Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Chronogram: Vade et dic

15 mei 2023 door Peter Zunneberg Reageer

Chronogram, Goch


Gaat heen en zeg of gaat heen en vertel, zo kun jet het Latijnse vade et dic vertalen. En vade et dic kom je in de in het Latijn vertaalde Bijbel op minstens vijf plekken tegen. VADE ET DIC is ook de tekst die te lezen is op een steen aan de voet van de toren van de Pfarrkirche St. Maria Magdalena in Goch. Die kerk werd in 1323 voor het eerst gewijd. Maar waarschijnlijk heeft er op de plek van de kerk al vanaf circa 1200 een parochiekerk gestaan. Onbevestigde bronnen beweren zelfs dat er al in de elfde eeuw hier een kerk gestaan heeft. Als we nu eens Vade et dic als chronogram beschouwen dan komen we uit op 1106 (DDCVI).

Nu staat er nog iets op de steen, namelijk ASMM. Met de beste wil van de wereld is hier geen Latijns woord uit te halen. Maar … SMM is afgekort wel Sankt Maria Magdalena. En de A zou je dan kunnen duiden als ‘gewijd aan’. In het Latijn zou dit ad moeten zijn, maar dat levert een probleem op. Dat probleem is er al als je de tekst als een geheel ziet. Want de MM, dus nog eens 2000 bij de 1106, slaat nergens op. Maar de Maria Magdalena Kirche heeft een bijzondere geschiedenis.

Op 24 mei 1993 stortte ’s nachts om 2:27 spontaan de toren in. Hoe dat mogelijk is, daar lopen de meningen over uiteen. Er zou sprake zijn van instabiliteit die nog stamt uit de Tweede Wereldoorlog toen Goch gebombardeerd werd door de geallieerden. Maar er zou ook sprake kunnen zijn geweest van bouwkundige fouten. Ten slotte wordt er gewezen op recente aardschokken, maar misschien heeft ook de aardbeving van 13 april 1992 in de omgeving van Roermond al schade aangericht. Uiteindelijk duurde het zeven jaar voor de eerste steen werd gelegd voor de herbouw van de toren. En 2000, zo hebben we al gezien, is op de steen terug te vinden. Als het voluit geschreven zou zijn hebben we niet alleen de D van Ad, maar ook nog een I van Marie en een D van Magdalena.

Kortom, VADE ET DIC ASMM op de steen in de toren is een chronogram. Een chronogram dat misschien iets zegt over de oorspronkelijke bouw van de kerk of de toren, maar die als afkorting helder is over de herbouw. Daarbij is de grap dat ik met dit stukje aan de opdracht heb voldaan. Gaat heen en zegt het voort.   

Categorie: architectuur, Chronogram Tags: Goch

Boerderij van geluk

11 april 2023 door Peter Zunneberg 1 Reactie

Boerderij op palen

Als kunsthistoricus ben ik altijd snel geneigd om iets in de openbare ruimte waar geen logische verklaring voor is, als kunst te interpreteren. En als ik dan ook nog eens een relatie kan leggen met een ander kunstwerk, valt er daaraan helemaal niet meer te tornen. Op tweede Paasdag was het weer eens zo laat.

Met enkele familieleden liep ik een deel van de Walk of Wisdom. Net voorbij de Hatertse en Overasseltse Vennen stond midden in een weiland een boerderij op een soort schavot. Het had iets van een olieboorplatform op zee, alleen dan een stuk idyllischer. Door de afstand was de grootte van het bouwsel moeilijk in te schatten. Het was mooi afgewerkt, te klein om in te wonen, te hoog voor een hondenhok en voor een duiventil had het geen zichtbare openingen.

Eilandje van geluk van Leonard van Munster

Nu staat er in de omgeving van Nijmegen nog zo’n boerderij, kleiner en op een steile terp. Eilandje van geluk heet het en de maker is Leonard van Munster. Van Munster maakt in de openbare ruimte  installaties die een duidelijke binding hebben met de plek. Zijn Eilandje is te vinden vlakbij de dijk van de Spiegelwaal. Mocht de dijk ooit doorbreken dan staat dit boerderijtje hoog en droog. Dat geldt ook voor de boerderij op palen. Alleen is daar de dreiging van overstroming niet of nauwelijks aanwezig. Maar waar ik ook zoek, ik vind geen aanwijzingen dat dit een werk van Van Munster zou zijn. Ook niet van enig ander kunstenaar overigens.

Toch vind ik het, ook als het niet zo bedoeld is, een sterk kunstwerk, juist door het ontbreken van een logische relatie tussen bouwwerk en plek. Dat je voorzorgsmaatregelen moet nemen voor áls de rivierdijk doorbreekt, is veel logischer dan op een plek waar wateroverlast in de verste verte geen reëel gevaar is. In die zin ontregelt de boerderij op palen veel meer dan die op het terpje. Misschien is dat inzicht, die wijsheid, deze ontdekking, voor mij wel de belangrijkste opbrengst van deze etappe.

