Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Lijntekening in de openbare ruimte

14 april 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Lijntekening, Amersfoort, André Pielage

In 2010 werd op het kruispunt Broerdijk-Hengstdalseweg in Nijmegen-Oost een rotonde aangelegd. Op de Broerdijk heeft in de Romeinse tijd zeer waarschijnlijk in noordelijke richting een aquaduct gelopen. Om dat zichtbaar te maken is er een monument geplaatst. Maar dat kwam pas na veel vijven en zessen tot stand. Zo was er een eerste ontwerp waarbij kunstenaar JIlles Waagmeester voorstelde om als een lijntekening de contouren van het hoofd van een Romeinse Centurion, maar wel met de karakteristieke rode hanenkam. Het voorstel werd afgewezen door de commissie beeldkwaliteit van de gemeente Nijmegen. Het belangrijkste argument was dat van twee van de vier wegen die naar de rotonde leiden, het monument te zien zou zijn als verticale rechte lijn. Daar valt wat voor te zeggen, het perspectief van de beschouwer speelt een belangrijke rol.
Toch kan een lijntekening in de openbare ruimte wel degelijk werken. Dat bewees bijvoorbeeld Jeroen Henneman met De Kus, die ruim dertig jaar lang langs de Bijlmerdreef in Amsterdam stond. Het beeld, gemaakt in opdracht van Koninklijke Bijenkorf Beheer, werd iconisch. Dus toen het gebouw een nieuwe eigenaar kreeg, die van het beeld af wilde, ging men op zoek naar een nieuwe plek. Daarbij stelde Henneman twee eisen: voldoende ruimte om het contrast van het beeld met de lucht te kunnen laten zien, en een stedelijke omgeving. Uiteindelijk kwam het beeld te staan op het Anton de Komplein in Amsterdam, niet ver verwijderd van de oorspronkelijke plek. Het is niet Hennemans enige Kus. In 2007 schonken Willem Alexander en Maxima een variatie op het werk aan de gemeente Apeldoorn.
Pas zag ik opnieuw een lijntekening in de openbare ruimte. Langs de A28, net ten noorden van de Amersfoortse wijk Vathorst, staat een boerderij. Door de snelheid van jou als automobilist én door de lijnen, krijg je even de indruk van een karkas van een boerderij, maar al snel besef je dat een plat vlak is. Ten minste, bijna. Want op de schoorsteen midden op het dak is een horizontale ring geplaatst die dienst kan doen als ooievaarsnest. Dat is ook terug te zien in de naam van het werk: Uiverhoeve. Maker is kunstenaar André Pielage. Hij bekleedde de stalen constructie met zwart gecoat aluminium waarvoor hij de mallen met de hand vormde. Daardoor ontstaat de indruk dat de boerderij is afgebrand.
Door het zien van de boerderij als lijntekening dacht ik nog eens over de Romeinse Centurion. Juist de ervaring dat die verticale lijn de contouren laat zien van een hoofd of juist andersom dat dat hoofd niets anders is dan een rechte verticale lijn. Eigenlijk was dat best een spannend idee, juist omdat je het op een rotonde altijd van meerdere kanten bekijkt.        

Categorie: beeldhouwkunst, tekenkunst Tags: Amersfoort, André Pielage, Jeroen Henneman, Jilles Waagmeester

Dwarskijken: Curve

16 januari 2022 door Peter Zunneberg

Het schilderij Agnus Dei van Francisco Zurbarán en een waterverftekening van Henricus Franciscus Wiertz vertonen qua vorm grote overeenkomsten.

Zurbarán dacht ik direct toen ik pas op social media een tekening uit de collectie van het Kröller-Müller Museum zag. In plaats van een handvol schelpen zag ik direct zijn iconische lammetje. Vaak gaat Dwarskijken over inhoud, dit keer over vorm.

Toen ik jong was, kreeg mijn vader bij de slijter een klein boekje. Het was reclame voor een borrelmerk, welk weet ik niet meer, het boekje is al lang geleden bij het oud papier beland. Het was het uitvloeisel van een soort wedstrijd. Deelnemers moesten een tekening maken, waarin één lijn (de contour van een verticaal gehalveerd borrelglas op een pootje) het uitgangspunt was. Ik kan me een vliegtuig herinneren en een vis en een roeiboot. Ik vermoed dat als er gratis drank te verdienen viel, de creativiteit hoogtij vierde.

