
Leoš Janáček Eerste Strijkkwartet, gedicht van Bert Schierbeek
Gevonden op het Stationsplein in Hengelo

Cultuur ligt voor het oprapen
door Peter Zunneberg
Leoš Janáček Eerste Strijkkwartet, gedicht van Bert Schierbeek
Gevonden op het Stationsplein in Hengelo
door Peter Zunneberg 1 Reactie
Afgelopen weekend was ik weer eens in Hengelo. Ik heb er de eerste 25 jaar van mijn leven gewoond en ben altijd nieuwsgierig wat er veranderd is. Ik werd een beetje verdrietig van. Het adres waar ik geboren ben, Olympiaplein 23, bestaat niet meer. Toen ik een jaar was, verhuisden we naar Achillesstraat 35. Bestaat ook niet meer. Niet alleen zijn de flats afgebroken, ook de straatnamen zijn opgeheven. Nu is het begrijpelijk dat de stad het verval wil keren, maar het opheffen van die straatnamen doet mij pijn.
Ook op veel andere plekken in de stad zag ik grote veranderingen. Fabrieken, scholen en kerken, mij uit mijn jeugd vertrouwd, hebben plaats moeten maken voor woningbouw. Verder viel me op dat er veel street art is. Zo ongeveer het eerste waar ik tegenaan liep, was een werk van Pipsqueak was here. Veel parallellen met een van hun werken in Nijmegen: een meisje en een beer, de roze achtergrond en de opvallende teksten. Maar wat ik nog niet eerder zag, was een verwijzing, in dit geval naar een beeld uit de populaire cultuur.
Nadat Japan met de aanval op Pearl Harbour de Verenigde Staten de Tweede Wereldoorlog in had getrokken, ontstond al snel het boodschap dat de mannen nodig waren aan het front en dat dus de vrouwen het land draaiende moesten houden én in de fabrieken de wapens moesten maken die nodig waren aan het front. Op allerlei manieren werd deze boodschap uitgedragen. Zo werd er in 1942 een lied gecomponeerd, Rosie the Riveter (wat je zou kunnen vertalen als Rosie de klinknagelschietster) dat door diverse artiesten op hun repertoire gezet werd en dat een grote hit werd.
Min of meer tegelijkertijd kwam grafisch ontwerper J. Howard Miller met een poster voor Westinghouse Electric Company. Op de poster zien we een vrouw in overall, een doek om haar hoofd gebonden en een vastberaden blik. Ze toont ons haar spierballen. Dit was het soort vrouw dat nodig was in de Amerikaanse fabrieken. En de boodschap: We Can Do It! Over wie de vrouw op de poster is, bestaat onenigheid, net als over de vraag welke Rose (of Rosina of Rosalind) model heeft gestaan voor Rosie the Riveter. Daarbij zijn lied en poster na de oorlog een eigen leven gaan leiden en wordt vaak ten onrechte aangenomen dat de vrouw op de poster Rosie the riveter is.
Het gebaar van de poster met de gebalde vuist zien we terug in het meisje van Pipsqueak was here. De blik is anders. De vastberadenheid van Miller is bij Pipsqueak ronduit provocerend geworden. Overigens is de voorstelling niet uniek. Op de Instagrampagina van Pipsqueak was here is te zien dat het meisje ook een plek heeft gekregen in het straatbeeld van Parijs en van Denver. Hoe het in die steden geduid moet worden, durf ik niet te zeggen. Maar voor Hengelo vind ik het wel toepasselijk: We Can Do It! We kunnen onze stad mooier en aantrekkelijker maken.
In 1982 kwam ik voor het eerst in Nijmegen. Een vriend was hier gaan studeren en ik logeerde een paar dagen bij hem. Ik herinner me dat ik, onderweg naar de universiteit, op de hoek van de Heyendaalseweg en de Kapittelweg, werd getroffen door een groot kunstwerk van roestige stalen platen.
Evert Strobos, ‘n.a.v. Stonehenge’, gemeentelijk kunstbezit Hengelo
Evert Strobos, dacht ik direct. In Hengelo, waar wij beiden op school hadden gezeten en ik nog altijd woonde, was Strobos the talk of the town. Eind jaren ’70 maakte hij furore met grote cortenstalen werken in de openbare ruimte. In mijn omgeving hoorde ik vooral afkeurende geluiden. Ik vond het wel intrigerend. Maar niet meer dan dat.
In 1987 begon ik in Nijmegen aan de studie Kunstgeschiedenis. Of de stalen platen er toen nog stonden en of ze nog roestkleurig waren, herinner ik me niet meer.
Een aantal jaar geleden begon ik me te interesseren voor kunst in de openbare ruimte en dan vooral in Nijmegen. Ik begon erover te lezen, fotografeerde beelden en zocht naar informatie over de kunstenaars. Zo kwam ik erachter dat een groot kunstwerk langs de Heyendaalseweg The Blue Borderline heette en gemaakt was door kunstenaar Jan Jacobs Mulder. Dat vond ik vreemd. Was dit niet hetzelfde werk dat eerst roestkleurig was? En hoe zat het dan met dat Blue in de titel?
Op de website van de kunstenaar staat dat het werk is gemaakt van beschilderd cortenstaal en dat het geplaatst is in 1980. Was dit inderdaad het werk dat ik roestkleurig had gezien? Ik zocht informatie, maar kon niets vinden. Ik sprak erover, maar niemand kon mijn herinnering bevestigen. Als het inderdaad hetzelfde werk was, moet iemand ooit besloten hebben dat het werk een kleurtje moest krijgen. Wie en wanneer?
Een andere, misschien wel belangrijker vraag is waarom het werk naar de overkant van de Heyendaalseweg is verhuisd. Op de website van Jan Jacobs Mulder lezen we:
De begrenzing van de stad en het universiteitsterrein was onduidelijk en sculpturen van een stevige maat zouden daarin verandering kunnen brengen. Mij werd gevraagd een masterplan te ontwikkelen en één van de grenstekens te ontwerpen.
Doordat we in Nederland rechts rijden en aan de linkerkant tegemoet komend verkeer is, staan verkeersborden en andere markeringstekens rechts van de weg. Dus de hoek van de Heyendaalseweg en de Kapittelweg was een logische plek. Komend vanuit de stad, net over het viaduct, zag je als fietser of als automobilist dat kolossale kunstwerk. Je gaat nu een andere wereld binnen, de wereld van de wetenschap, van de universiteit, maakte het werk je duidelijk.
Op de website Kunst op straat van de gemeente Nijmegen is te lezen dat het werk in 2008 ‘in verband met herinrichting van het gebied’ verhuisd is naar de overkant. Begrijpelijk, maar tegelijkertijd ook ongelukkig. Van signaal dat je een bijzondere wereld betreedt, verwerd het kunstwerk tot een markering dat je terugkeert naar het gewone leven. Daarbij was het strenge, indringende van de roestkleur letterlijk weggeveegd onder de lieflijke blauwe verf.
Hoe de kunstenaar hier over dacht, kunnen we hem helaas niet meer vragen. Jan Jacobs Mulder overleed afgelopen weekend. Als een soort eerbetoon plaatste ik een foto van The Blue Borderline op social media. Daarop kreeg ik diverse reacties dat het werk ooit roestkleurig was, dus inderdaad precies zoals ik me altijd al herinnerde.
door Peter Zunneberg
De zomer 1, gedicht van H.H. ter Balkt
Gevonden in de De Wetstraat in Hengelo door Angelie Braakman
door Peter Zunneberg
Het menselijk geluk, gedicht van Willem Wilmink
Gevonden door Johan Koning in de Wemenstraat in Hengelo