek van de hagedis, maar het zou te ver voeren daar hier op in te gaan.

Jongen gebeten door een garnaal van Sofonisba Anguissola

Garnaal
Wat wel interessant is, is de mogelijke inspiratiebron voor het schilderij. Het zou namelijk gebaseerd zijn op een voorstelling van een jongen die gebeten wordt door een garnaal. In een houtskooltekening van circa 1554 zien we een jochie met een van pijn doordrongen gezicht, met een wat ouder meisje dat hem probeert te troosten. Maakster van de tekening is Sofonisba Anguissola. En wie meer over haar wil weten en van haar wil zien: in Rijksmuseum Twenthe is nog tot en met 11 juni een tentoonstelling aan haar gewijd.  







Categorie: Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: C 215, Caravaggio, Rome, Sofonisba Anguissola

Dwarskijken: Daphne

5 januari 2023 door Peter Zunneberg Reageer

Dwarskijken, Muurmuseum, street art, Daphne, Davide Brioschi, Gian Lorenzo Bernini, Salerno

Afgelopen najaar bezocht Stijn Zunneberg Salerno. Naast veel straatpoëzie fotografeerde hij daar  diverse muurschilderingen, zoals deze van een vrouw die transformeert in plantaardige motieven. Het is het verhaal van de bosnimf Daphne, die tegen haar wil belaagd wordt door de god Apollo. Dat zou je nu grensoverschrijdend gedrag noemen, maar het slachtofferschap van Daphne is nog groter. Apollo’s onvermoeibare jacht is veroorzaakt door de god van de liefde Eros, over wiens boogschutterskwaliteiten Apollo zich nogal laatdunkend heeft uitgelaten. Dus Eros mikt op de onschuldige Daphne, Apollo wordt tot over zijn oren verliefd, maar Daphne wordt niets gevraagd. Op haar roep om hulp reageert Daphnes vader, de riviergod Peneus: hij verandert zijn dochter in een boom, een laurierboom om precies te zijn. En daar wordt het verwarrend want Daphne blijkt ook de naam van een plantengeslacht in de peperboompjesfamilie te zijn en niet, zo als voor de hand liggend zou zijn in de laurierfamilie.

Metamorfosen
Of het mis is gegaan bij de dichter die het verhaal van Apollo en Daphne optekende, is niet helemaal duidelijk. Zeker is wel dat Publius Ovidius Naso het verhaal heeft opgenomen in zijn Metamorfosen. Dat boek geldt als een van de belangrijkste werken uit de klassieke Romeinse literatuur. Tijdens de renaissance werd het, na de Bijbel, een enorme bron van inspiratie voor beeldend kunstenaars. Er is geen gedaanteverwisseling door Ovidius beschreven, die niet door een kunstenaar verbeeld is. Neem alleen al de avonturen van oppergod Zeus die als zwaan bij Leda de tweeling Castor en Pollux verwekte, als stier de Fenicische prinses Europa ontvoerde en als gouden regen Danaë bezwangerde, waarna Perseus geboren werd. Ook begrippen uit ons hedendaags taalgebruik, zoals echo en narcisme, zijn direct terug te leiden naar de verhalen van Ovidius.

Eremita
Maker van de muurschildering is Davide Brioschi, die zijn street art signeert als Eremita. We zien nog Daphnes gezicht, maar over haar wang en langs haar hals zien we een witte lijn, alsof er uit haar schedel een kap is weggenomen, waardoor we nu in haar binnenste kunnen kijken. Daar zien we delen van een wervelkolom, maar ook een celstructuur die aan blad doet denken. De transformatie van nimf naar boom is dus iets wat van binnen komt. Het is niet zoals Daphne vaak wordt verbeeld met huid die verandert in bast en ledenmaten die zich ontwikkelen tot takken. Ter hoogte van Daphnes borstkas zien we al blad en bloemen groeien.

Extase
Brioschi heeft zijn werk niet alleen rechtsboven gesigneerd, hij heeft ook linksboven de titel vermeld: Estasi di Dafne, de extase van Daphne. Nu is extase een toestand van verrukking. Letterlijk is het een soort buiten jezelf treden. De bekendste extase is die van de heilige Teresa van Avila, zoals die is vormgegeven door Gian Lorenzo Bernini. Iemand – ik noem geen namen – biechtte me pas op dat Bernini’s kwaliteiten verder moeten hebben gereikt dan het virtuoos bewerken van marmer. Om de toestand van Teresa in de Santa Maria della Vittoria of die van de zalige Ludovica Albertoni in de San Francesco a Ripa, beide in Rome, te kunnen grijpen, moet hij ook wel een fantastische minnaar zijn geweest. Iets van hun extatische toestand is ook zichtbaar in zijn Apollo en Daphne in de Galleria Borghese in Rome.