Op dezelfde manier zou Zurbaráns lammetje, het Lam Gods en de aquarel van de schelpen tot stand gekomen kunnen zijn. Maak een tekening die de lijnen volgt van.
Francisco de Zurbarán (1598-1664) wordt wel gezien als de Spaanse evenknie van Caravaggio. Hij schilderde streng realistisch en zijn Bijbelse scènes zijn zeer dramatisch. Voor dit lammetje, Agnus Dei, het Lam Gods, gaat dat dramatische veel minder op. Realistisch is het wel. We zien een lammetje, de pootjes bijeen gebonden, rijp voor de slacht. Het is de vraag of iemand hier ooit de zoon van God in gezien zou hebben, als dat door de titel niet duidelijk was gemaakt.      
De lijn over de rug van het schaapje komt behoorlijk overeen met die van de schelpen. Ze zijn getekend door Henricus Franciscus Wiertz, een kunstenaar die geboren werd in 1784 in Amsterdam en die in 1811 verhuisde naar Nijmegen, waar hij in 1858 overleed. Die jaartallen lijken me veelzeggend. Een schilder van de eerste helft van de negentiende eeuw krijgt minder aandacht dan zijn collega’s uit de zeventiende eeuw. Zo heeft Wiertz niet eens een eigen Nederlandstalige Wikipedia-pagina. Had hij zijn Stilleven van schelpen op een marmeren blad twee eeuwen eerder geschilderd, dan was hij veel beroemder geweest. Met uitgebreide verhandelingen over de symboliek van vergankelijkheid. Nu is het alleen die handvol schelpen, virtuoos getekend op een marmeren plaat. En met een tekening die nagenoeg samenvalt met Zurbaráns lammetje. Alleen de pootjes steken uit. Maar verder zijn de contouren nagenoeg identiek. Je zou bijna denken dat Wiertz zich op Zurbarán gebaseerd heeft.

Categorie: schilderkunst, tekenkunst Tags: Francisco de Zurbarán, Henricus Franciscus Wiertz

Dwarskijken: Vallen

26 december 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Joseph, een zwart model geschilderd door Théodore Chassériau, vertoont in houding grote gelijkenis met vier gevallen mythologische figuren, die verbeeld werden door Hendrick Goltzius.

“And if I should fall, would you hold me”, zingt Beth Gibbons (Portishead) met haar kenmerkende ijle stem in het nummer Hunter. Ik moest eraan denken toen ik pas weer eens Icarus van Hendrick Goltzius tegenkwam.
Andersom moet ik ook altijd als ik het nummer hoor aan een van de bekendste valpartijen uit de kunstgeschiedenis denken. Dat die val zo bekend is komt natuurlijk door het verhaal. Samen met zijn vader Daedalus, die voor koning Minos van Kreta het labyrint van Knossos heeft gemaakt, zit hij gevangen. Minos wil ze niet laten gaan, omdat Daedalus het geheim van het labyrint kent. In het geniep werkt Daedalus echter aan hun ontsnapping: hij verzamelt veren om daar met was vleugels van te maken. Als het moment van wegvliegen daar is, waarschuwt Daedalus zijn zoon: vlieg niet te laag over de zee, want dan worden de vleugels nat en te zwaar; vlieg niet te hoog en te dicht bij de zon, want dan smelt de was. Het gevoel van vrijheid tijdens het vliegen stijgt Icarus echter naar zijn hoofd, hij vergeet de waarschuwingen van zijn vader en stort in zee.

