Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • Op zoek naar Schwind
  • Contact

Muurmuseum: Waalpaintings

13 november 2020 door Peter Zunneberg Leave a Comment

Terwijl ik dit schrijf heeft Studio Hartebeest net op de zijgevel van het casino op de Waalkade een muurschildering voltooid. Een muurschildering die gewijd is aan Theophanu, de Byzantijnse prinses die in 972 huwde met Otto II, keizer van het Heilige Roomse Rijk. Het maakte haar op 12-jarige leeftijd al keizerin. Studio Hartebeest, Waalpaintings, Theophanu, NijmegenHeel veel is er over Theophanu verder niet bekend. Wel weten we dat ze tijdens haar leven acht keer in Nijmegen is geweest. Verder is er een verband te leggen tussen de Nicolaaskapel op het Valkhof en Constantinopel, de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk. Het maakt Theophanu tot een belangrijke figuur in de Nijmeegse geschiedenis. Het was voor Studio Hartebeest niet eenvoudig om Theophanu in een muurschildering te vereeuwigen. Er zijn maar weinig afbeeldingen van haar. Uiteindelijk kozen Maaike van den Heuvel en Gerco Hiddink voor een wat statische weergave van de keizerin, gebaseerd op een eigentijdse bron. Om haar heen zijn passages uit haar leven te zien.

Waalpaintings
De muurschildering is de eerste in een reeks van vijftien. Twee historici, Erika Manders en Dennis Jussen, namen het initiatief voor wat zij Waalpaintings noemen (afgeleid van wallpaintings), die de geschiedenis van Nijmegen zichtbaar moeten maken. Vijftien scènes uit de Nijmeegse geschiedenis, gebaseerd op de in 2009 opgestelde canon van de Nijmeegse geschiedenis. Strikt genomen is dat eerste niet helemaal juist. Twee bestaande muurschilderingen zijn door Manders en Jussen min of meer ‘geannexeerd’. Bij de doorgang van Plein 1944 naar de Scheidemakershof schilderde Combolution begin 2019 een herinnering aan het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944. Remco Visser en Naamloozz, Nijmegen, WaalpaintingIn de doorgang van het Kelfkensbos naar de Sint Thomashof schilderden Remco Visser en Naamloozz (Kenneth Letsoin) eerder dit jaar een Romeinse soldaat. In zijn linker hand houdt hij een zwaard dat dreigend naar de toeschouwer wijst. Zijn blik is minder vastberaden. Rechts naast de soldaat is een vrije interpretatie van een aquila te zien, het veldteken waarmee elk Romeins legioen met zich meedroeg. Deze muurschildering zou herinneren aan de Bataafse opstand in 69-70.

Dwarskijken
Maar er is iets met de schildering aan de hand. Op de tegenoverliggende muur is ook een muurschildering te zien, net als de Romein staan hier ook mannen in uniform, met helmen, grimmig kijken, niet met zwaarden maar met gummiknuppels en schilden. Voor wie het nog niet herkent, is er een begeleidende tekst: Pierson auto’s in de woonkamer mensen op straat 1981.
Alsof het allemaal al niet duidelijk was dat er een verband wordt gelegd tussen twee episodes uit de Nijmeegse geschiedenis, hebben de makers dat nog eens extra benadrukt door een slimme truc: de ME-ers zijn geschilderd op een rode ondergrond en dat blijkt een vaandel te zijn dat wordt vastgehouden door een Bataaf.

Remco Visser en Naamloozz, Waalpaintings, Nijmegen
Op deze website leg ik in de rubriek Dwarskijken geregeld verband tussen kunstwerken, foto’s, cartoons, bouwwerken etc. Met hun schildering in de Sint Thomashof hebben Remco Visser en Naamloozz laten zien dat je ook kunt dwarskijken in de geschiedenis. Geschiedenis is niet alleen feiten op een rijtje zetten, geschiedenis is ook feiten duiden en interpreteren. Dat gebeurt op de Sint Thomashof. Het zou mooi zijn als de makers van toekomstige Waalpaintings ook die artistieke vrijheid krijgen of zich toe-eigenen.

Filed Under: Dwarskijken, erfgoed, Muurmuseum, schilderkunst Tagged With: Nijmegen, Remco Visser en Naamloozz, Studio Hartebeest, Theophanu, Waalpaintings

Dwarskijken: Soepstilleven

15 september 2020 door Peter Zunneberg Leave a Comment

Stilleven

“Vergankelijkheid vereeuwigd op een boerenbont bordje”, schreef Annemieke Vos over een foto die ik op instagram en twitter had geplaatst. Op de foto herkennen we tomatensoep op, inderdaad, een bord uit een boerenbontservies. Maker van de muurschildering is Lotte de Schouwer. “This too shall pass”, stond erop geschreven. Ik betrok het op de geschiedenis van het terrein, de voormalige Honigfabriek, waar onder meer tomatensoep gemaakt werd. De fabriek is al jaren geleden gesloten en het complex herbergt tal van kleine bedrijfjes en heel veel creativiteit. Maar woningbouw rukt op en het zal niet lang meer duren voor de slopershamer ook hier zal toeslaan.

