Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Dwarskijken: Parallelisme

9 maart 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Fort William is een stadje met nog geen 10000 inwoners in het westen van Schotland. Het is 1996 en de vriendinnen Orla, Manda, Finnoula, Kylah en Chell gaan er naar school bij de nonnen. Drank en seks lijken hun enige uitlaatklep. De vijf zingen in het schoolkoor onder leiding van Sister Condron, die zij onderling condom noemen. Daarmee houdt het gebruik van voorbehoedsmiddelen wel op. Twee van hun klasgenoten zijn ongewenst zwanger. Als het koor voor een competitie naar Edinburgh reist, gaan de vijf helemaal los.
Dit is in het kort de inhoud van de speelfilm Our Ladies. Gaandeweg krijgt de kijker inzicht in hun dromen en blijkt hun grote bek in sommige gevallen gepaard te gaan met een klein hartje. Interessant zijn het openingsshot en het slotbeeld. De vijf vriendinnen staan naast elkaar aan de rand van een meer met op de achtergrond bergen. Alle vijf dragen ze een lang wit gewaad en we zien hen op de rug. Alleen Orla heeft haar hoofd een kwartslag gedraaid. Haar zien we en profil. De voorstelling heeft iets mystieks, alsof er sprake is van een ritueel. Het doet een beetje denken aan schilderijen van het eind van 19e en het begin van de 20e eeuw.

Maurice Denis, Avril, 1892 (boven);
Ferdinand Hodler, Maggiadelta vor Sonnenaufgang, 1893 (onder)

In Frankrijk was Maurice Denis in 1890 een van de oprichters van de schildersgroep Les Nabis. De naam was afkomstig uit het Hebreeuws/Arabisch waar het zoveel betekent als de intellectuelen of de profeten. De groep had belangstelling voor mysticisme en esoterie. Het werk van Denis had bovendien vaak een religieuze inslag. Overigens was de groep geen lang leven beschoren. In Denis’ schilderij Avril, dat bedoeld was voor een meisjeskamer, lopen zes jonge vrouwen, net als bij het beeld van Our Ladies, geheel in het wit gekleed door een landschap.  
Heel anders is het werk van de Zwitser Ferdinand Hodler. Hodler, geboren in 1854, schilderde aan het begin van zijn carrière vooral landschappen. Later ontwikkelde hij zich richting symbolisme en jugendstil. Kenmerkend voor veel van zijn schilderijen is een compositie die hij zelf parallelisme noemde. Een soort symmetrie geeft de voorstelling extra lading. Zijn schilderijen dragen titels als Tag, Nacht, Blick in die Unendlichkeit of zoals hier Der Auserwählte. Compositorisch is er weinig overeenkomst met het filmbeeld. Maar in de scène uit Our Ladies en Der Auserwählte is het parallelisme duidelijk herkenbaar. Daarbij staan de vijf vriendinnen uit de film in een landschap met water en bergen. Ook dat is bij Hodler geregeld heel sterk terug te zien, bijvoorbeeld in Maggiadelta vor Sonnenaufgang. Je zou kunnen stellen dat Hodler zijn parallelisme zelfs heeft toegepast in zijn landschappen.

Categorie: Dwarskijken, film, schilderkunst Tags: Ferdinand Hodler, Maurice Denis, Our ladies

Op zoek naar Schwind (38): Wald

22 oktober 2021 door Peter Zunneberg 1 Reactie

Rettet den Wald! Met die leus verzette kunstenaar Joseph Beuys zich in 1971 tegen het rooien van het Grafenberger Wald bij Düsseldorf. Nu, het jaar waarin stilgestaan wordt bij Beuys’ geboorte, precies een eeuw geleden, organiseert Museum Het Valkhof een tentoonstelling, waarin getoond wordt hoe andere kunstenaars het stokje van Beuys hebben overgenomen en aandacht vragen voor het bos. Toevallig is het in 2021 ook honderdvijftig jaar geleden dat Moritz von Schwind overleed. En in zijn werk speelt het bos een prominente rol.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (38): Wald

Categorie: film, Op zoek naar Schwind, schilderkunst Tags: Adolf Friedrich von Schack, Arnold Böcklin, Joseph Beuys, Margit Lukász en Persijn Broersen, Moritz von Schwind

Dwarskijken: Ontmoetingen

13 juli 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Dwarskijken, ontmoetingen, Pieter d'Hont, Jacopo Pontormo, Bill Viola, Emile Estourgie

In de Archipelstraat in Nijmegen staat een beeld van Pieter d’Hont. Het gesprek heet het. Omdat ik het zo’n charmant beeld vind, heb ik er al vaak bij stilgestaan. Twee mannen op leeftijd staan met elkaar te smoezen. Het is eerder roddel die ze uitwisselen dan hoogstaande gedachten. Hoe ik dat weet? Door goed naar ze te kijken. Ze staan wat gebogen, misschien wel net te dicht bij elkaar en, niet onbelangrijk, ze hebben hun hoofddeksel in hun hand. Die hoofddeksels zijn belangrijk, want die verlenen hen doorgaans waardigheid. De man links heeft een vierkante bonnet in zijn handen, die verraadt dat hij priester is. De man rechts draagt een galero, een grote ronde hoed, die vooral door kardinalen gedragen werd. Niets menselijks is ons vreemd, drukt het beeld uit. Ook personen in een voorname functie hebben niet altijd voorname gesprekken.

