Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • Op zoek naar Schwind
  • Contact

De verdwenen kamer van Giny Vos

14 april 2020 door Peter Zunneberg 2 Comments

Giny Vos, De verlichte kamer, Limospark, Nijmegen

Hij kan het niet geloven dat het gebouw tegenover Villa Geldersch Hof aan de Postweg in Nijmegen gesloopt is. Op twitter deelt de Romeinse jurist Riccardo zijn ergernis hierover. Op mijn reactie laat hij weten dat hij er twintig jaar geleden gewoond heeft, toen hij een jaar lang in Nijmegen studeerde. In 2006 was hij nog eens terug en stond het er nog. Pallas House heette het.

Op zoek naar extra informatie kom ik niets tegen. Ik ken wel de verhalen over het LIMOS-terrein, dat er achter de Prins Hendrikkazerne en naast het bijbehorende militair hospitaal een gebouw stond waar buitenlandse officieren onderdak werd geboden. Later zal dit hetzelfde gebouw zijn geweest, waar bureau buitenland van de (toen nog) Katholieke Universiteit Nijmegen buitenlandse studenten onderbracht. Maar makkelijk iets terugvinden is niet mogelijk

Nadat de Luchtmacht Instructie en Militaire Opleidingen School (LIMOS) in 1995 vertrokken was, gebeurde er enige tijd niets met het terrein. Toen het heringericht werd, kwam er woningbouw, kreeg een deel van de bestaande bebouwing een andere functie en werd een groot deel van het terrein ingericht als stadspark. Het Pallas House werd ontmanteld, letterlijk. Twee muren en een vloer op de eerste verdieping bleven gespaard. De constructie kreeg een bestemming als kunstwerk.

Lichtkunstenaar Giny Vos ontwierp een soort tl-buis-constructie van een tafel en een stoel die ’s avonds gelijk met de straatverlichting begon te branden. De verlichte kamer noemde ze het. Het bijzondere was dat het lichtkunstwerk buiten de muren van het oorspronkelijke pand trad. Het kunstwerk van Vos herinnerde aan de geschiedenis van het pand als gastenverblijf. Ik vond het prachtig. Het werk straalde uit dat gastvrijheid zich niet door muren laat beperken.

Helaas was het werk geen lang leven beschoren. De oplichtende buizen bleken een dankbaar object om te slopen, waardoor eigenlijk alleen de oude structuur van het gebouw voortdurend zichtbaar was en niet de verlichting die zoveel aan betekenis toevoegde. Uiteindelijk besloot de gemeente Nijmegen alles met de grond gelijk te maken. Er is weinig dat eraan herinnert. Op de website Kunst op straat in Nijmegen wordt Giny Vos nog wel genoemd. Maar wie op haar naam klikt, komt op een blanco pagina. 0 resultaten staat er even overbodig als wrang. Zou het niet veel mooier zijn als de website ook kunstwerken die niet meer te zien zijn, in herinnering houdt? Het is maar een suggestie.

NB. Op haar website staat een overzicht van al het werk van Giny Vos te zien. Daar zijn ook foto’s te zien van De verlichte kamer. De foto bij dit stuk, gemaakt door Gert Jan van Rooij, gebruik ik met haar toestemming.

Limospark, Nijmegen, Giny Vos

Filed Under: Kunstcolumn, omgevingskunst Tagged With: Giny Vos, Nijmegen

Nieuw gezicht van Nijmegen

8 april 2020 door Peter Zunneberg 2 Comments

Romeins masker, Museum Het Valkhof Ergens tussen het jaar 100 en 200 kan hij het verloren zijn, maar misschien heeft de Romein die eigenaar was van het masker het bewust weggegooid, misschien wel omdat zijn diensttijd erop zat. Misschien was de eigenaar zelfs geen Romein, maar een Bataaf, die als ruiter diende in het Romeinse leger. Het kan dus ook zijn dat het masker tijdens de Bataafse opstand van 69 verloren is. Evenmin is duidelijk of het masker een ceremoniële functie had was of dat het ook gedragen werd tijdens gevechtshandelingen.