Maar door het woord vergankelijkheid zag ik ineens de link van de muurschildering met de 17e eeuw. De Gouden Eeuw van de Nederlandse schilderkunst, van Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Jan Steen. Maar ook van Maria van Oosterwijck, Rachel Ruysch, Jan Davidsz. de Heem en Willem Claesz. Heda, stuk voor stuk schilders van stillevens. Die stillevens worden tegenwoordig al te snel op een hoop gegooid als zouden ze allemaal de vergankelijkheid van het menselijk bestaan willen uitdrukken. Dat is een aantrekkelijke interpretatie, zeker waar het stillevens met schedels en uitgedoofde kaarsen betreft. Andere stillevens met grote bloemstukken die op den duur verdorren, met breekbaar glaswerk of fruit en vissen die snel aan bederf en verrotting onderhevig waren, zouden dat ook heel goed kunnen uitdrukken. En misschien was dat wel het achterliggende idee. Maar vaak was de achtergrond bij het maken van een dergelijk stilleven een stuk prozaïscher. De schilder kon er al zijn artistieke virtuositeit in kwijt. Soms waren de bloemen zo levensecht dat er insecten op af kwamen (die dan ook weer geschilderd bleken), was de vis zo vers en vet dat de huid er door glom of was de citroen zo goed geschild dat je de etherische olie kon ruiken. Daarbij gold hoe mooier en overtuigender het schilderij, des te duurder. Dus de koper kon met dit werk zowel zijn rijkdom als zijn goede smaak laten zien.

Terug naar de huidige opvatting dat alle 17e-eeuwse stillevens vergankelijkheid laten zien. Dat doet de muurschildering op het Honigterrein in feite ook. Ook hier is sprake van een combinatie van voedsel en serviesgoed. Het is niet bepaald virtuoos en door het opschrift wat al te weemoedig en eenduidig. Natuurlijk, de tekst is samengesteld uit lettervermicelli, die in dezelfde fabriek geproduceerd werd. Maar zonder tekst zou er de associatie zijn met een rood stoplicht. Een rood stoplicht, dat je oproept om even pas op de plaats te maken.  Ik weet niet wat ik sterker vind.

Filed Under: Dwarskijken, erfgoed, schilderkunst Tagged With: Lotte de Schouwer, Nijmegen, stilleven

Muurmuseum: Mozes

11 september 2020 door Peter Zunneberg

Tegels, Reims, St. Rémi, Mozes

Bijbelboek Exodus verhaalt over Mozes en hoe hij het volk van Abraham, na jaren van slavernij in Egypte naar het beloofde land leidde. Aangekomen bij de Rode Zee bleek dat een niet te onderschatten barrière. Maar Mozes strekte zijn hand uit, het water week uiteen en er ontstond een doorgang. Toen iedereen veilig aan de overkant was, sloot het water zich weer en werden de achtervolgende Egyptenaren verzwolgen.
In 2010 was er groot wetenschappelijk nieuws. Amerikaanse wetenschappers van het National Center for Atmospheric Research hadden met een computersimulatie aangetoond dat het verhaal waar zou kunnen zijn. Door een sterke oostenwind zou een deel van een watervlakte tijdelijk droog kunnen vallen. Er was maar één klein probleempje: in de Rode Zee die van noord naar zuid loopt is het onmogelijk. Maar misschien, zo opperden de wetenschappers, ging het om een nabijgelegen meer en berustte de aanduiding Rode Zee op een vertaalfout.
Michelangelo, Mozes, RomeWie een beetje thuis is in de kunstgeschiedenis weet dat Mozes al eens eerder slachtoffer is geworden van een foute vertaling. In de kerk van San Pietro in Vincoli in Rome bevindt zich het beroemde Mozesbeeld van Michelangelo. Het is het beroemdste voorbeeld van Mozes met hoorntjes. Maar Mozes had geen hoorntjes moeten hebben, maar moeten stralen, nadat hij van God de tafelen met de tien geboden had gekregen. Het Hebreeuws, de taal waarin het oude testament geschreven is, kent geen klinkers. Waar eeuwenlang karan (hoorntjes) gelezen is, had keren (stralen) gelezen moeten worden.
Ooit lagen er zo’n tweehonderd tegels op de vloer van de oude abdij van Saint Nicaise in Reims, maar daar hadden ze veel te lijden. Uiteindelijk zijn er 48 gered en die hangen nu in de basiliek van Saint Rémi. De vierkante tegels stammen vermoedelijk uit de 13e eeuw, zijn zo’n vijftig bij vijftig centimeter, zijn allemaal 45 graden gedraaid, de hoeken zitten boven en onder, links en rechts. De meeste tegels hebben oudtestamentische voorstellingen, die tijdens de productie als lijntekeningen in de natte klei zijn gekerfd en na het bakken zijn opgevuld met lood. Bijschriften verklaren de tekeningen. Zo is er een Daniël in de leeuwenkuil en zijn er minstens twee met het bijschrift La rouge mer of La mer rouge. En wie zien we daar? Een man die met zijn staf het water splijt, Mozes, compleet met hoorntjes.
Terwijl ik naar de tegels keek, stond naast mij een stel waarvan hij tegels aanwees en het woord diable fluisterde. Nu was het in de Middeleeuwen zeker niet ongewoon om gelovigen schrik aan te jagen voor het verkiezen van de verkeerde weg. Maar op de tegels in Reims is daar zeker geen sprake van. Het is gewoon Mozes met zijn noodlottige hoorntjes.

