In 1923 zwaaide René Duplaix af als dienstplichtig militair bij het 4me Régiment du Génie in Grenoble. 101 jaar later kocht ik op een brocante in Donzy zijn ingelijste Certificat de Bonne Conduit. Waarom? Omdat er veel over te vertellen valt.
De eerste vraag die opdoemt is: wie was René Duplaix? Hij werd geboren op 7 november 1901 in Saint-Martin-d’Heuille, zoals ook al op het certificaat staat. Saint-Martin-d’Heuille is een dorpje zo’n tien kilometer noordelijk van Nevers. Volgens een telling uit 2008 woonden er destijds 582 mensen. In Duplaix’ tijd zal dat hooguit de helft zijn geweest. Veel meer dan zijn datum en plaats van overlijden, 19 februari 1982 in Nevers valt er online niet over hem te ontdekken. Wel vermeldt het certificaat nog dat Duplaix, van de classe 1921, sapeur mineur was. Dus hij zal geleerd hebben hoe hij landmijnen moest plaatsen of juist opruimen. Duplaix zwaaide af in april 1923, ruim vier jaar dus na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Het 4e regiment van de genie waar hij diende, was gelegerd in Grenoble, 350 kilometer van Duplaix’ geboortegrond en bovendien aan de voet van de Alpen, terwijl de omgeving van Nevers nagenoeg vlak is. Hoe Duplaix zijn diensttijd heeft beleefd, wat hij er heeft geleerd, met wie hij bevriend raakte, etc. etc. etc., zou al een bijzonder verhaal zijn. Maar van eenvoudige komaf zal hij geen dagboek hebben bijgehouden. Ook is het de vraag of hij brieven heeft geschreven, misschien aan zijn ouders of aan een verloofde, en zo ja, of die bewaard zijn gebleven, we weten het niet.
Nog minder is er te vinden over Colonel Gascuel, de commandant van het 4me Régiment du Génie. Geen voornaam, geen geboorte- en sterfdatum. Ook zijn militaire carrière wordt nergens expliciet belicht. Op de Franse Wikipedia is een pagina gewijd aan het regiment. Daar staan de kolonels, die het regiment tussen 1935 en 1999 onder hun commando hadden, vermeld. Nu leert diezelfde Wikipedia-pagina dat het regiment al is opgericht in 1875. En Gascuel was er al in 1923. Na lang zoeken kom ik een Paul-Gaston Gascuel tegen, die in 1911 luitenant in Montpellier is. In 1917 is hij 49 jaar oud en bataljonchef van de genie en in 1929 wordt hij vermeld als brigadegeneraal van de genie in Montpellier. Dit lijkt me een behoorlijk logische en geslaagde carrière, waarbij het bevreemdt dat er niet meer over hem te vinden is.
Interessant in de context van het regiment is het afgebeelde vaandel linksboven. Onder Batailles inscrites au Drapeau is daar te lezen Extrême-Orient en Madagascar. Dit zijn verwijzingen naar deelname aan de Frans-Chinese oorlog tussen augustus 1884 en juni 1885 en deelname aan de Madagaskar-expeditie van 1895, waarbij het eiland gekoloniseerd werd. Enigszins verbazingwekkend is dit allemaal wel, als je bedenkt dat het 4e regiment tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken is geweest bij de Eerste en de Tweede Slag om Champagne, bij de Slag om Verdun en bij de Slag om Chemin des Dames, stuk voor stuk wapenfeiten die ook op het vaandel vermeld zijn, maar die dus op het certificaat ontbreken. Misschien lag er nog een oud stapeltje dat eerst op moest.
