Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Dwarskijken: Rockefeller Center

15 juli 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Bij de bouw van het Rockefeller Center, tussen 1929 en 1940, werden er op hoogte foto's gemaakt om het bouwproject bij een groot publiek onder de aandacht te brengen.

In 2013 maakten we een rondreis  langs de oostkust van de Verenigde Staten. Een kleine week bleven we in New York. Een van de tips die we hadden meegekregen was om voor een totaalblik op Manhattan niet naar het Empire State Building te gaan, maar naar Rockefeller Center. Iets minder hoog, maar volgens velen met een mooier uitzicht. Eigenlijk zou je naar beide moeten gaan om met eigen ogen te controleren.

Hoe ooit deze skyscrapers gebouwd zijn, tart elke verbeelding. Met de bouw van Rockefeller Center, door architect Raymond Hood ontworpen in art-deco-stijl, werd in 1929 een begin gemaakt en in 1940 is de bouw voltooid. Daarbij valt het beginjaar direct op: 1929 was het jaar van de grote beurscrash op het naburige Wall Street, maar kennelijk was dat geen beletsel. Ook de omvang van het complex is enorm. Manhattan heeft een rastervormig stratenpatroon met in de lengte van het eiland genummerde avenues en in de breedte genummerde straten. Rockefeller Center ligt tussen Fifth en Sixth Avenue en tussen 48th en 51st Street. Twee straatdelen zijn dus opgeofferd voor het gebouw.

Iets van de bouwgeschiedenis wordt zichtbaar op foto’s. Zo is er een foto van elf bouwvakkers, die gezeten op een stalen H-balk, hoog boven de stad, hun lunch verorberen. Op een andere foto zien we vier bouwvakkers een tukje doen. Maar leg de foto’s naast elkaar en je ziet twee constanten: de H-balk en een kabel waar die aan hangt. Compositorisch zijn deze elementen ijzersterk. Maar omdat ze identiek zijn, kun je niet anders dan concluderen dat de foto’s in scène zijn gezet. En als je daar vervolgens meer informatie over zoekt, vind je daar snel bevestiging van.

Tegelijk blijkt ook dat er van trucage geen sprake is geweest. De foto’s zijn wel degelijk op grote hoogte gemaakt. Voor de sessie werden drie fotografen gevraagd om het bijzondere bouwproject bij het grote publiek onder de aandacht te brengen. De bekendste foto, Lunch atop a Skyscraper, is gemaakt door Charles Clyde Ebbets. Ook aanwezig waren Thomas Kelley en William Leftwich. Een van hen legde Ebbets vast tijdens zijn werk.

Waar de bouw al een bovenmenselijke klus was, geldt dat ook voor het fotograferen. Van een kleinbeeldcamera met een rolletje was geen sprake. Ebbets werkte zoals te zien is, met een grote, zware camera en waarschijnlijk ook met glasnegatieven.      

Categorie: architectuur, Dwarskijken, fotografie Tags: Charles Clyde Ebbets, New York, Raymond Hood, Rockefeller Center, Thomas Kelley, William Leftwich

Muurmuseum: Gaudí in Nijmegen

4 maart 2022 door Peter Zunneberg

Muurmuseum, muurschildering, Ceciel Naalden, Nijmegen

Antoni Gaudí was een eigenzinnig architect. Daarvan getuigen de gebouwen die hij ontwierp, zoals de Sagrada Familia, de beroemde kathedraal in Barcelona die bijna een eeuw na zijn overlijden nog altijd niet voltooid is. Of zijn Casa Batllo waarvan het dak lijkt op een drakenrug en de balkons op maskers. Ook in de omgang met opdrachtgevers was Gaudí niet makkelijk. In het huis dat hij bouwde voor de adellijke familie Milà was geen rechte muur te vinden. Toen señora Milà vroeg of hij niet één rechte muur kon bouwen waar zij de piano tegen aan kon plaatsen, schijnt Gaudí te hebben gereageerd met een spottende vraag of zij geen fluit kon gaan spelen.
In opdracht van industrieel Eusebi Güell ontwierp Gaudí een stadspark. Op een groot braakliggend terrein bouwde Gaudí een bijzondere ingangspoort, enkele huisjes, enkele galerijen met op bomen en planten lijkende zuilen en een lange slingerende bank met mozaïek. Veel terra-kleurig mozaïek heeft geen vorm of voorstelling, maar het oogt, net als veel van Gaudí’s werk, bij uitstek organisch. In het mozaïek verwerkte hij wel kant-en-klare geëmailleerde medaillons, die zorgen voor een unieke uitstraling. Zijn ideeën voor het park schijnt Gaudí te hebben gebaseerd op wat hij tijdens zijn buitenlandse reizen, vooral naar Engeland, heeft gezien.