Mozes, Rode Zee, Reims, St. Rémi

Links: Mozes splijt de Rode Zee; midden: Achtergolvende Egyptenaren worden verzwolgen door de Rode Zee; rechts: Voorstelling houdt mogelijk verband met de dans om het gouden kalf

Filed Under: erfgoed, Muurmuseum, tekenkunst Tagged With: Michelangelo, Mozes, Reims

Charles Grips en het kruisbeeld van Brakkenstein

13 april 2020 door Peter Zunneberg 2 Comments

Crucifix, NijmegenEr was een tweet van een Romein voor nodig om mij in beweging te krijgen. De foto bij de tweet doet vermoeden dat hij Nijmegen kent, maar hier ook al weer wat jaren geleden vertrokken is.
Lange tijd heeft op de hoek van de Heyendaalseweg en de Houtlaan het kruisbeeld gestaan, zoals te zien is op de foto. Maar jaren geleden is het beeld een paar meter verplaatst en verdween bovendien de houten, vliegervormige kap. Ik ging er eens kijken en legde actuele foto’s naast de Romeinse. Direct vallen er verschillen op. Dit is helemaal niet het beeld van Charles Grips uit 1949, dit is een heel ander kruisbeeld. Kijk maar naar de handen en de voeten, naar de lendendoek en het haar.

Crucifix, BrakkensteinWaardevol element
Op diverse plekken kwam ik vermeldingen van het kruisbeeld tegen, al dan niet voorzien van de naam Charles Grips. De meest prominente is op de website Kunst op straat in Nijmegen.
Ook in de wijkvisie Brakkenstein 2017, die de afdeling wijkmanagement van de gemeente Nijmegen in november 2010 schreef, is aandacht voor het beeld. Daarin staat onder meer te lezen dat het beeld een element is dat in de wijk Brakkenstein het Roomse leven zichtbaar maakt op straat. Even verderop lezen we: “Een bijzonder element in de wijk is ten slotte het kruisbeeld bij de entree van de wijk aan het hoekpunt van Houtlaan en Heyendaalseweg.”
Het beeld krijgt een plek op een lijst van waardevolle panden en elementen die behouden moeten worden.

Paters jezuïeten
Op 8 april 2019 figureert het beeld in een artikel in De Gelderlander, waarin de verkeersveiligheid op het kruispunt aan de orde komt. Mogelijk wordt het kruispunt een rotonde, overeenkomstig de wens van buurtbewoners én van de gemeente.  Dat dat niet al eerder gebeurd is heeft een reden “Er is al eerder gekeken naar een rotonde, maar de Jezuïeten die toen nog het klooster bezaten, wilden dat het kruisbeeld bleef staan”, zegt verkeerswethouder Harriët Tiemens.
Wijkblad, Brakkenstein, NijmegenDeze wens van de paters jezuïeten lijkt haaks te staan op wat een kleine twee jaar eerder door Gerard Jansen in het Wijkblad Brakkenstein was geschreven. Toen al bleek het beeld van de foto vervangen door het beeld dat er nu staat. Het heeft er alle schijn van het er niet toe heeft gedaan wélk beeld er stond, maar dát er een beeld stond. En dat bijna niemand daar ooit goed naar gekeken heeft, laat staan het heeft onderzocht.

Bungelende arm
Op de voorkant van het Wijkblad Brakkenstein prijkt het beeld dat er nu staat. Jansen, die betrokken is geweest bij de plaatsing van dat beeld, schrijft over de geschiedenis, waarvoor hij onder andere sprak met pater Wim van Meijgaarden sss, die verbonden was aan de H. Sacramentsparochie in Brakkenstein. In de jaren ’50, zo schrijft Jansen, werd er voor het eerst een beeld op de hoek geplaatst, een beeld van keramiek. Het was gemaakt in de pottenbakkerij van Sint Joris in Beesel. Dat is een naam die we ook bij Charles Grips tegenkomen. Grips ontwierp namelijk voor die pottenbakkerij.
Het beeld had maar een beperkte houdbaarheid. Begin jaren ’80 was het dermate aangetast door regen en nachtvorst, dat er een arm afbrak, die nog enige tijd bleef bungelen aan een van de dwarshouten van het kruis.