Extase of lijden?
Ik schreef al eens over pijn en extase en hoe vaag de grens is als je als kunstenaar deze emoties moet vormgeven. Bij Daphne heb ik niet het idee dat ze buiten zichzelf treedt en al helemaal niet van genot. Het lijkt me juist een pijnlijk proces als je van een mens in een boom verandert. Daarbij heeft Bernini niet alleen Daphne als slachtoffer verbeeld, maar ook Apollo als degene aan wie zij wil ontkomen. Daphne lijdt zichtbaar onder de ‘omhelzing’ van Apollo. Ik zou dat geen extase willen noemen. Dus om de manier van verbeelden geef ik Brioschi graag een plek in mijn Muurmuseum. Maar zijn titel stemt tot kritisch nadenken.

Foto links: Stijn Zunneberg; foto rechts: Wikimedia Commons

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: Daphne, Davide Brioschi, Gian Lorenzo Bernini, Salerno

Muurmuseum: De Laat

28 oktober 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Portret door Tymon de Laat, op de gevel van de openbare bibliotheek in Heeswijk-Dinther

Tymon de Laat is beeldend kunstenaar. Na zijn afstuderen aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam reisde hij naar Latijns-Amerika, waar hij werd gegrepen door de cultuur en de mensen. En dat is terug te zien in zijn werk. De Laat schildert portretten, waarbij hij de natuurlijke lijnen in de gezichten van zijn modellen extra aanzet, waardoor er vlakken ontstaan. Die vlakken kleurt hij in met doorgaans felle tinten. Terwijl dat behoorlijk kunstmatig en bedacht is, komt het juist heel authentiek over.
De Laat werkt op doek, maar hij voert zijn portretten ook uit als muurschildering, zoals deze op de gevel van de openbare bibliotheek in Heeswijk-Dinther. Daar past hij wat mij betreft uitstekend. Welbeschouwd is de bibliotheek de plek bij uitstek waar je heen gaat om nieuwe werelden te leren kennen. Dit portret intrigeert en nodigt nadrukkelijk daartoe uit.

Categorie: Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: Heeswijk-Dinther, Tymon de Laat

Muurmuseum: Pirke Verschiet

8 augustus 2022 door Peter Zunneberg

Pirke Verschiet van Eelco van den Berg op een muur in Uden

Voor de Cultuurkrant schreef ik pas een stuk over het uitgebreide netwerk van brass bands in Noorwegen. Dat blijkt een erfenis te zijn van de Eerste Wereldoorlog. Na 1918 was er behoefte aan een positief elan en dat werd extra leven ingeblazen door onder meer deze brass bands en school bands, muziekgroepen die niet van de school zijn, maar wel in de school repeteren en waar veel Noorse kinderen hun muzikale vorming krijgen. Ik vond het wel bijzonder. De wereldgeschiedenis speelt dus na ruim een eeuw nog altijd een rol kan spelen in het dagelijks leven.

Ik moest er aan terug denken toen ik pas in Uden op de zijkant van een flat al van grote afstand een vrolijke figuur zag. Uiteraard ben ik dichterbij gaan kijken. Het was een beetje een houterige mansfiguur met blauw jasje en een zwart-geel gestreepte broek die beide wat gerafeld waren, Verder had hij een rond wit en gestileerd gezicht. En heel opvallend, geen handen of voeten, maar bruine stompjes. Ook zijn nek had die vorm. En onder de voorstelling stond een tekst: “’t is hier goed kerse ete!”

Ik had een afspraak en weinig tijd om me er op dat moment verder in te verdiepen. Dat deed ik thuis wel. Al snel kwam ik erachter dat Uden tegen het eind van de 19e eeuw uitgroeide tot een vooraanstaand kersendorp. Kersenrassen als de Udense Zwarte, de Udense Spaanse en later ook de Bastaard Dikke waren geliefd in Nederland en zelfs daarbuiten. Aan het begin van de 20e eeuw stonden er alleen in Uden ruim 8500 kersenbomen, ongeveer tweederde van heel Noord-Brabant. De veiling, aanvankelijk nog particulier initiatief, is sinds 1920 eigendom van de boerenbond N.C.B.

In 1946 organiseert men in Uden voor het eerst Kersenfeesten, die drie jaar later door de burgemeester en enkele geestelijken een officieel karakter krijgen. Daarbij draaide het vooral om de presentatie van Uden en haar kersen. De hele Udense bevolking deed mee en de kersenfeesten werden steeds groter. Symbool van de feesten werd Peerke of Pirke Verschiet, een grote vogelverschrikker die hoog boven het feestterrein uitstak. Jaarlijks koos men een kersenkoningin, de plaatselijke wandelclub begon met het organiseren van de Kersentocht. Maar de na-oorlogse tijd eiste haar tol. Er was dringend behoefte aan woningen, waarvoor kersengaarden werden gerooid. In 1964 was het afgelopen met de Kersenfeesten. Alleen de Kersentocht gaat nog even door. In de jaren ’90 wordt nog kortstondig een poging gedaan de feesten nieuw leven in te blazen, bijvoorbeeld met een opblaasbare Pirke Verschiet

Helemaal vergeten is de kersencultuur in Uden niet. Een van de tastbare herinneringen is de muurschildering op een flat aan de Wilhelminastraat. De voorstelling wordt gekenmerkt door een sterk gebruik van kleuren en lijnen, met veel decoratieve elementen en roept associaties op met moderne strips.

