Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • Op zoek naar Schwind
  • Contact

Dwarskijken: Zijaanzicht

26 maart 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Het zijaanzicht vol in het licht verbindt Artemisia Gentileschi's Zelfportet als de allegorie van de schilderkunst met het filmaffiche van Kom hier dat ik u kus.

Het is één van de meest intrigerende zelfportretten die ik ken: Artemisia Gentileschi’s Zelfportret als de allegorie van de schilderkunst. Wat zien we? Een vrouw die druk aan het schilderen is, penseel in de rechter hand, palet in de linker. Hoofd lichtjes naar links gebogen, blik geconcentreerd op het doek, dat zich buiten het beeld bevindt. We zien de vrouw van opzij vol in het licht, dat op haar linker schouder haar groene jurk doet glimmen. In haar haar zitten wat plukken los en op haar rechter hand en pols zien we vlekken van de verf. Om haar hals draagt ze een ketting. Wat er aan hangt is even zoeken. De ruimte waar de vrouw aan het werk is, is verder niet gedefinieerd. De hele achtergrond is bruin en ook de hanger aan de ketting oogt bruinig, maar is waarschijnlijk van goud. Aandachtig kijken leert dat het een soort maskertje is. En dat is van wezenlijke betekenis bij de duiding van dit schilderij als allegorie van de schilderkunst. Dat allegorieën altijd als vrouw werden voorgesteld bood Gentileschi als een van de weinigen van haar tijd de mogelijkheid er een zelfportret van te maken.

In Nijmegen hangt bij de ingang van Arthouse LUX al ruim drie maanden de aankondiging dat Kom hier dat ik u kus, de verfilming van het boek van Griet Op de Beeck, daar vanaf 10 december te zien zou zijn. Omdat die datum ook ongeveer het moment was waarop de huidige lockdown inging, is de banner niet vervangen. We zien een vrouw en profil. Het is een beeld dat lijkt te botsen met de titel van de film, maar misschien dat de context iets kan verklaren. Alleen ontbreekt die vooralsnog, omdat nog bijna niemand de film heeft kunnen zien. In ieder geval herinnert het affiche mij elke keer aan Artemisia Gentileschi’s Zelfportret. Het zijaanzicht, vol in het licht, de blik omhoog.

De vrouw op het filmaffiche zou, met haar in de verte, zomaar door een raam naar de maan kunnen staren. De maan, die ook een rol speelt in het schilderij. Op 20 oktober 2020 besprak kunsthistorica Wieteke van Zeil in haar rubriek Oog voor detail het schilderij Judith en haar bediende. In dat stuk legde ze een verband tussen het licht dat op het gezicht van Judith valt en de kunstenares. Artemisia is genoemd naar Artemis, de Griekse godin niet alleen van de jacht, maar ook van de maan. Als we met die informatie nog eens kijken naar het Zelfportret, hebben we ineens een verklaring voor die dynamische, maar ongewone compositie. De houding van de schilderende vrouw weerspiegelt een wassende maan.

Misschien is het allemaal vergezocht, maar ik kan het zelfportret en het filmaffiche in ieder geval niet meer los zien van elkaar, zonder dat ik niet ook aan de maan moet denken.

Dwarskijken, zijaanzicht, Artemisia Gentileschi

Categorie: Dwarskijken, film, schilderkunst Tags: Artemisia Gentileschi, Nijmegen

Dwarskijken: Abbott en Mondriaan – lijnen en hoeken

27 februari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Berenice Abbott, Piet Mondriaan, New York, Dwarskijken