Vier mythologische figuren die slachtoffer werden van hun overmoed en vielen, verbeeld door Hendrick Goltzius.
V.l.n.r. Ixion, Icarus, Phaëton en Tantalus, verbeeld door Hendrick Goltzius

Hendrick Goltzius werkte rond 1588 naar voorbeeld van schilder Cornelis Cornelisz. van Haarlem aan de verbeelding van het verhaal. We zien Icarus, een hand voor zijn ogen tegen het verblindende zonlicht en met een blik van wanhoop, in een rare houding, zonder vleugels. Onder hem zien we, veel verder naar de achtergrond, een man mét vleugels, Daedalus. Om de prent staat een Latijnse tekst waarvan niet helemaal duidelijk is hoe die gelezen moet worden, maar waar in ieder geval uit af te leiden valt dat we hier inderdaad met Icarus te maken hebben.
Goltzius’ Icarus maakt deel uit van een serie van vier vallers. Phaëton steelt de zonnewagen van zijn vader Helios, rijdt de dicht langs de aarde, wat leidt tot brandplekken. Voor hij de hele aarde in brand zal steken, mikt oppergod Zeus hem met een bliksemschicht van de wagen. We zien Phaëton tuimelen, terwijl in de achtergrond de zonnewagen, een los wiel en drie paarden zichtbaar zijn.
Tantalus werd door Zeus uitgenodigd voor een feestmaal op de Olympus. Daarvandaan nam hij godenvoedsel mee. Bij een banket dat Tantalus voor de goden organiseerde zette hij hen zijn zoon Pelops te eten voor. De goden doorzagen het en Zeus wierp Tantalus naar de diepste plek van de hel, waar hij eeuwig honger en dorst zou lijden.
Tenslotte is er Ixion, die zijn schoonvader vermoordde, door Zeus min of meer gerehabiliteerd werd en die vervolgens Zeus’ echtgenote Hera probeerde te verleiden. Ook hij werd door Zeus in de hel gegooid.

Icarus van Hendrick Goltzius en een kopie door Jan de Bry
Icarus van Hendrick Goltzius (links) en de kopie van Jan de Bry

Goltzius beeldde alle vier de overmoedigen af in ongewone houdingen. Tenminste zo lijkt het. Wie goed kijkt ziet dat de houding steeds min of meer hetzelfde is en dat het perspectief steeds anders is. Wel apart is dat er van Icarus twee spiegelbeeldige versies bestaan. De versie waar Icarus van rechts naar de zon linksboven kijkt is gesigneerd door Jan de Bry, een tijdgenoot van Goltzius en Cornelis Cornelisz. Kennelijk heeft hij het origineel nauwkeurig nagetekend op de etsplaat en daarna de voorstelling gedrukt.

Zie de mannen vallen van Hauser Orkater

Toen ik de vier prenten van Goltzius naast elkaar zag, moest denken aan een nummer van Hauser Orkater. Zie de mannen vallen, weten zij dan niet. Dat alleen een vrouw kan balanceren op de rand, van een hoge houten wand. Hier is het geen overmoed, maar onwetendheid.
Daarmee leek het verhaal me wel behoorlijk rond en klaar voor publicatie. Maar toen was ik jarig en kreeg ik onder meer het boek Altijd iets te vinden van Wieteke van Zeil. Daarin kwam ik een hoofdstuk tegen over het omarmen van veranderlijkheid. Het gaat over vastgeroest zitten in oude denkpatronen, waarbij in de kunstgeschiedenis door witte beschouwers eeuwenlang geen aandacht is besteed aan op schilderijen afgebeelde zwarte personen. Van Zeil illustreert haar verhaal met een studie van Théodore Chassériau van Joseph, een in zijn tijd veel gevraagd model, die bijvoorbeeld te zien is op Het vlot van de Medusa van Théodore Géricault. Wat direct opvalt in de studie is de houding van Joseph. Hij vertoont grote overeenkomst met de vier mythologische figuren van Goltzius. Maar van overmoed is geen sprake, het is immers maar een modelstudie. En dan pas besef je dat Goltzius’ prenten eigenlijk ook niets meer zijn dan een modelstudie. Door ze aan te duiden als mythologische figuren, kregen de prenten meer betekenis. Maar uiteindelijk is het gewoon een naakte man, getekend uit vier verschillende hoeken.