Categorie: architectuur, Kunstcolumn, omgevingskunst Tags: Leonard van Munster

Op zoek naar Schwind (48): Querkucken nach Kirchen

12 maart 2023 door Peter Zunneberg Reageer

‘Mensen plaatste hij als nietige objectjes in de immense ruimte van de kerkgebouwen’, lezen we op de Wikipedia pagina over schilder Pieter Saenredam. Vandaar lijkt het een enorme stap naar Moritz von Schwind, Maar er is één werk dat aanleiding geeft om naar allebei (en andere schilders) van kerkinterieurs te kijken.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (48): Querkucken nach Kirchen

Categorie: architectuur, Dwarskijken, Op zoek naar Schwind, schilderkunst Tags: Emanuel de Witte, Gerard Houckgeest, Hendrick van Vliet, Johannes Bosboom, Luigi Bisi, Max Emanuel Ainmiller, Moritz van Schwind, Pieter Saenredam

Cultuurtempel

7 maart 2023 door Peter Zunneberg Reageer

Charles Garnier, Johannes Verheul, Parijs, Rotterdam, Opéra, Groote Schouwburg

“Als jij kunstgeschiedenis gaat studeren”, zei ooit een vriend tegen mij, “heb je al een voorsprong. Je weet dat de Prerafaëlieten na Rafael komen en je kunt de architecten Charles en Tony Garnier uit elkaar houden.” Uiteraard heb ik nog heel erg veel moeten leren, maar ik weet nog steeds moeiteloos Charles Garnier te noemen als architect van de Parijse opera. En omdat die ook wel Opéra Garnier wordt genoemd, is het goed om te weten welke.

Charles
Charles Garnier werd geboren in 1825. Als 23-jarige architect won hij de Prix de Rome en van 1849 tot 1853 woonde hij in de Italiaanse hoofdstad. In 1860 werd zijn ontwerp voor een nieuw operagebouw geselecteerd. Een jaar later begon men met de bouw, maar door de Frans-Duitse oorlog werd het gebouw pas in 1875 voltooid. Garnier overleed in 1897, maar heeft nog diverse keren bijgedragen aan verbouwingen en uitbreidingen van ‘zijn’ opera.

Tony
Tony Garnier, voor zover ik weet geen familie, werd geboren in 1869. Als begaafde tekenaar won hij als 17-jarige een wedstrijd, waarna hij werd toegelaten tot de École des Beaux Arts in Parijs. Na vijf eerdere pogingen won hij daar in 1899 de Prix de Rome, waardoor ook hij enkele jaren in Rome kon wonen. Maar waar van prijswinnaars verwacht werd dat zij  geregeld constructietekeningen van klassieke gebouwen naar huis stuurden, hield Tony Garnier zich vooral bezig met wat zijn Cité Industrielle zou gaan heten. Tony Garnier ontwikkelde zich niet alleen als architect, maar ook als stedenbouwer. Waar Charles Garnier teruggreep op het verleden en een gebouw in neorenaissance stijl ontwierp, bleek Tony Garnier een groot vernieuwer en een voorloper van de moderne architectuur.

Johannes Verheul
In hetzelfde jaar waarin Charles Garnier zijn prijswinnende operaontwerp presenteerde, werd in Rotterdam Johannes Verheul geboren. Zijn vader, architect en timmerman Dirk Verheul, bracht zijn zoon al vroeg de eerste beginselen van het vak bij. Hij was pas 18 toen hij begon aan de Polytechnische School in Delft, terwijl hij daarvoor al gestudeerd had aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. In 1881 verliet Verheul zonder diploma de opleiding in Delft. Hij maakte een studiereis door België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en ItalIë en in 1884 werd uit acht ontwerpen voor de Groote Schouwburg in Rotterdam Verheuls inzending verkozen. Die schouwburg heeft er gestaan tot 1940. Bij het grote bombardement in mei 1940 bleef de schouwburg grotendeels gespaard. Maar kort daarop volgde wel de beslissing om het gebouw te slopen en een nieuwe schouwburg te bouwen.

Tempels
Nu staan er in Nederland nog tal van oude schouwburgen en concertgebouwen. De Stadsschouwburg en het Concertgebouw in Amsterdam, de schouwburg in Haarlem, De Vereeniging in Nijmegen, Musis Sacrum in Arnhem, stuk voor stuk tempels voor theater en muziek. En ik vermoed dat de lijst op lange na niet volledig is. Maar juist bij Verheuls schouwburg in Rotterdam, waarvan dus alleen nog foto’s bestaan, moest ik direct aan Charles Garnier denken. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de bogen op de begane grond en de nadrukkelijke geleding door zuilen op de eerste verdieping. Ook het timpaan van Verheul dat in vorm aanwezig is bij Garnier, terwijl het daar helemaal geen timpaan is, draagt bij aan het idee van overeenkomst. Bij heel veel andere cultuurtempels vragen juist de hoeken om aandacht, soms zelfs, zoals bij De Vereeniging door echte torens. Bij Garnier en bij Verheul gaat het om een ingetogen geheel, dat toch grandeur uitstraalt. Terwijl  er elders altijd wel bouwelementen aanwezig zijn, die er nadrukkelijk uitspringen. Bij Garnier en Verheul is die rol juist weggelegd voor de beelden.