Het duurde tot begin twintigste voor het weer boven water kwam. Letterlijk, want bij baggerwerken in de Waal werd het gevonden, in de buurt van waar nu de spoorbrug ligt. Zeer waarschijnlijk heeft het masker vastgezeten aan een helm, die verdwenen is. Maar op de plek van het voorhoofd is duidelijk een scharnier te zien. De Romeinse eigenaar kon dus zijn gezicht onthullen zonder zijn helm te hoeven afzetten. In 1915 kocht verzamelaar G.M. Kam het masker aan en sindsdien is het een van de topstukken van de Romeinse archeologie in Nijmegen, eerst in het museum dat Kam oprichtte, maar tegenwoordig in Museum Het Valkhof.

Toen jaren geleden plannen werden gemaakt voor de Spiegelwaal, het overstroomgebied voor hoog water, werden kunstenaars uitgenodigd met ideeën te komen. Andreas Hetfeld opperde om het Romeinse masker vele malen te vergroten en er een bijzondere plek van te maken waarvandaan je kon uitkijken over de stad. Niet alleen de financiering van het project moest Hetfeld oplossen, ook was er een praktisch probleem. Waar maak je een kunstwerk van zes meter hoog dat daarna in één stuk naar zijn plek gebracht kan worden. Het antwoord lag eigenlijk voor de hand: aan de Waal. Hetfeld voltooide het beeld in een hal van een rederij in Millingen. Het vervoer ging vervolgens uiteraard ook over water. Naam van het beeld? Het gezicht van Nijmegen.

Een echte onthulling was het beeld niet gegund. Vanwege corona, afstand houden en desondanks verwachte grote belangstelling, was op het laatste moment zelfs het tijdstip van transport aangepast. Diversen zullen voor niets langs de Waal hebben gestaan. Zo’n tweehonderd belangstellenden waren naar het eiland gegaan, om daar, op gepaste afstand van elkaar, de plaatsing te aanschouwen.

Bijna zeventig jaar is het beeld Mariken van Nieumeghen van Vera Tummers-van Hasselt het gezicht van Nijmegen geweest. Het beeld op de Grote Markt is gebaseerd op het mirakelspel van Mariken die haar ziel aan de duivel verkoopt. Zeer waarschijnlijk is het hele verhaal bedacht en is er nooit een Mariken geweest. Daarbij is de verbeelde Mariken aan grote twijfel onderhevig. Zie hoe zij op haar pink bijt. Misschien moeten we Mariken vervangen als gezicht van Nijmegen. Hetfelds Romeinse masker straalt, alleen al door de grootte, zelfbewustzijn uit. Voor mij zou Het gezicht van Nijmegen heel goed het níeuwe gezicht van Nijmegen kunnen zijn.

Het gezicht van Nijmegen, Andreas hetfeld, Nijmegen

Filed Under: beeldhouwkunst, Kunstcolumn, omgevingskunst Tagged With: Andreas Hetfeld, Nijmegen

Dwarskijken: basketball

27 januari 2020 door Peter Zunneberg Leave a Comment

 

Baketballer, Leiden, basket, München
Wie uit Katwijk richting Leiden rijdt, moet het opvallen: de reclame van Zorg en Zekerheid waarbij een basketballer een doelpoging onderneemt. Opmerkelijk is dat de bal slechts voor de helft tegen de gevel hangt. Zo ontstaat een trompe-l’euil-effect: de bal lijkt echt door de lucht te zweven.
De afstand van Leiden naar München is 675 kilometer. Waarom dat van belang is? Omdat de Leidse basketballer daar met zijn ‘driepunter’ doel kan treffen. Daar in de Barerstrasse op het dak van het Leibniz rekencentrum van de Technische Universiteit installeerde in 2012 Benjamin Bergmann een basket. Het ding hangt zo hoog dat bij somber weer de ring van de basket amper te zien is. Dat is ook wat Bergmann met zijn werk heeft willen laten zien, dat er grenzen zijn aan wat menselijkerwijs mogelijk is. Het werk heeft de veelzeggende titel Never Ever.
Ik ben wel benieuwd wat Bergmann vindt van het idee dat 675 kilometer verderop toch iemand een poging lijkt te doen om zijn ongelijk aan te tonen.