In de Jan van Speijkstraat in Nijmegen hebben buurtbewoners een stuk blinde muur onder handen genomen. Niet met mozaïek, maar met een muurschildering. En dan wel weer alsof het mozaïek is. Het is te grof voor een echt trompe-l’oeil, maar het is duidelijk wat het idee is. En net als bij Gaudí in Parc Güell zijn er hier en daar in het mozaïek medaillons verwerkt. Zo zien we een oudhollands, Delfts Blauw tegeltje en Zich wassende kat, naar een houtsnede van Julie de Graag. En hier werkt het trompe-l’oeil een stuk beter, want je denkt dat je naar een medaillon of in dit geval een ingelegd tegeltje kijkt, maar tegelijk zijn nog steeds de voegen zichtbaar. Dit verraadt een professionele hand, meer dan welwillende buurtbewoners voor elkaar zouden kunnen krijgen. Nu ken ik in Nijmegen een kunstenaar die zich gespecialiseerd heeft in decoratie schilderen: Ceciel Naalden. Een snelle blik op haar instagrampagina bevestigt mijn vermoeden. Ik vind het wel mooi hoe een muur in Nijmegen, via een associatie uit Barcelona en een detail van een houtsnede, leidt naar een Nijmeegse kunstenaar.

Details in een muurschildering die doet denken aan mozaïeken van Antoni Gaudí (links) zijn van de hand van decoratieschilder Ceciel Naalden (rechts)

Categorie: architectuur, Muurmuseum, schilderkunst Tags: Antoni Gaudí, Barcelona, Ceciel Naalden, Julie de Graag, Nijmegen

Dwarskijken: Babel

6 februari 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Forum Groningen van NL Architects heeft veel weg van de Toren van Babel zoals Adriaen van Stambemt die ooit schilderde.

Wie – zoals ik – de afgelopen jaren Hamburg heeft bezocht, heeft zeer waarschijnlijk – net als ik –  de moeite genomen om in Hafen City de Elbphilharmonie te bekijken. Jarenlang was Sydney Opera House van Jørn Utzon de meest bijzondere concertzaal ter wereld, maar sinds 2016 maakt de Elbphilharmonie aanspraak op dit predicaat. Verantwoordelijk voor de concertzaal zijn de Zwitserse architecten Jacques Herzog en Pierre de Meuron. Het project in Hamburg was niet onomstreden, omdat de bouwkosten zeven keer het geraamde bedrag van 114 miljoen euro bedroegen.
Een ander project van Herzog en De Meuron is ook niet onomstreden: de Tour Triangle in Parijs. In 2009 werd de 140 meter hoge woontoren waar ook kantoorruimte en horeca zal komen, al ontworpen. Maar allerlei bezwaarprocedures hebben ervoor gezorgd dat het project nog steeds niet van start is gegaan. Maar het is zeer waarschijnlijk dat de bouw in 2022 gaat beginnen.
Ik zag pas een artist impression van de driehoekige toren en moest direct denken aan Groningen. Daar staat sinds 2019 Forum Groningen, een soort cultureel centrum, met onder meer de openbare bibliotheek. Het is een ontmoetingsplek voor de Groningers en de bezoekers van de stad. En – het moet gezegd – het gebouw, ontworpen door NL Architects, is spectaculair. Tegelijkertijd domineert het het centrum op een manier die grenst aan hoogmoed en grootheidswaan. Een beetje zoals de driehoekige toren van Herzog en De Meuron.
En dat idee van grootheidswaan wordt nog eens versterkt als we er een schilderij naast leggen. Het toont een scène gebaseerd op een verhaal uit het Bijbelboek Genesis. Na de Zondvloed spraken alle mensen nog dezelfde taal. Ze stelden voor om een stad te bouwen die zo hoog reikte dat zij hem altijd terug konden vinden. God strafte die hoogmoed af door ze verschillende talen te laten spreken, waardoor ze elkaar niet meer verstonden. Het werd het verhaal van de Toren van Babel. Aan het eind van de 16e eeuw en het begin van de 17e eeuw was het thema mateloos populair. Ook dat levert een spraakverwarring op. Is dit schilderij gemaakt door Pieter Brueghel (de oude of de jonge), zoals de meeste commerciële websites beweren. Of is het van Joos de Momper, Hendrick van Cleve, van Lucas of Marten van Valckenborch, die allen geregeld Torens van Babel schilderden? Op de website van de RKD vind ik het meest betrouwbare antwoord: het wordt toegeschreven aan Adriaen van Stalbemt, een schilder die in 1580 werd geboren in Antwerpen en daar in 1663 overleed. Het is vooral de groep mensen linksvoor die overeenkomt en die Van Stalbemt als maker bevestigt. Want een exacte kopie van het schilderij is het niet: er is een duidelijk verschil in hoogte van de torens. Je kunt je afvragen of het überhaupt uitmaakt wiens Toren van Babel ik kies als illustratie bij een stuk over hoogmoed in de architectuur. Nou zijn bijna alle geschilderde torens conisch, terwijl deze van Van Stalbemt recht is en juist daardoor lijkt hij model te hebben gestaan voor het Forum Groningen.