Ergens in 1936 heeft fotografe Berenice Abbott haar fotocamera neergezet op het kruispunt van Pike Street en Henry Street in Lower Manhattan. Ik zeg bewust neergezet, want de foto die ze heeft gemaakt kan niet gemaakt zijn met een compact-camera, zoals die destijds sinds een jaar of tien op de markt waren. De scherptediepte en verticale lijnen van de gebouwen zou ze niet hebben kunnen bereiken met een camera die ze in haar hand moest houden.
Wat zien we op de foto Pike and Henry Street, New York City, 1936? We zien een straatbeeld op Pike Street, de straat die onderaan Manhattan Bridge uitkomt op de East River. Waar de huizen al groot zijn, valt eens te meer op hoe indrukwekkend en monumentaal de brug is. Henry Street uit de titel zien we niet, die steekt Pike Street over en is dus alleen van belang om te bepalen waar Abbott precies heeft gestaan.
In de straat zien we bedrijvigheid: er lopen mensen , sommige maken een praatje, links en rechts staan een paar auto’s geparkeerd.  Midden in het beeld zien we een detail dat duidelijk maakt dat het een tijd van overgang naar een nieuwe tijd is: links vanuit Madison Street zien we een leverancier met paard en wagen Pike Street oversteken. Auto’s zijn in de meerderheid, maar paard en wagen zijn nog steeds niet uit het straatbeeld verdwenen.
De Manhattan Bridge op de achtergrond was op 31 december 1909 in gebruik genomen. Na de Brooklyn Bridge en de Williamsburg Bridge was de Manhattan Bridge de derde brug die Lower Manhattan verbond met Brooklyn. En net als op de Williamsburg Bridge was er ruimte voor auto- en treinverkeer. De brug was dus in 1936 niet nieuw en niet uniek. En toch maakte Berenice Abbott er een iconische foto van.
In 1931 schilderde Piet Mondriaan Ruitvormige compositie met twee lijnen. Eigenlijk deugt die titel niet, want het is geen ruit, maar een vierkant. Maar omdat Mondriaan het kader 45 graden draaide wordt het ruimvormige compositie genoemd. In het compleet witte vlak schilderde hij twee zwarte lijnen, één horizontaal en één verticaal. Vlakbij de linker onderrand kruisen de lijnen elkaar. Tegenwoordig is het schilderij eigendom van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daar was het sinds 1951 al te zien, maar eigenaar was de gemeente Hilversum. Die bood het werk in 1987 aan op een veiling om uit de opbrengst het monumentale theater Gooiland te kunnen opknappen. Er ontstond de nodige ophef over de handelswijze van Hilversum, de omgang met cultureel erfgoed, maar ook over het schilderij zelf. Dat er uiteindelijk 2.500.000 gulden betaald werd voor een schilderij dat ogenschijnlijk zo simpel was, was voor velen onverteerbaar.
Er is nauwelijks een groter contrast denkbaar dan tussen Abbotts foto van Lower Manhattan en Mondriaans schilderij. En toch is er verwantschap. En dat heeft te maken met de lijnen en de hoeken. De lijnen van Mondriaan staan haaks op elkaar in een hoek van negentig graden. De horizontale lijn is iets breder dan de verticale. Dat geven levert binnen het diagonale kader een ongekende spanning op. Alles klopt aan het schilderij, elke ingreep, hoe minimaal ook, zou daar afbreuk aan doen.
In Abbotts foto heb je te maken met ruimte en perspectief, iets wat bij Mondriaan geheel ontbreekt. Maar neem de lengteas van Pike Street en de lengteas van Manhattan Bridge en je ziet dat ze elkaar spiegelen en dat ze elkaar buiten het beeld zouden kruisen. Die lijnen en dat denkbeeldige kruispunt worden als het ware ingekaderd door de perfecte verticale lijnen van de gebouwen.
Anders dan bij Mondriaan lopen de lijnen bij Berenice Abbott niet in een hoek van negentig graden, het zal eerder iets van 120 graden zijn. Maar net als bij Mondriaan is de hele voorstelling akelig exact en daardoor ongekend spannend.

Categorie: Dwarskijken, fotografie, schilderkunst Tags: Berenice Abbott, New York, Piet Mondriaan

Dwarskijken: Priemgetallen

28 januari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Ouka Leele, Mirjan van der Meer, Dwarskijken