Maar de meeste aandacht moet natuurlijk uitgaan naar de onderste helft van het certificaat, de prentweergave van de bruggenbouwers. Eerst even de namen. Links, in een uitsparing naast de soldaat die op zijn knieën zit staat Après Philippoteaux, met nog iets eronder wat ik niet kan thuis brengen. Rechtsonder staat Les pontonniers au passage de la Berezina. Zeer waarschijnlijk betreft het hier een prent van Henri Félix Emmanuel Philippoteaux, maar er is ook nog een andere schilderende Philippoteaux, namelijk Felix’ zoon Paul-Dominique. Wie de maker ook is, het betreft een verbeelding, want Felix Philippoteaux kan geen ooggetuige zijn geweest. Hij werd geboren in 1815. Dat is twee jaar na Napoleons smadelijk mislukte veldtocht. Van de regimenten die het hazenpad kozen heeft Napoleon de vaandels laten verbranden. Daarom is het best vreemd dat uitgerekend deze smet op de Franse krijgsgeschiedenis een plek heeft gekregen op een bewijs van goed gedrag, wat het certificaat is. Niet helemaal duidelijk is of Philippoteaux oorspronkelijk een schilderij met de voorstelling heeft gemaakt en er daarom Après Philippoteaux staat. Zeker is wel dat hij met het ontwerp van het certificaat niets van doen heeft gehad.
Maar het verhaal wordt nog vreemder. Op de website van de Nederlandse Bruggenstichting staat een uitgebreid artikel over de ‘Nederlandse’ brug over de Berezina, van de hand van drs. M.M. Bakker. Op 18 januari 1795 week stadhouder Willem V, om uit handen van de oprukkende Fransen te blijven, uit naar Engeland. Feitelijk was dat het einde van de Vrije Republiek der Verenigde Nederlanden en het begin van de Bataafse Republiek. Die republiek had een leger dat in de Franse tijd steeds meer onderdeel van het Franse leger werd. Binnen het Bataafse leger was er een eenheid van pontonniers, van bruggenbouwers. Zij, zo’n tweehonderd man sterk, met voor de helft Nederlanders, waren het die in november 1813 opdracht kregen om twee bruggen te bouwen over de Berezina. De omstandigheden waren verschrikkelijk: sneeuw en ijskoud water in de rivier, maakten het werk bijna onmogelijk. Daarbij was er een groot gebrek aan materiaal, omdat Napoleon eerder, tijdens de heenreis, opdracht had gegeven om pontons en gereedschap te vernietigen of achter te laten. De pontonniers, onder leiding van George Diederich Benthien, kweten zich zo goed mogelijk van hun taak, maar konden niet voorkomen dat Napoleons leger zware verliezen leed. Van de twee Nederlandse compagnieën keerden slechts acht mannen terug naar huis.
Dus op het Certificat de Bonne Conduit van een Frans genieregiment staat een afbeelding van bruggenbouwers, niet tijdens een heldhaftige gebeurtenis, maar juist tijdens een episode die uit patriottisch oogpunt maar beter vergeten kan worden. Met ook nog eens voornamelijk buitenlandse soldaten als uitvoerders. Wie daarvoor verantwoordelijk is geweest, laat zich niet met zekerheid achterhalen. Of toch?
Links onder de prent staat Paris Limoges Henri Charles-Lavauzelle editeur. In 1835 werd in de omgeving van Limoges een drukkerij, uitgeverij en briefpapierbedrijf opgericht, dat zich specialiseerde in boeken met militaire thema’s en legerbenodigdheden. In 1879 kreeg of Henri Charles-Lavauzelle de leiding over het bedrijf. Niet uit te sluiten is dat hij de bedrijfsnaam aan zijn familienaam heeft toegevoegd, maar het is ook mogelijk dat hij een telg is geweest uit de familie die het bedrijf ooit oprichtte. Of Henri na de Eerste Wereldoorlog ook nog leiding gaf aan het bedrijf, is onduidelijk. Hij overleed in 1926. Dat hij zelf de vormgeving van het certificaat heeft verzorgd, is onwaarschijnlijk. Maar uiteindelijk is hij wel verantwoordelijk geweest voor een fraai product, waar bij nadere beschouwing toch best wat op aan te merken valt.
Tom Smit zegt
Als altijd bijzonder interessant verhaal Peter! Dank!