In 1528-29 schilderde Jacopo Pontormo (geboren als Jacopo de’ Carucci, maar genoemd naar zijn geboorteplaats nabij Empoli) zijn Visitatie, die te zien is in het naburige Carmignano. In het schilderij ontmoet Maria, terwijl zij in verwachting is van Jezus, haar nicht Elisabeth, die in verwachting is van Johannes de Doper. Wat welbeschouwd niet meer is dan een toevallige ontmoeting van familieleden, is door de symboliek zwaar beladen. Je zou kunnen stellen dat deze ontmoeting aan de bakermat lag van twintig eeuwen westerse beschaving. Videokunstenaar Bill Viola baseerde in 1995 zijn The Greeting op Pontormo’s Visitatie. Het werk was bedoeld voor de Biennale in Venetië, maar is nog altijd in tal van musea te zien, zoals in De Pont in Tilburg. De ontmoeting is in extreme slow-motion gefilmd, waardoor de emotie van de beide vrouwen, het geluk over hun zwangerschap, wordt benadrukt en onherroepelijk iets sacraals krijgt.

Nooit eerder heb ik een verband gelegd tussen Het gesprek van d’Hont en de Visitatie van Pontormo. Maar pas viel me een tegeltableau op op de muur van een huis, nota bene een paar honderd meter verwijderd van Het gesprek. We herkennen duidelijk een man en een vrouw. Het zijn de naar elkaar gebogen hoofden van Het gesprek en de kleur die terug te zien is in Pontormo’s Visitatie, die me aan beide werken deed denken. Wie de maker is van het tegeltableau is onduidelijk. Het woonhuis is in 1950 ontworpen door Emile Estourgie (zoon van de bekende Nijmeegse architect Charles Estourgie), om er zelf te gaan wonen, maar ook kantoor te houden. Acht jaar later breidde Estourgie zijn huis uit met onder meer een garage. Uit die tijd dateert waarschijnlijk het tegeltableau, dat zich op de aanbouw bevindt. Het is mogelijk dat Estourgie het zelf ontwierp.
Dit tableau zal er in ieder geval voor zorgen dat ik voortaan op de Archipelstraat even aan Pontormo denk. Maar je kunt het ook zien als een schakel tussen Het gesprek en de Visitatie, drie kunstwerken die je laten nadenken over de betekenis van ontmoetingen. De handeling is in feite altijd hetzelfde, maar de ene ontmoeting is een dagelijkse, terwijl de andere een goddelijke blijkt.

De Visitatie van Jacopo Pontormo en The Greeting van Bill Viola
De Visitatie van Jacopo Pontormo en The Greeting van Bill Viola

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, film, schilderkunst Tags: Bill Viola, Jacopo Pontormo, Nijmegen, Pieter d'Hont

Dwarskijken: Zijaanzicht

26 maart 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Het zijaanzicht vol in het licht verbindt Artemisia Gentileschi's Zelfportet als de allegorie van de schilderkunst met het filmaffiche van Kom hier dat ik u kus.

Het is één van de meest intrigerende zelfportretten die ik ken: Artemisia Gentileschi’s Zelfportret als de allegorie van de schilderkunst. Wat zien we? Een vrouw die druk aan het schilderen is, penseel in de rechter hand, palet in de linker. Hoofd lichtjes naar links gebogen, blik geconcentreerd op het doek, dat zich buiten het beeld bevindt. We zien de vrouw van opzij vol in het licht, dat op haar linker schouder haar groene jurk doet glimmen. In haar haar zitten wat plukken los en op haar rechter hand en pols zien we vlekken van de verf. Om haar hals draagt ze een ketting. Wat er aan hangt is even zoeken. De ruimte waar de vrouw aan het werk is, is verder niet gedefinieerd. De hele achtergrond is bruin en ook de hanger aan de ketting oogt bruinig, maar is waarschijnlijk van goud. Aandachtig kijken leert dat het een soort maskertje is. En dat is van wezenlijke betekenis bij de duiding van dit schilderij als allegorie van de schilderkunst. Dat allegorieën altijd als vrouw werden voorgesteld bood Gentileschi als een van de weinigen van haar tijd de mogelijkheid er een zelfportret van te maken.