***** Update 11 juni 2020 *****

In de VPRO gids (#24 13 t/m 19 juni) aandacht voor Da 5 bloods, de nieuwste film van Spike Lee. Illustrator Gees Voorhees maakte de cover met verwijzingen naar eerdere films van Lee, maar ook met Lee zelf (rechtsboven) en zijn goede vriend Michael Jordan (linksonder) die een basketball heen en weer gooien, nadrukkelijk buiten het kader van de ramen waarachter zij zich bevinden.

Dwarskijken, basketball, Gees Voorhees, Spike Lee

Filed Under: Dwarskijken, omgevingskunst Tagged With: Benjamin Bergmann, Leiden, München

Muurmuseum: Dijs

12 december 2019 door Peter Zunneberg

David Bradley is een van de mensen die in 1981 voor IBM een computer ontwikkelde, die je met goed fatsoen de voorloper van de pc zou kunnen noemen. Voor als het apparaat vastliep, bedacht hij een soort nooduitgang. Door drie toetsen tegelijk in te drukken, kwam je op een pagina waar je programmaatjes een voor een kon stoppen. De toetsen waren control, alt en delete, Ctrl – Alt – Delete. Bradley zei ooit dat hij de toetsencombinatie had bedacht, maar dat het aan Bill Gates te danken was dat Ctrl – Alt – Delete beroemd geworden was. Vooral in de oudere versies van Windows was deze manier van rebooten geregeld noodzakelijk.

Carla Dijs is kunstenaar. Ze maakt vooral beelden, het vrouwelijk lichaam staat in haar werk centraal. Soms maakt ze ook ander werk. Zo schilderde ze in het voorjaar van 2013 drie woorden op drie bedrijfshallen op en rond het Honig-terrein in Nijmegen: Return, Enter, Delete. Het markeerde het begin van een tijdelijke situatie, waarin het Honig-complex voor een aantal jaren een creatieve broedplaats zou zijn. Met de onmiskenbare verwijzing naar de computerwereld duidde Dijs hier op de zachte reboot van de directe omgeving. Tegelijk nodigde ze de bezoeker uit om naar binnen te gaan, enter, en geregeld terug te keren, return. Het delete was de omineuze boodschap dat het allemaal maar tijdelijk was en op termijn zou verdwijnen.

Inmiddels zijn we ruim zes jaar verder. Het terrein wordt in sneltreinvaart herontwikkeld. Twee hallen zijn al gesloopt, Return en Enter zijn al verdwenen. Ironisch genoeg staat alleen Delete nog. Ook deze hal zal gaan verdwijnen. Maar zou het niet mooi zijn als, ergens op het terrein, deze wand behouden zou blijven?

Carla Dijs, Nijmegen

Filed Under: Muurmuseum, omgevingskunst Tagged With: Carla Dijs, Nijmegen, Return - Enter - Delete

Jan Jacobs Mulder en de kunst van het herinneren

20 september 2019 door Peter Zunneberg 2 Comments

In 1982 kwam ik voor het eerst in Nijmegen. Een vriend was hier gaan studeren en ik logeerde een paar dagen bij hem. Ik herinner me dat ik, onderweg naar de universiteit, op de hoek van de Heyendaalseweg en de Kapittelweg, werd getroffen door een groot kunstwerk van roestige stalen platen.