Ruim een jaar geleden bezocht ik fotomuseum FOAM in Amsterdam. Ik wilde er de overzichtsexpositie zien van Brassaï, die al eens eerder langs kwam in deze rubriek. Nadat ik twee keer door de zalen was gelopen – een keer om een totaalindruk van de expositie te krijgen en nog een keer om de geselecteerde werken uitgebreider te bekijken – , was in wel toe aan een kop koffie en iets te eten. Rechts van mijn tafeltje werd ik vanaf een grote affiche aangestaard door een jonge vrouw met een rietje in haar mond en haar hoofd omgeven door citroenschijven, als waren het krulspelden. In haar blik viel van alles te lezen: eigenzinnigheid (“ik doe waar ik zin in heb”), wantrouwen (“waar bemoei jij je mee”), maar ook iets van afweer (“laat me met rust”). Het zijn emoties die nauw verwant zijn en juist dat gebrek aan eenduidigheid maakt de foto spannend. Dat het helemaal niet ging om de blik, maar om de citroenen – het affiche was voor de expositie Feast fort he Eyes – The Story of Food in Photography – is een heel ander verhaal. Bij de foto had ik direct een associatie. In 2009 publiceerde de Italiaanse schrijver Paolo Giordano De eenzaamheid van de priemgetallen. Het is het verhaal van de jonge mensen Mattia en Alice en hun vriendschap, terwijl ze mar moeilijk tot vriendschap in staat zijn. Op de omslag zien we een meisje / jonge vrouw, met het hoofd en trois quart (dus niet frontaal of in profiel, maar precies er tussenin) en de ogen gericht op de toeschouwer. Net als op de affiche dus, alleen hier geen citroenen, maar bladeren. En bovendien een blik waarin van alles te lezen valt.
Als ik zoiets zie, wil ik er meer van weten. Bijvoorbeeld of het dezelfde fotograaf is. Dat blijkt niet het geval: de vrouw met de citroenen is van de Spaanse fotografe Ouka Leele, heeft als titel Peluqueria limones (wat zoveel betekent als citroenenkapsel) en dateert uit 1979. Het priemgetallenmeisje is van de Friese fotografe Mirjan van der Meer. Van wanneer de foto dateert kan ik nergens vinden. Mogelijk is hij speciaal voor het boekomslag gemaakt.
De foto’s van Ouka Leele hebben iets buitenissigs en zijn twijfel verwant aan het surrealisme van Salvador Dali en cineast Luis Bunuel. Veel opvallende kleuren, nadrukkelijk in scène gezet of zelfs gemonteerd. De foto’s van Mirjan van der Meer zijn veel meer ingetogen. Op haar website noemt ze  Sigur Rós, John Keats, J.R.R Tolkien, Marianne Fredriksson en BBC Costume drama als inspiratiebronnen, maar stelt ze ook dat er een sleutelrol is voor de natuur. Het is met Leele en Van der Meer bijna als met Giordano’s personages Mattia en Alice: ze zijn tegenpolen, maar heel even raken ze elkaar bijna, zoals bijvoorbeeld de priemgetallen 9929 en 9931.

Categorie: Dwarskijken, fotografie Tags: Mirjan van der Meer, Ouka Leele

Dwarskijken: Sneuvelen

19 januari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

In de boeken van Jane Austen wordt niet gesneuveld. Hoewel, geregeld sneuvelen er reputaties, maar niemand gaat dood op het slagveld. Op Netflix is op dit moment de serie Bridgerton ongekend populair. Het is een soort 21st-century-Austen, gebaseerd op de boeken van Julia Quinn. Daarin sneuvelt wel iemand – ik verklap uiteraard niet wie -, maar er is bovendien een interessant detail dat mij op dit thema brengt.

Bridgerton, Stervende Galliër

Still uit Bridgerton, e. 7 met beeld van de Stervende Galliër

In episode 7 zien we Daphne Bridgerton en Simon, Duke of Hastings, in Hastings House, zijn huis in Londen. In de hal staat een beeld, dat in de kunstgeschiedenis bekendstaat als Stervende Galliër. Waar ik pas al schreef over Il Porcellino, het wilde zwijn bij Harry Potter, dateert ook het beeld van de stervende Galliër uit de hellenistische periode,, mogelijk gemaakt tussen 230 en 220 v. Chr.. Maker van het beeld zou Epigonus zijn, die door Plinius de Oudere is aangewezen als hofbeeldhouwer van Attalus I, heerser van Pergamon. Het zou gaan om een krijger die door het leger van Attalus is overwonnen. Daarbij is de term Galliër verwarrend. Je bent geneigd om aan Frankrijk te denken, maar ook de bewoners van Anatolië, Galaten, werden als Galliër beschouwd. Het beeld is erg realistisch, je ziet de krachten uit de krijger wegvloeien. Op zijn borst is duidelijk de wond waaraan hij zal bezwijken zichtbaar. Het beeld is als marmeren kopie te zien in de Capitolijnse musea in Rome. En ook van dit beeld zijn op talloze plekken wereldwijd kopieën te vinden.
Ik heb me altijd over het beeld verwonderd, omdat het maakproces zo haaks staat op wat is afgebeeld. Het moment van sterven duurt seconden of hooguit minuten. Maar het maken van dit beeld heeft misschien wel maanden gekost. Ik ken weinig andere beelden die zo nadrukkelijk een momentopname laten zien.
Ruim twintig eeuwen na het ontstaan van dit beeld werd de fotografie uitgevonden. En als er een medium geschikt is voor momentopamen, dan is het de fotografie wel. De meest iconische foto van een sneuvelende soldaat maakte Robert Capa in op 5 september 1936 tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het is zelfs bekend hoe de soldaat heet: Federico Borrell Garcia. Mogelijk poseerde hij voor Capa, toen hij werd verrast en doodgeschoten door een Spaanse falangist. Zelf heeft Capa verklaard dat hij vanuit een loopgraaf fotografeerde met zijn camera boven zijn hoofd en dat hij op het moment zelf niet gezien heeft, wat hij vastlegde. Ook wordt er beweerd dat de foto in scène is gezet. Wat de waarheid is, zal wel nooit meer achterhaald worden.
Net als de stervende Galliër heeft ook Borrell zijn plek in de beeldhouwkunst gekregen. Op het huis in Benilloba waar hij werd is geboren, is een monument aangebracht, gebaseerd op Capa’s foto. Het is niet bekend wie het gemaakt heeft.