In Nijmegen hangt bij de ingang van Arthouse LUX al ruim drie maanden de aankondiging dat Kom hier dat ik u kus, de verfilming van het boek van Griet Op de Beeck, daar vanaf 10 december te zien zou zijn. Omdat die datum ook ongeveer het moment was waarop de huidige lockdown inging, is de banner niet vervangen. We zien een vrouw en profil. Het is een beeld dat lijkt te botsen met de titel van de film, maar misschien dat de context iets kan verklaren. Alleen ontbreekt die vooralsnog, omdat nog bijna niemand de film heeft kunnen zien. In ieder geval herinnert het affiche mij elke keer aan Artemisia Gentileschi’s Zelfportret. Het zijaanzicht, vol in het licht, de blik omhoog.

De vrouw op het filmaffiche zou, met haar in de verte, zomaar door een raam naar de maan kunnen staren. De maan, die ook een rol speelt in het schilderij. Op 20 oktober 2020 besprak kunsthistorica Wieteke van Zeil in haar rubriek Oog voor detail het schilderij Judith en haar bediende. In dat stuk legde ze een verband tussen het licht dat op het gezicht van Judith valt en de kunstenares. Artemisia is genoemd naar Artemis, de Griekse godin niet alleen van de jacht, maar ook van de maan. Als we met die informatie nog eens kijken naar het Zelfportret, hebben we ineens een verklaring voor die dynamische, maar ongewone compositie. De houding van de schilderende vrouw weerspiegelt een wassende maan.

Misschien is het allemaal vergezocht, maar ik kan het zelfportret en het filmaffiche in ieder geval niet meer los zien van elkaar, zonder dat ik niet ook aan de maan moet denken.

Dwarskijken, zijaanzicht, Artemisia Gentileschi

Categorie: Dwarskijken, film, schilderkunst Tags: Artemisia Gentileschi, Nijmegen

Dwarskijken: Pietro Tacca en de art directors

4 januari 2021 door Peter Zunneberg

Pietro Tacca, Harry Potter, Florence
Zoals wel vaker keken we in de periode rond kerst en oud en nieuw weer eens alle Harry Potter-films. In Harry Potter and the Deathly Hallows part 2 viel me een detail op. Als Harry moet vluchten uit de Room of Requirement, omdat de boel in brand is gestoken door één van de vriendjes van Draco Malfoy, staat daar een beeld van een wild zwijn. Dat beeld is bekend uit de kunstgeschiedenis. Maker was Pietro Tacca, leerling van Giambologna in Florence. Oorspronkelijk was het beeld bedoeld voor de Boboli-tuinen, maar al snel kreeg het een plek op de Mercato Nuovo in Florence. Daar werd het beeld erg populair door een soort bijgeloof dat de Schotse schrijver Tobias Smollett al beschreef in zijn Travels through France and Italy uit 1766. Je legde een muntje in de bek van het zwijn en je wreef over zijn snuit voor geluk (een gebruik bij beelden waar ik al eens eerder over schreef). Inmiddels is het originele beeld van Tacca verhuisd naar Museo Bardini en is het beeld bij de Fontana del Porcellino vervangen door een replica.

Het is niet de enige replica. Tacca’s everzwijn is tientallen malen gekopieerd en staat wereldwijd op allerlei plekken. Alleen in de Verenigde Staten is il porcellino al zo’n twintig keer te vinden. Ook zijn er kopieën in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk (twee keer), Groot-Brittannië (zeven stuks!), Italië, Noorwegen, Spanje en Zweden en in Australië, Canada en Japan.
Ook Tacca’s bronzen everzwijn is niet helemaal origineel. Tacca maakte het beeld naar een marmeren origineel dat in de zestiende eeuw in Rome is gevonden. Het origineel is hellenistisch, het is een voorbeeld van een beeld uit een periode waarin de beeldhouwkunst zich ontwikkelde richting naturalisme. Het was de bankiersfamilie van de Medici uit Florence die ervoor zorgde dat het beeld van Rome naar Florence kwam.

Eigenlijk is het wel grappig dat het beeld in de Harry Potter-film te vinden is in de Room of Requirement, de kamer van benodigdheden. De school van Harry Potter heet Hogwarts, Zweinstein in het Nederlands. Door die verwijzing naar een zwijn, is de art direction ongetwijfeld bij het beeld van Tacca terechtgekomen. Maar uiteindelijk hebben zij er niets mee gedaan en heeft het beeld geen speciale betekenis. Eigenlijk is het niet echt required.

Harry Potter, Pietro Tacca, Porcellino

Still uit Harry Potter and the Deathly Hallows, part 2

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, film Tags: Florence, Harry Potter, Pietro Tacca

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Oss Rome Rotterdam Rutger Kopland sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2022 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]