Over de totstandkoming kreeg ik opheldering van Ben van Eerd, werkzaam bij het bedrijf dat verantwoordelijk was voor de renovatie van de flats. De muurschildering is gebaseerd op een foto van Pirke Verschiet, afkomstig uit een boek over de kersengeschiedenis van Uden. Rianne Thelosen maakte de tekening, Joop van Geffen voerde hem uit als wandschildering. Hoe de kleuren zijn bepaald, vermeldt Van Eerd niet.
Ik vind het mooi dat erfgoed via nieuwe kunstvormen behouden blijft. Maar wat me vooral trof was het jaar waarin de feesten van start gingen. Kennelijk was er in Uden na de Tweede Wereldoorlog, net als in Noorwegen na de Eerste, behoefte aan een nieuw elan. Het is spijtig dat dat nog geen twintig jaar heeft mogen bestaan.

Categorie: erfgoed, Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: Uden

Muurmuseum: Hanzestad Harderwijk

31 juli 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Klooster staat er op het straatnaambordje op de zijkant van een monumentaal gebouw in Harderwijk. Het is de meest heldere aanduiding voor wat het gebouw ooit geweest is.
Al sinds de reformatie is het Sint-Catharinaklooster geen klooster meer. Achtereenvolgens was het pand in gebruik als woonruimte voor Engelse wevers die als balling uit Norwich en Colchester naar Harderwijk waren gekomen. Vanaf 1648 vestigde de Gelderse Academie, na Leiden, Franeker, Groningen en Utrecht, de vijfde universiteit van Nederland zich hier. Toen die in 1811 werd opgeheven, deed het gebouw jarenlang dienst als magazijn voor militaire goederen en ook enige tijd als militaire bakkerij. Tegenwoordig biedt het oude klooster onderdak aan ’t Klooster – Centrum voor de kunsten.

Sinds het voorjaar van 2022 zijn er twee kunstwerken die herinneren aan de tijd dat hier een klooster gevestigd was. Uit een wand steken twee handen met een rozenkrans, een kunstwerk van Natasja Bennink, van wie, verdeeld over de stad twaalf beeldhouwwerken het verhaal van Harderwijk vertellen. Op de kopse kant van het gebouw realiseerde schilders-collectief De strakke hand een muurschildering met een prominente plek voor een non. Schuin achter haar zien we een visser, eeuwenlang de nelangrijkste bron van inkomsten voor de stad. Maar het echt typisch Harderwijkse in de voorstelling zit hem in enkele details. Zo zien we een paardje dat in 1999 in Harderwijk gevonden werd en dat rond 1300 in Noorwegen is gemaakt als gewichtje om de waarde van gouden en zilveren munten vast te stellen. Het paardje werd door Natasja Bennink uitvergroot en kreeg een plek langs het Zeepad.

Een ander detail is het opengescheurde zakje met pepernoten. Zonder al te veel moeite is de naam Van Delft te herkennen op de verpakking. In 1958 verhuisde Van Delft Biscuits, na jarenlang in Zaandam buurman te zijn geweest van Albert Heijn en Verkade, het bedrijf naar Harderwijk. Pepernoten in vijftig verschillende smaken nemen een belangrijke plek in in het assortiment van Van Delft.

Het bijzondere van de muurschildering is dat het niet alleen het verhaal vertelt van het gebouw waarop het te zien is, maar ook een groter verhaal, namelijk van de Hanzesteden in Nederland en een deel van Duitsland. In totaal gaan veertien grote schilderingen dat verhaal vertellen, tien in Nederland en vier in Duitsland. Langs de steden en de schilderingen wordt een fietsroute ingericht. En voor wie niet het gehele traject wil afleggen, komen er kortere routes.

Waar street art steeds vaker wordt ingezet om een verhaal te vertellen en toeristen te trekken (denk aan de Waalpaintings in Nijmegen), is het opmerkelijk dat het in Harderwijk niet het grote plaatje is, dat gaat over de Hanze, maar juist de details. Het paardje kwam naar hier als een soort gereedschap van de Hanze en het succes van de pepernoten van Van Delft laat zien hoe de handel nog steeds kan bloeien.

Categorie: beeldhouwkunst, erfgoed, Muurmuseum, schilderkunst, street art Tags: De strakke hand, Harderwijk, Natasja Bennink

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Venlo Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in