Dwarskijken, Stervende Galliër, Robert Capa

Foto links Antmoose; foto rechts Joanbanjo

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, fotografie Tags: Robert Capa, Stervende Galliër

Dwarskijken: Pietro Tacca en de art directors

4 januari 2021 door Peter Zunneberg

Pietro Tacca, Harry Potter, Florence
Zoals wel vaker keken we in de periode rond kerst en oud en nieuw weer eens alle Harry Potter-films. In Harry Potter and the Deathly Hallows part 2 viel me een detail op. Als Harry moet vluchten uit de Room of Requirement, omdat de boel in brand is gestoken door één van de vriendjes van Draco Malfoy, staat daar een beeld van een wild zwijn. Dat beeld is bekend uit de kunstgeschiedenis. Maker was Pietro Tacca, leerling van Giambologna in Florence. Oorspronkelijk was het beeld bedoeld voor de Boboli-tuinen, maar al snel kreeg het een plek op de Mercato Nuovo in Florence. Daar werd het beeld erg populair door een soort bijgeloof dat de Schotse schrijver Tobias Smollett al beschreef in zijn Travels through France and Italy uit 1766. Je legde een muntje in de bek van het zwijn en je wreef over zijn snuit voor geluk (een gebruik bij beelden waar ik al eens eerder over schreef). Inmiddels is het originele beeld van Tacca verhuisd naar Museo Bardini en is het beeld bij de Fontana del Porcellino vervangen door een replica.

Het is niet de enige replica. Tacca’s everzwijn is tientallen malen gekopieerd en staat wereldwijd op allerlei plekken. Alleen in de Verenigde Staten is il porcellino al zo’n twintig keer te vinden. Ook zijn er kopieën in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk (twee keer), Groot-Brittannië (zeven stuks!), Italië, Noorwegen, Spanje en Zweden en in Australië, Canada en Japan.
Ook Tacca’s bronzen everzwijn is niet helemaal origineel. Tacca maakte het beeld naar een marmeren origineel dat in de zestiende eeuw in Rome is gevonden. Het origineel is hellenistisch, het is een voorbeeld van een beeld uit een periode waarin de beeldhouwkunst zich ontwikkelde richting naturalisme. Het was de bankiersfamilie van de Medici uit Florence die ervoor zorgde dat het beeld van Rome naar Florence kwam.

Eigenlijk is het wel grappig dat het beeld in de Harry Potter-film te vinden is in de Room of Requirement, de kamer van benodigdheden. De school van Harry Potter heet Hogwarts, Zweinstein in het Nederlands. Door die verwijzing naar een zwijn, is de art direction ongetwijfeld bij het beeld van Tacca terechtgekomen. Maar uiteindelijk hebben zij er niets mee gedaan en heeft het beeld geen speciale betekenis. Eigenlijk is het niet echt required.

Harry Potter, Pietro Tacca, Porcellino

Still uit Harry Potter and the Deathly Hallows, part 2

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, film Tags: Florence, Harry Potter, Pietro Tacca

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Dante Alighieri Den Bosch Den Haag Deventer Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Steyl Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink William Shakespeare Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2021 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]