Crucifix, BrakkensteinDuits houtsnijwerk
In 1984 is het beeld vervangen door een houten beeld dat gemaakt is door een onbekende Duitse kunstenaar. Juist omdat dit beeld van hout was, werd ter bescherming het vliegervormige schild met het afdakje gemaakt. Toch had ook dit beeld niet het eeuwige leven. In 2014 werd het gedemonteerd en vervangen. Het beeld dat er nu staat, is afkomstig van de begraafplaats van de paters jezuïeten van het Berchmanianum. Nadat zij elders in Brakkenstein onderdak vonden, schonken ze het beeld aan de wijk en kwam het op de hoek van het kruispunt te staan. Ook van dit beeld is de maker onbekend.

Crucifix, BrakkensteinHerbestemming op begraafplaats
Het houten beeld kreeg na een opknapbeurt een nieuwe plek: op de begraafplaats aan de Pastoor Wichersstraat in Brakkenstein. Vrij dicht naast een ander kruisbeeld van keramiek, inderdaad het beeld van de bungelende arm. Je zou verwachten dat dit dan het beeld is van Charles Grips. Maar dat blijkt niet juist. Het keramische beeld op de begraafplaats is gesigneerd. De naam is niet goed leesbaar. Maar het is zeker geen Charles Grips. Het jaartal 54 is wel leesbaar. Nu zou het beeld van Grips gemaakt zijn in 1949. Dus misschien is zijn beeld al na vijf jaar al vervangen.

O ja, wat betreft de foto van onze Romeinse vriend? Die bleek gewoon van Wikipedia geplukt.

Filed Under: beeldhouwkunst, erfgoed Tagged With: Charles Grips, Nijmegen

Tegeltableau

21 februari 2020 door Peter Zunneberg 2 Comments

Tegels, Nijmegen, Radboud Universiteit

V.b.n.b. nr. 6 – 10

Tegels, Nijmegen

V.b.n.b. nr. 1 – 5

In  2013 bestond de Radboud Universiteit, in 1923 opgericht als Katholieke Universiteit Nijmegen, 90 jaar. Al sinds de jaren ’70 bevinden alle instituutsgebouwen, de aula, de universiteitsbibliotheek en het Radboudumc zich op de campus Heyendaal. Maar bij de oprichting van de universiteit was dat anders. Bij het jubileum in 2013 ontstond het idee om die geschiedenis van de universiteit in de stad zichtbaar te maken. De keuze viel op tegels die het verhaal vertelden van die plek.

Samen met Bea Ros kreeg ik de vraag om de teksten te schrijven voor de tegels. Twee A4’tjes met informatie terugbrengen tot maximaal negentig woorden, waarin de essentie van elke plek verteld moest worden. Het was een eervolle opdracht en sinds de plaatsing kan ik niet langs een tegel lopen zonder er even bij stil te staan.

Het is leuk om te zien dat de tegels worden opgemerkt. Tegelijk is het ook opmerkelijk dat het hele verhaal relatief onbekend is. Vandaar dit bericht met een overzicht van alle plekken waar de tegels te vinden zijn.

1.            Keizer Karelplein (voor het kantoor van ABN/Amro)
2.            Wilhelminasingel 13 (voor het Karel de Grote College)
3.            Molenstraat 37 (voor de kerk)
4.            Hoek Muchterstraat/Snijderstraat
5.            Van Schaeck Mathonsingel 4 (voor het kantoor van Dirkzwager)
6.            Oranjesingel 42
7.            Oranjesingel 3 (naast het kantoor van ING)
8.            Sint Annastraat 22
9.            Pater Brugmanstraat 45 *
10.          Van Slichtenhorststraat (voor Piushove)

Op de tegel in de Pater Brugmanstraat dat Godfried Bomans aldaar Erik of het klein insectenboek schreef. Dit blijkt niet helemaal juist te zijn. Bomans begon hier weliswaar met het boek, maar het leeuwendeel schreef hij elders. In een mooi verhaal op Neerlandistiek.nl vertelt Jos Joosten waar Bomans Erik of het klein insectenboek heeft voltooid.

Filed Under: erfgoed Tagged With: Nijmegen, Radboud Universiteit

Next Page »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Amsterdam anoniem Arnhem Gent Hengelo Leiden Moritz von Schwind Nijmegen stadsdichter Utrecht

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2021 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]