Het zou interessant zijn om te onderzoeken of die vanaf het begin zo gepland zijn. Nog interessanter zou het zijn om na te gaan of en in hoeverre Verheul zich gebaseerd heeft op Garnier. Verheul overleefde de Tweede Wereldoorlog, hij overleed in 1948. Dus misschien heeft zijn archief, als hij dat ten minste gehad heeft, ook de oorlog overleefd.

Categorie: architectuur, Dwarskijken Tags: Charles Garnier, Johannes Verheul, Parijs, Rotterdam, Tony Garnier

Dobbelstenen

8 januari 2023 door Peter Zunneberg 2 Reacties

Dwarskijken, Platonische lichamen, Sylvester Ii

In een reactie op ons jaaroverzicht schreef een oom van mij, oud-wiskundeleraar, dat hij zich in 2022 uitgebreid bezig had gehouden met Platonische lichamen. Het zijn schitterende voorbeelden van wiskundige schoonheid, die wel een plaatsje verdienen op Dorsoduro, zo schreef hij. Nu ben ik nooit een ster in wiskunde geweest en dus moest ik opzoeken wat Platonische lichamen überhaupt zijn. Bij regelmatige veelvlakken, waarvan de kubus ongetwijfeld het bekendste voorbeeld is, kon ik me iets meer voorstellen. En dodecaëder heb ik altijd een buitengewoon intrigerend woord gevonden. Het blijkt een regelmatig twaalfvlak dat bestaat uit twaalf vlakken met elk vijf hoekpunten. Maar een mogelijkheid om er in kunsthistorische context iets zinnigs over te zeggen, zag ik niet.

Paus
Dat veranderde toen ik een dag later op Historiek een stuk las over paus Sylvester II. Ergens halverwege werd in de Auvergne in Zuidwest Frankrijk een zekere Gerbert geboren. Rond 963 trad hij als lekenbroeder in in een klooster in Aurillac. Dat leverde hem zijn naam Gerbert van Aurillac op. In het klooster viel hij op door zijn intelligentie, waardoor hij monnik kon worden. Vooral de wiskunde had Gerberts belangstelling. Tijdens een reis naar Rome maakte Gerbert kennis met keizer Otto I. Die zocht een privéleraar voor zijn zoon die ook Otto heette en die vanaf 973 keizer Otto II zou worden. Ook van diens zoon, de later keizer Otto III is Gerbert enige tijd privéleraar geweest. Een neef van deze Otto was paus Gregorius V, die Gerbert in 998 benoemde tot aartsbisschop van Ravenna. Een jaar later volgde Gerbert Gregorius op als paus. Als naam koos hij Sylvester.

Fries met portretten van alle pausen in de basilica di San Paolo Fuori le Mura

Portret
In de basilica di San Paolo Fuori le Mura in Rome is een beeltenis van Sylvester II te zien. Heel vreemd is dat niet. Van alle pausen vormen de portretten een soort fries en er bestaat een vreemd soort bijgeloof dat als er geen plek meer is voor het portret van een nieuwgekozen paus, de wereld zal vergaan. In Aurillac wordt Sylvester II sinds 1851 geëerd met een groot bronzen beeld. Maker van dit beeld is David d’Angers, die eigenlijk Pierre-Jean David heette. Om verwarring met de beroemde schilder Jacques Louis David, bij wie D’Angers ook kort in de leer is geweest, te voorkomen koos hij voor een pseudoniem. Hij werd zeer succesvol als portretbeeldhouwer. Alleen al op begraafplaats Père Lachaise in Parijs zijn meer dan twintig portretbustes van hem te vinden.

Dobbelstenen zijn een praktische toepassing van Platonische lichamen

Nicolaaskapel
Terug naar de Otto’s. Met name Otto II in Nijmegen geen onbekende. Hij was gehuwd met de Byzantijnse prinses Theophanu aan wie in de stad een Waalpainting gewijd is. Ook is hij mogelijk initiatiefnemer geweest voor de bouw van de Nicolaaskapel op het Valkhof. Die kapel, met haar achthoekige plattegrond, wordt Ottoons genoemd. Het meest karakteristieke kenmerk van die stijl is het kapiteel, dat vanwege de afgeronde hoeken dobbelsteenkapiteel wordt genoemd.
Met wat fantasie kom je van de dobbelsteen met de waarden 1 tot en met 6 al snel weer bij de kubus uit. In moderne spellen worden ook dobbelstenen gebruikt met waarden tot en met 8, 12 en zelfs 20. En laten dat nu weer praktische toepassingen zijn van Platonische lichamen.



Categorie: architectuur, beeldhouwkunst, Dwarskijken Tags: Nicolaaskapel, Sylvester II

Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Venlo Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in