Twee keer Toren van Babel van Adriaen van Stalbemt

Je zou van elke toren kunnen zeggen dat hij iets van hoogmoed uitstraalt, omdat hij altijd zichtbaar moet zijn als bindend element voor een groep mensen. De alsmaar groter wordende technische mogelijkheden leiden in de architectuur al heel lang tot steeds meer bravoure en misschien ook wel hoogmoed. Eigenlijk is het een wonder dat het tot de 21e eeuw geduurd heeft voor men daadwerkelijk torens van Babel ging bouwen naar geschilderde voorbeelden.        

Categorie: architectuur, schilderkunst Tags: Adriaen van Stambemt, Groningen, Jacques Herzog, NL Architects, Parijs, Pierre de Meuron

Dwarskijken: Hourloupe

28 januari 2022 door Peter Zunneberg

Dwarskijken, Jean Dubuffet, Godlinze, hourloupe

In 1991 was ik in Rome. De studievereniging van Kunstgeschiedenis had voor de jaarlijkse reis gekozen voor de Eeuwige Stad. Het idee was om een te gaan, maar de heenweg duurde door pech al drie dagen. Om onze tijd in Rome efficiënt te besteden, plande ik met enkele anderen een dag met het bezoeken van tien kerken. Van vroeg-christelijke basilieken tot en met barok. Na Bernini’s Sant’ Andrea in Quirinale was de culture shock in de Santa Maria degli Angeli e dei Martiri te groot. We gooiden de handdoek in de ring en sloegen de laatste kerk over.
Afgelopen zomer kampeerde ik met mijn echtgenote, in Rome als journalist aanwezig, bij onze kerkentocht, in Oost-Groningen. We lazen over Groninger kerken en werden nieuwsgierig. We planden een dagtocht langs zeven kerken, maar de enorme verscheidenheid smaakte naar meer. Aan het eind van de dag stond de teller op elf, waarbij we er ook nog een hadden moeten missen, omdat die kerk op zondag gesloten was.

Holwierde, Bierum, Spijk, ’t Zandt, Zeerijp, Westeremden, Stedum (gesloten), Loppersum, Eenum, Oosterwijtwerd, Krewerd. Het exterieur, de koorbanken, de begraafplaats, het orgel, de muurschilderingen, elke kerk had zijn eigen verrassende details. Het meest bijzonder vond ik de kerk van Godlinze en misschien kwam dat wel omdat er in de 16-eeuwse Pancratiuskerk een moderne twist te vinden was. In de witgepleisterde kerk waren de naden met zwart geaccentueerd. Waarom? Geen idee. Ik heb er geen verklaring voor kunnen vinden. Maar ik had er wel direct een associatie bij. In het beeldenpark van het Kröller-Müller Museum is misschien wel het meest prominente werk de Jardin d’émail van Jean Dubuffet. De omheinde witte ‘tuin’ van twintig bij acht meter is een belevenis om doorheen te lopen, vooral bij fel zonlicht. Het is verblindend. Maar Dubuffet heeft alle naden met zwarte verf gemarkeerd. Dubuffet noemde het hourloupe-stijl. Vloeiende lijnen, ingegeven door doodles, accentueren vlakken en suggereren beweging. Van vloeinde lijnen is in Godlinze geen sprake. Maar wie Jardin d’émail kent, kan de Pancratiuskerk niet bezoeken zonder even aan Dubuffet te denken.      