Evert Strobos, Hengelo

Evert Strobos, ‘n.a.v. Stonehenge’, gemeentelijk kunstbezit Hengelo

Evert Strobos, dacht ik direct. In Hengelo, waar wij beiden op school hadden gezeten en ik nog altijd woonde, was Strobos the talk of the town. Eind jaren ’70 maakte hij furore met grote cortenstalen werken in de openbare ruimte. In mijn omgeving hoorde ik vooral afkeurende geluiden. Ik vond het wel intrigerend. Maar niet meer dan dat.
In 1987 begon ik in Nijmegen aan de studie Kunstgeschiedenis. Of de stalen platen er toen nog stonden en of ze nog roestkleurig waren, herinner ik me niet meer.

Een aantal jaar geleden begon ik me te interesseren voor kunst in de openbare ruimte en dan vooral in Nijmegen. Ik begon erover te lezen, fotografeerde beelden en zocht naar informatie over de kunstenaars. Zo kwam ik erachter dat een groot kunstwerk langs de Heyendaalseweg The Blue Borderline heette en gemaakt was door kunstenaar Jan Jacobs Mulder. Dat vond ik vreemd. Was dit niet hetzelfde werk dat eerst roestkleurig was? En hoe zat het dan met dat Blue in de titel?
Op de website van de kunstenaar staat dat het werk is gemaakt van beschilderd cortenstaal en dat het geplaatst is in 1980. Was dit inderdaad het werk dat ik roestkleurig had gezien? Ik zocht informatie, maar kon niets vinden. Ik sprak erover, maar niemand kon mijn herinnering bevestigen. Als het inderdaad hetzelfde werk was, moet iemand ooit besloten hebben dat het werk een kleurtje moest krijgen. Wie en wanneer?

Een andere, misschien wel belangrijker vraag is waarom het werk naar de overkant van de Heyendaalseweg is verhuisd. Op de website van Jan Jacobs Mulder lezen we:
De begrenzing van de stad en het universiteitsterrein was onduidelijk en sculpturen van een stevige maat zouden daarin verandering kunnen brengen. Mij werd gevraagd een masterplan te ontwikkelen en één van de grenstekens te ontwerpen.
Doordat we in Nederland rechts rijden en aan de linkerkant tegemoet komend verkeer is, staan verkeersborden en andere markeringstekens rechts van de weg. Dus de hoek van de Heyendaalseweg en de Kapittelweg was een logische plek. Komend vanuit de stad, net over het viaduct, zag je als fietser of als automobilist dat kolossale kunstwerk. Je gaat nu een andere wereld binnen, de wereld van de wetenschap, van de universiteit, maakte het werk je duidelijk.

Jan Jacobs Mulder, The Blue Borderline, Radboud Universiteit
Op de website Kunst op straat van de gemeente Nijmegen is te lezen dat het werk in 2008 ‘in verband met herinrichting van het gebied’ verhuisd is naar de overkant. Begrijpelijk, maar tegelijkertijd ook ongelukkig. Van signaal dat je een bijzondere wereld betreedt, verwerd het kunstwerk tot een markering dat je terugkeert naar het gewone leven. Daarbij was het strenge, indringende van de roestkleur letterlijk weggeveegd onder de lieflijke blauwe verf.
Hoe de kunstenaar hier over dacht, kunnen we hem helaas niet meer vragen. Jan Jacobs Mulder overleed afgelopen weekend. Als een soort eerbetoon plaatste ik een foto van The Blue Borderline op social media. Daarop kreeg ik diverse reacties dat het werk ooit roestkleurig was, dus inderdaad precies zoals ik me altijd al herinnerde.

Filed Under: beeldhouwkunst, omgevingskunst Tagged With: Evert Strobos, Hengelo, Jan Jacobs Mulder, Nijmegen, Radboud Universiteit

Next Page »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Amsterdam anoniem Arnhem Gent Hengelo Leiden Moritz von Schwind Nijmegen stadsdichter Utrecht

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2021 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]