Een onvolkomenheid in de oriëntering van een kerk of een knikje in de lengteas van een kerk, in het Duits is daar een mooi woord voor: Achsknick. De Stevenskerk in Nijmegen en de Stephansdom in Wenen hebben niet alleen hun naamgever gemeen, ze hebben ook allebei zo’n knik in de as.
Acht hertengeweien zitten er verwerkt in het dak van de Stephansdom in Wenen leerde ik van Infokomposter. Waarom? Omdat herten naar het schijnt nooit door de bliksem worden getroffen. In een bijzin had Infokomposter het over de knick in de Stephansdom waarover al genoeg gezegd en geschreven zou zijn. Ik had er nog nooit van gehoord en de enige keer dat ik in Wenen was, heb ik de kerk alleen van buiten gezien.
Doorgaans wordt zo’n knik gezien als een soort schoonheidsfoutje. De as van een kerk, de denkbeeldige lijn die je van de west- naar de oostkant kunt trekken en waarlangs je de kerk (grotendeels) kunt spiegelen, is niet helemaal loodrecht. Er zit een knikje in. Nu was me dat in de Stevenskerk nooit opgevallen totdat iemand er tijdens een rondleiding op wees. Het was, zo zeggen diverse kenners van de geschiedenis van de kerk, een gevolg van verschillende bouwfases. Tijdens de vroegste bouw kon men nog niet exact vaststellen waar het oosten was, terwijl dat bij een latere uitbreiding wel kon. De noodzakelijke correctie veroorzaakte de knik. Je moet het van de Stevenskerk weten om het te kunnen zien, bijvoorbeeld in de houten ribben in het gewelf op de as van de kerk. Ook zie je, als je langs die as richting het orgel kijkt, dat de deur onder het orgel niet in het midden zit.
Een dergelijke fout, zo’n achsknick, zit er dus ook in de Stephansdom in Wenen. Maar naar verluidt is het daar geen onnauwkeurigheid geweest, maar juist met opzet gedaan. Stefanus, de naamheilige van de kerk, was de eerste martelaar van het christelijk geloof. Hij was als diaken belast met armenzorg, maar zijn christelijke overtuiging, was volgens joodse machthebbers in strijd met de tempel en de wet. Zijn verdediging werd gezien als godslastering en als straf werd hij ter dood gebracht door steniging.
Vanwege die steniging en het martelaarschap is Stefanus (Stephan, Steven, Stephen, Stefano, Etienne of Esteban) al vroeg heilig verklaard. Door zijn dood door stenen werd hij bovendien beschermheilige van de steenhouwers, de metselaars en de vloerenleggers. Kortom van allerlei beroepsgroepen die rechtstreeks bij de bouw van kerken betrokken waren. 26 december is de naamdag van Stefanus en die datum blijkt van betekenis te zijn in Wenen. Een deel van de Stephansdom is niet, zoals bij kerkenbouw gangbaar, gericht naar het oosten, maar naar de plek waar uitgerekend op 26 december de zon opkomt.
Het deel aan de andere kant van de knik zou volgens diverse bronnen gericht zijn op de plek waar de zon opkomt op 2 januari. Het is onduidelijk wat precies de betekenis van die datum is. Misschien is het wel helemaal niet van belang en is dit de correcte oost-westrichting. Uiteindelijk is de afwijking in de kerk ongeveer één graad, dus nagenoeg verwaarloosbaar. Maar deze wetenschap uit Wenen, met de naam van de kerk en de betekenis van de beschermheilige voor de bouwers, roept wel meteen de vraag op of het in de Stevenskerk in Nijmegen wel om een onnauwkeurigheid van de bouwers gaat. Of zou hier ook bewust gewerkt zijn aan de afwijking?
Nu kan er bij twee kerken die gewijd zijn aan dezelfde heilige én die allebei een knik hebben, sprake zijn van toeval. Maar als er meer kerken met een achsknick gewijd zijn aan Stefanus mag je voorzichtig gaan spreken van een patroon. En ja, die blijken er te zijn in het Zuid-Duitse Passau staat de Dom St. Stephan in Passau, waar in 1221 met de bouw begonnen is, en die een knik in de as heeft. De Dom van Speyer is zowel aan Maria en als aan Stephan gewijd en heeft ook een achsknick. Nu viel Nijmegen in de 13e eeuw onder de bisschop van Keulen en dat zou een aanwijzing kunnen zijn voor invloed uit Duitstalige gebieden. Maar ook in andere streken doet het verschijnsel zich voor. Van de kathedraal Saint Etienne in Toulouse wordt gezegd dat er een nieuw gotisch schip gepland was, maar dat die nooit is uitgevoerd en dat daardoor de knik is blijven bestaan.
Er zijn niet uitsluitend aan Stefanus gewijde kerken, die over een knik beschikken. In Bautzen, in het oosten van Duitsland, staat de Dom St. Petri en in het Franse Quimper een kathedraal gewijd aan St. Corentin, allebei met knik. Die knik vind je ook in een handvol kleinere kerken, allemaal gewijd aan verschillende heiligen.
Het een sluit echter het ander niet uit. Bij kerken gewijd aan Stefanus kan opzet in het spel zijn en bij de andere slordigheid of onvermogen. Dat is zelfs mogelijk bij de aan Stefanus gewijde kerken. Een door toeval ontstane knik zou zomaar door de bouwers kunnen zijn geaccepteerd als bewust eerbetoon. Zo lang het niet duidelijk zwart op wit in archieven terug te vinden is, is er geen enkel bewijs. En zonder dat bewijs zullen we ons moeten behelpen met een uitspraak van de 16e-eeuwse filosoof en priester Giordano Bruno: “Se non è vero, è molto ben trovato” (Ook als het niet waar is, is het wel heel goed gevonden.)
Tom Smit zegt
Prachtig verhaal! En daar gaat het om.