Zaida Ben-Yusuf werd geboren op 21 november 1869, Aubrey Beardsley op 21 augustus 1872. Toen hij overleed, moest haar carrière nog beginnen. Een prent van hem en een foto van haar vertonen interessante parallellen.
Cruel and evil, wreed en kwaadaardig was het oordeel van Oscar Wilde, toen hij voor het eerst de illustraties zag die Aubrey Beardsley bij zijn toneelstuk Salomé had gemaakt. Wilde had zijn stuk gebaseerd op de Bijbelse vertelling, waarin de jonge Salomé danst voor haar stiefvader koning Herodes. Als beloning mag zij alles van hem vragen. Haar moeder Herodias spoort Salomé aan om het hoofd van Johannes de Doper te vragen. Herodes voldoet, weliswaar met tegenzin aan dat verzoek. In het fin-de-siècle is Salomé zo ongeveer de ultieme femme fatale, de vrouw die door list en bedrog mannen het hoofd op hol brengt. Ze wordt verbeeld door Gustave Moreau en Gustav Klimt, Oscar Wilde wijdt een toneelstuk aan haar, met illustraties van Aubrey Beardsley. En dat stuk inspireert Richard Strauss weer tot het componeren van de opera Salomé.
In een van Beardsleys beroemdste prenten zien we Salomé zweven, terwijl ze met een zelfvoldane glimlach het afgehakte hoofd, waar het bloed nog uit druipt, uitdagend in de ogen kijkt. The Climax heeft Beardsley zijn prent genoemd, waarbij hij de voorstelling mogelijkerwijs ook nog een seksuele connotatie geeft. Perversiteit is in zijn werk nooit ver weg. Geen wonder dat Oscar Wilde aanvankelijk geschokt reageerde. Maar al snel sloeg zijn mening om en begon hij van Beardsleys prenten te houden. Overigens heeft Beardsley niet heel lang kunnen genieten van zijn roem. Hij was nog geen twintig jaar oud toen hij Salomé illustreerde. Vijf jaar later was hij dood, slachtoffer van tuberculose.
Qua tijd en plaats zou Beardsley Zaida Ben-Yusuf ooit hebben kunnen ontmoeten. Maar erg waarschijnlijk is dat niet. Hij was 23 toen zij, naar de Verenigde Staten vertrok. Zaida, voluit Esther Zeghdda Ben Youseph Nathan, is de oudste dochter van de Algerijnse Mustapha Moussa Ben Yousouf Nathan en de Duitse Anna Kind. Niet helemaal duidelijk is of vader of moeder het gezin verlaten heeft, wie de opvoeding van de vier meisjes op zich heeft genomen en hoe daarna de omgang met de vertrokken ouder is geweest. In ieder geval is Anna Kind in 1888 naar Boston vertrokken, waar zij een bloeiend hoedenmakersatelier begon.
In 1895 vertrekt Zaida Ben-Yusuf ook naar de Verenigde Staten, waar ze in New York naam maakt als fotografe en in 1896 twee foto’s gepubliceerd weet te krijgen in The Cosmopolitan Magazine. Een jaar later opent ze een portretstudio op Fifth Avenue. Haar werk krijgt aandacht in diverse kranten en tijdschriften en ze geniet steeds meer bekendheid. In de jaren die volgen, reist ze naar Japan en Italië, ze vestigt zich in Londen, maar keert, na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog terug naar New York. Daar ondervindt ze in toenemende mate moeilijkheden om zich als zelfstandig werkende vrouw staande te houden. Ook heeft ze geen archief waarin ze haar werk stelselmatig opslaat. Daardoor raakt ze na haar overlijden in 1933 snel vergeten.
In 1899 maakt Zaida Ben-Yusuf een foto waar ik hier graag nader aandacht aan wil besteden, The Odor of Pomegranates. We zien een vrouw en profil, waarbij een groot deel van haar gezicht wordt gemaskeerd door haar kapsel. Ze lijkt gekleed in een weelderig gewaad met een prachtige plooival ter hoogte van haar onderbenen, maar het is niet helemaal duidelijk waar de jurk ophoudt en het kleed op de achtergrond begint. Haast ongemerkt gaan beide stukken stof in elkaar over. Door de belichting gaat de blik van de toeschouwer naar de spierwitte hals en armen van de vrouw. Haar linkerhand rust op haar decolleté, in haar rechter heeft ze een granaatappel. Ten minste dat moeten we op basis van de titel aannemen. Het is een donkere vrucht die tegen de donkere achtergrond moeilijk de definiëren valt.
Van het gezicht zien we alleen de neus en de mond. Dat is ook genoeg, want het gaat immers om de geur van de granaatappel. En het is die vrucht die de hele voorstelling zijn lading geeft. Waar we bij Beardsley direct een femme fatale zien, lijkt dat bij Ben-Yusuf helemaal niet het geval. Maar die granaatappel is door de eeuwen heen geregeld gezien als de vrucht van goed en kwaad, als de appel die Eva aan Adam voorhield. En als er iemand is geweest die de man op het verkeerde spoor zette, is het Eva wel. Dus wel degelijk een femme fatale. Alle heerlijke pitjes van de granaatappel kun je zien als symbool voor vruchtbaarheid. Maar de haast wellustige bloedrode kleur duiden ook op passie en dood. Die associatie met de dood wordt nog eens eindeloos versterkt omdat de vrucht met al zijn pitjes haar naam gaf aan een projectiel dat versplinterd in ontelbare dodelijke scherven.
Kortom Beardsleys Salomé en Ben-Yusufs vrouw met granaatappel verschillen veel minder dan je op het eerste gezicht zou denken. Of Ben-Yusuf het werk van Beardsley gekend heeft en er bewust een voorbeeld aan heeft genomen, zou interessant vervolgonderzoek zijn. Tegelijk is de kans groot dat het niets concreets oplevert en dat we voor de verantwoordelijkheid bij niemand anders uitkomen dan de tijdgeest.
Geef een reactie