Categorie: architectuur, beeldhouwkunst, Dwarskijken, erfgoed, omgevingskunst Tags: Godlinze, Jean Dubuffet

School en Kunst (7): De Morée

9 oktober 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Gerrit de Morée, Tessenderlandt, Breda, reliëf, Muurmuseum, School en kunst
Reliëf van Gerrit de Morée op het schoolgebouw van Tessenderlandt in Breda, ontworpen door architecten Cees Geenen en Leo Oskam

Tessenderlandt in Breda is zo’n typische jaren ’60-school voor voortgezet onderwijs (oorspronkelijk gebouwd als LTS), zoals er in Nederland zo veel staan: drie verdiepingen, waarbij de grote horizontale raampartijen duiden op grote transparantie. Je zou er bijna een werk van Jan Schoonhoven vertaald naar architectuur in kunnen zien. De ingangspartij, rechts in de gevel, is weinig opvallend, zeker ook omdat er een element is dat de horizontaliteit doorbreekt, namelijk het grote bakstenen reliëf dat zich over de drie verdiepingen verheft. Het reliëf is grotendeels opgebouwd uit verticale vlakken. Alleen bovenin net onder de daklijst is een ronde vorm te zien. Daardoor is de neiging groot er een menselijke figuur in te herkennen. Wat verder opvalt is dat de maker verschillende tinten baksteen heeft gebruikt, wat het reliëf enige dynamiek verleent.

Maker van het reliëf is Gerrit de Morée, in 1909 in Den Bosch geboren en hier werd hij ook opgeleid tot kunstenaar aan de Koninklijke Academie voor kunst en vormgeving. Later trok hij naar Parijs om aan de Académie de la Grande Chaumière zijn opleiding voort te zetten. De Morée was als kunstenaar buitengewoon veelzijdig: hij tekende, schilderde en maakte beelden en glasmozaïeken. Het meest bekend is hij waarschijnlijk als illustrator van tientallen boeken. Wanneer en hoe hij precies in Breda terecht is gekomen, is niet helemaal duidelijk. Zeker is in ieder geval dat hij hier samen met drie geestverwanten in 1933 de Bredasche Kunstkring oprichtte om hiermee het kunstleven in de stad te bevorderen. Twaalf jaar later was De Morée een van de initiatiefnemers voor de Vrije School voor Beeldende Kunsten, de latere Academie St. Joost, waar hij zelf ook les ging geven.

Reliëf en mozaïektableaus van Gerrit de Morée in vmbo-school Tessenderlandt in Breda

Niet alleen buiten aan de gevel van Tessenderlandt heeft De Morée gezorgd voor een beeldbepalend werk, ook binnen zijn nog diverse werken van hem te zien. Zo is er in de hal/aula op de begane grond een groot reliëf-mozaïek in verschillende tinten baksteen. Dat vormt de achtergrond voor een aantal mozaïektableaus, met fantasiefiguren die in de verte aan Cobra doen denken. Dat kan toeval zijn, want De Morée maakte ook veel traditioneler figuratief werk en maakte bijvoorbeeld ook geregeld decoraties met liturgische thema’s voor kerken.
Met het reliëf buiten sloot De Morée op monumentale wijze aan bij het ontwerp van architecten Cees Geenen en Leo Oskam. Het reliëf en de tableaus binnen, samen zo’n tien’meter lang, verbeelden het scheppingsverhaal, wat op zich voor een LTS wel weer toepasselijk is. Door de reliëfvorm vormt een verbinding met het gevelreliëf. Met de mozaïektableaus laat De Morée de diversiteit van de leerlingen zien, waarbij iedereen uniek en origineel is. Tegelijk wekken al die tableaus ook de indruk van een expositie, waarbij ieder als het ware laat zien wat hij of zij in huis heeft.

Categorie: architectuur, beeldhouwkunst, Muurmuseum, School en kunst Tags: Breda, Gerrit de Morée

« Vorige
Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in