
Ons huis van vroeger, gedicht van Willem Wilmink
Gevonden in de Javastraat in Enschede

Cultuur ligt voor het oprapen
door Peter Zunneberg
Ons huis van vroeger, gedicht van Willem Wilmink
Gevonden in de Javastraat in Enschede
door Peter Zunneberg Reageer
Coenraad ter Kuile (1781-1852) begon zijn werkzame leven in de textielfabriek die zijn vader Engelbert in hun woonplaats Enschede had opgezet. Hij was erg technisch en bedacht voor de fabriek diverse vernieuwingen. Maar Ter Kuiles hart lag bij de sterrenkunde. Zo ontwikkelde hij een tellurium, een toestel dat de baan van de zon rond de aarde zichtbaar maakt. Maar zijn tellurium was tevens een lunarium, dat de baan van de maan om de aarde toont. Helaas is het toestel in 1862 bij een grote stadsbrand verloren gegaan.
Wat wel bewaard is gebleven is Ter Kuiles zonnewijzer, die nog altijd te zien is in de zuidmuur van de Grote Kerk in Enschede. Direct eronder is een steen ingemetseld die herinnert aan Coenraad ter Kuile. De tekst is op rijm, maar wie de dichter is, is niet bekend.
Herinnering Moog deez’ steen bewaren
Coenraad ter Kuile aan Uw naaM,
Gij die in werktuigkunde erVaren.
In sterrenkunde ook waart bekWaam!
In achttien honderd zesendertig
Plaatste Uwe hand hier aan den muur
Deez’ zonnewijzer zeer vernuftIg,
Die ons doet kennen dag en uur.
Dat het geen hoogstaande poëzie is, is nog tot daar aan toe. Maar alsof een prettig rijmende tekst al niet lastig genoeg was, heeft de schrijver het zich nog moeilijker gemaakt. Bij het lezen vallen direct de hoofdletters midden in woorden op: naaM, bekWaam. Het zijn de kenmerken van een chronogram, een tekst, al dan niet in het Latijn, met de M, D, C, L, X, V en I als hoofdletters. Het zijn Romeinse cijfers die bij elkaar opgeteld een jaartal vormen. Dat jaartal zou in Ter Kuiles geval 1836 kunnen zijn, het jaar waarin hij zijn zonnewijzer plaatste. Maar dat jaartal blijkt in de tekst ook al voluit geschreven. Bovendien, met een M in Moog en een M in naaM kom je al op 2000. Daarbij heeft de dichter de m in bekWaam en die in muur niet gebruikt. Ook de hoofdletters aan het begin van de zinnen dragen niet bij aan een helder begrip van de tekst. Moeten we de D van Deez’ en van Die wel of niet meetellen? En omdat de Romeinen geen onderscheid maakten tussen U en V zou de U uit Uw en Uwe wel meetellen, maar die uit muur, uur en diverse andere niet.
Hoe het ook kan, is te zien op een steen, die is ingemetseld in de Sint Petruskerk in Uden. In 1881 schreef de toenmalige pastoor Antonius Spierings in een brief over de plannen om een nieuwe Sint Petruskerk te bouwen. Dat werd noodzakelijk toen enkele jaren later de oude afbrandde. In 1890 werd de nieuwe kerk gewijd. Wie de rode letters achter elkaar zet, MDCCCLXXVVIIIIIIIIII, komt ook bij dat jaartal uit. In de tekst SannCto Petro Me VnXIt ADrIanVs Leone XIII PontIfICe AntonIo SpIerIngs ParoCho,staat een verwijzing naar de kerk aan wie de kerk gewijd is, Sancto Petro, naar de bisschop die dat deed, Adrianus Godschalk, naar de paus Leo XIII en naar de pastoor Antonius Spierings. Eigenlijk kunnen alleen de eerste twee regels vertaald worden: aan de heilige Petrus heeft Adrianus mij gewijd. Om het jaartal kloppend te krijgen mocht de achternaam van de bisschop niet vermeld worden, werd pontifex pontifice en werd Antonius Antonio. Wat wel slim gedaan is, is het onderscheid tussen hoofdletters de de rood gekleurde Romeinse cijfers. Toegegeven, het is nog steeds een beetje gekunsteld, maar het jaartal klopt. En dat is bij een chronogram het belangrijkste.
Ik ga vaker aandacht besteden aan chronogrammen. Heb je er een gevonden, stuur me dan een foto met vermelding van de vindplaats.
door Peter Zunneberg
Afscheid, gedicht van Moes Wagenaar
Gevonden op een prullenbak in de Doctor Benthemstraat in Enschede
Afscheid
Ik gaf je thee
je dronk het op.
De blaadjes bleven kleven
in de schaal van metaal.
Ik at een ei
het wit het geel.
Ik at het leeg
en jij vertrok.
De natte thee ging uit het ei.
In de lege dop.
door Peter Zunneberg
Boeren en notabelen, gedicht van Jos Eertink
Gevonden op het Boerenkerkhof, langs de H.B. Blijdensteinlaan in Enschede
door Peter Zunneberg Reageer
‘Moederziel alleen’ en ‘eenzaam’ noemde Wieteke van Zeil het Torentje van Drienerlo van Wim T. Schippers in de vijver van de Universiteit Twente in Enschede, in haar reeks Kijken op gevoel. Maar is dat wel zo? Ik denk het niet en om dat te onderbouwen is een stukje Europese geschiedenis noodzakelijk.
Na de Eerste Wereldoorlog kreeg Italië als een soort herstelbetaling voor al het oorlogsleed een deel van Oostenrijk, Süd Tirol. De bewoners van het gebied waren er niet gelukkig mee, het overkwam hen, geraadpleegd werden ze niet. Veel veranderde er aanvankelijk niet voor hen, zo bleven ze het dialect spreken dat verwant was aan het Duits. Nog altijd hebben de plaatsen in Süd Tirol, Alto Adige in het Italiaans, een Duitse en een Italiaanse naam. Het bergachtige gebied was grotendeels agrarisch en tamelijk armoedig. Marco Balzano beschrijft het allemaal in zijn roman Ik blijf hier.
Alles werd anders toen Benito Mussolini aan de macht kwam, Duits spreken bijvoorbeeld was niet langer toegestaan. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, groeide de hoop dat Süd Tirol weer Oostenrijks zou worden en meldden talloze jonge mannen zich vrijwillig aan voor het Duitse leger. Anderen doken onder om zo de Italiaanse dienstplicht te ontlopen. Dorpen raakten ontwricht en families verscheurd. Tegen die achtergrond zijn er ook nog de plannen om in het gebied, dat verder weinig tot niets opleverde een stuwdam te bouwen, om zo te kunnen voorzien in de stijgende vraag naar energie. Bij de bouw van die dam in 1950 verdween het dorp Curon Venosta (Graun im Vinschgau) onder water. Alleen de kerktoren bleef zichtbaar boven de waterspiegel. Over eenzaam gesproken.
Eigenlijk zou je kunnen stellen dat Wim T. Schippers met zijn Torentje van Drienerlo, in 1979, geen eenzaam kunstwerk schiep, maar de eenzaamheid van een ander ophief. Zijn torentje in de vijver is een geestverwant van de toren van Curon geworden. Een kunstwerk dat als het ware uitdraagt te weten hoe een ander zich voelt. Je zou ze Twin Towers kunnen noemen, als die naam niet zo beladen was geworden. In ieder geval is er door het bouwen van de een bij de ander van eenzaamheid geen sprake meer.