Thédore Chassériau, Etude après le modèle Joseph, Musée Ingres-Bourdelle, Montauban

Categorie: Dwarskijken, muziek, schilderkunst, tekenkunst Tags: Hendrick Goltzius, Théodore Chassériau

Op zoek naar Schwind (35): Franz Lachner

3 april 2021 door Peter Zunneberg Reageer

In deze reeks kwamen we in Moritz von Schwinds schilderij Die Hochzeitsreise al eens Franz Lachner tegen, terwijl hij na een hotelovernachting Moritz von Schwind en zijn kersverse bruid Luise uitgeleide doet. Maar Franz Lachner was helemaal geen hoteleigenaar, hij was componist. Moritz von Schwind wijdde één bijzonder werk, de zogeheten Lachner-Rolle, speciaal aan zijn vriend. Tijd om nader te kijken wie Franz Lachner en hoe zijn verhouding met Moritz von Schwind was.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (35): Franz Lachner

Categorie: muziek, Op zoek naar Schwind, schilderkunst, tekenkunst Tags: Franz Lachner, Franz Schubert, Moritz von Schwind

Dwarskijken: Het vlot van de Medusa

6 oktober 2020 door Peter Zunneberg Reageer

Théodore Géricault, Vlot van de Medusa

In juli 1816 leed het Franse fregat Méduse schipbreuk voor de westkust van Afrika. Aan boord werd een vlot gebouwd, waarop 140 opvarenden zich maar moesten zien te redden. Ze werden door de kapitein van het schip en zijn officieren zonder voedsel of water in de steek gelaten. Hoe het die kapitein en zijn officieren is vergaan, kom ik nergens tegen. Maar het vlot werd na twaalf dagen dobberen op de Atlantische Oceaan gevonden. Vijftien van de 140 waren nog in leven. De rest was van het vlot gesprongen of geduwd of van honger omgekomen en door de overlevenden geheel of gedeeltelijk opgegeten. Het voorval werd in de pers breed uitgemeten. Twee jaar later verwerkte Théodore Géricault in een beroemd geworden schilderij, Le Radeau de la Méduse. Het laat enorm goed de wanhoop en de ontreddering op het vlot zien.
In een referendum gehouden op 23 juni 2016 kregen de kiezers in Groot-Brittannië de vraag voorgelegd of zij ja dan nee de Europese Unie wilden verlaten. Een kleine meerderheid was voor en Brexit was een feit. Nou ja, niet helemaal, er volgden nog jaren van procedures en onderhandelingen. Het inspireerde cartoonist Michael de Adder van de Toronto Star tot een prent waarbij opvarenden van een vlot afscheid nemen van een luxe cruiseschip. Het is niet alleen het vlot dat aan Géricault herinnert, het is ook de piramidale opzet en de wat gehavende vlag. Het vrolijke “So long suckers” duidt op optimisme, maar de waarschuwing vanaf de zijlijn is voor wanhoop en ontreddering.

Géricaults schilderij heeft oneindig vaak navolging gekregen. Bijvoorbeeld in Asterix en het 1e Legioen. Nadat het schip met de piraten een ontmoeting heeft gehad met Asterix en Obelix blijven de piraten achter op een vlot, geheel in overeenstemming met Géricaults compositie. “Ach, ’t went wel …”, zegt de piratenhoofdman bij de geslaagde visuele grap. De Engelse vertaling is al een stuk scherper. Daar zegt hij “We’ve been framed, by Jericho”, wat zo veel betekent als “We zijn te pakken genomen”. Maar het is ook een verwijzing naar de tekening, “We zijn ingekaderd”. Maar het sterkst is het Franse origineel, waar de hoofdman “Je suis Médusé” stamelt (“ik ben verbijsterd”) daarmee woordelijk verwijzend naar de scheepsramp.
Een andere verwerking is van de Ierse band The Pogues die Géricaults schilderij gebruikten op de hoes van hun album Rum, Sodomy and the Lash. Met die drie termen wordt het leven in de Britse marine samengevat. “It’s rum, sodomy and the lash for our shipmates. Imagine what we’d do to our eniemies.”

Théodore Géricault, Het vlot van de Medusa

Categorie: Dwarskijken, schilderkunst, tekenkunst Tags: Théodore Géricault

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Oss Rome Rotterdam Rutger Kopland sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2022 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]