Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Dwarskijken: Vallen

26 december 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Joseph, een zwart model geschilderd door Théodore Chassériau, vertoont in houding grote gelijkenis met vier gevallen mythologische figuren, die verbeeld werden door Hendrick Goltzius.

“And if I should fall, would you hold me”, zingt Beth Gibbons (Portishead) met haar kenmerkende ijle stem in het nummer Hunter. Ik moest eraan denken toen ik pas weer eens Icarus van Hendrick Goltzius tegenkwam.
Andersom moet ik ook altijd als ik het nummer hoor aan een van de bekendste valpartijen uit de kunstgeschiedenis denken. Dat die val zo bekend is komt natuurlijk door het verhaal. Samen met zijn vader Daedalus, die voor koning Minos van Kreta het labyrint van Knossos heeft gemaakt, zit hij gevangen. Minos wil ze niet laten gaan, omdat Daedalus het geheim van het labyrint kent. In het geniep werkt Daedalus echter aan hun ontsnapping: hij verzamelt veren om daar met was vleugels van te maken. Als het moment van wegvliegen daar is, waarschuwt Daedalus zijn zoon: vlieg niet te laag over de zee, want dan worden de vleugels nat en te zwaar; vlieg niet te hoog en te dicht bij de zon, want dan smelt de was. Het gevoel van vrijheid tijdens het vliegen stijgt Icarus echter naar zijn hoofd, hij vergeet de waarschuwingen van zijn vader en stort in zee.

Vier mythologische figuren die slachtoffer werden van hun overmoed en vielen, verbeeld door Hendrick Goltzius.
V.l.n.r. Ixion, Icarus, Phaëton en Tantalus, verbeeld door Hendrick Goltzius

Hendrick Goltzius werkte rond 1588 naar voorbeeld van schilder Cornelis Cornelisz. van Haarlem aan de verbeelding van het verhaal. We zien Icarus, een hand voor zijn ogen tegen het verblindende zonlicht en met een blik van wanhoop, in een rare houding, zonder vleugels. Onder hem zien we, veel verder naar de achtergrond, een man mét vleugels, Daedalus. Om de prent staat een Latijnse tekst waarvan niet helemaal duidelijk is hoe die gelezen moet worden, maar waar in ieder geval uit af te leiden valt dat we hier inderdaad met Icarus te maken hebben.
Goltzius’ Icarus maakt deel uit van een serie van vier vallers. Phaëton steelt de zonnewagen van zijn vader Helios, rijdt de dicht langs de aarde, wat leidt tot brandplekken. Voor hij de hele aarde in brand zal steken, mikt oppergod Zeus hem met een bliksemschicht van de wagen. We zien Phaëton tuimelen, terwijl in de achtergrond de zonnewagen, een los wiel en drie paarden zichtbaar zijn.
Tantalus werd door Zeus uitgenodigd voor een feestmaal op de Olympus. Daarvandaan nam hij godenvoedsel mee. Bij een banket dat Tantalus voor de goden organiseerde zette hij hen zijn zoon Pelops te eten voor. De goden doorzagen het en Zeus wierp Tantalus naar de diepste plek van de hel, waar hij eeuwig honger en dorst zou lijden.
Tenslotte is er Ixion, die zijn schoonvader vermoordde, door Zeus min of meer gerehabiliteerd werd en die vervolgens Zeus’ echtgenote Hera probeerde te verleiden. Ook hij werd door Zeus in de hel gegooid.

Icarus van Hendrick Goltzius en een kopie door Jan de Bry
Icarus van Hendrick Goltzius (links) en de kopie van Jan de Bry

Goltzius beeldde alle vier de overmoedigen af in ongewone houdingen. Tenminste zo lijkt het. Wie goed kijkt ziet dat de houding steeds min of meer hetzelfde is en dat het perspectief steeds anders is. Wel apart is dat er van Icarus twee spiegelbeeldige versies bestaan. De versie waar Icarus van rechts naar de zon linksboven kijkt is gesigneerd door Jan de Bry, een tijdgenoot van Goltzius en Cornelis Cornelisz. Kennelijk heeft hij het origineel nauwkeurig nagetekend op de etsplaat en daarna de voorstelling gedrukt.

Zie de mannen vallen van Hauser Orkater

Toen ik de vier prenten van Goltzius naast elkaar zag, moest denken aan een nummer van Hauser Orkater. Zie de mannen vallen, weten zij dan niet. Dat alleen een vrouw kan balanceren op de rand, van een hoge houten wand. Hier is het geen overmoed, maar onwetendheid.
Daarmee leek het verhaal me wel behoorlijk rond en klaar voor publicatie. Maar toen was ik jarig en kreeg ik onder meer het boek Altijd iets te vinden van Wieteke van Zeil. Daarin kwam ik een hoofdstuk tegen over het omarmen van veranderlijkheid. Het gaat over vastgeroest zitten in oude denkpatronen, waarbij in de kunstgeschiedenis door witte beschouwers eeuwenlang geen aandacht is besteed aan op schilderijen afgebeelde zwarte personen. Van Zeil illustreert haar verhaal met een studie van Théodore Chassériau van Joseph, een in zijn tijd veel gevraagd model, die bijvoorbeeld te zien is op Het vlot van de Medusa van Théodore Géricault. Wat direct opvalt in de studie is de houding van Joseph. Hij vertoont grote overeenkomst met de vier mythologische figuren van Goltzius. Maar van overmoed is geen sprake, het is immers maar een modelstudie. En dan pas besef je dat Goltzius’ prenten eigenlijk ook niets meer zijn dan een modelstudie. Door ze aan te duiden als mythologische figuren, kregen de prenten meer betekenis. Maar uiteindelijk is het gewoon een naakte man, getekend uit vier verschillende hoeken.

Thédore Chassériau, Etude après le modèle Joseph, Musée Ingres-Bourdelle, Montauban

Categorie: Dwarskijken, muziek, schilderkunst, tekenkunst Tags: Hendrick Goltzius, Théodore Chassériau

Op zoek naar Schwind (35): Franz Lachner

3 april 2021 door Peter Zunneberg Reageer

In deze reeks kwamen we in Moritz von Schwinds schilderij Die Hochzeitsreise al eens Franz Lachner tegen, terwijl hij na een hotelovernachting Moritz von Schwind en zijn kersverse bruid Luise uitgeleide doet. Maar Franz Lachner was helemaal geen hoteleigenaar, hij was componist. Moritz von Schwind wijdde één bijzonder werk, de zogeheten Lachner-Rolle, speciaal aan zijn vriend. Tijd om nader te kijken wie Franz Lachner en hoe zijn verhouding met Moritz von Schwind was.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (35): Franz Lachner

Categorie: muziek, Op zoek naar Schwind, schilderkunst, tekenkunst Tags: Franz Lachner, Franz Schubert, Moritz von Schwind

Dwarskijken: Het vlot van de Medusa

6 oktober 2020 door Peter Zunneberg Reageer

Théodore Géricault, Vlot van de Medusa

In juli 1816 leed het Franse fregat Méduse schipbreuk voor de westkust van Afrika. Aan boord werd een vlot gebouwd, waarop 140 opvarenden zich maar moesten zien te redden. Ze werden door de kapitein van het schip en zijn officieren zonder voedsel of water in de steek gelaten. Hoe het die kapitein en zijn officieren is vergaan, kom ik nergens tegen. Maar het vlot werd na twaalf dagen dobberen op de Atlantische Oceaan gevonden. Vijftien van de 140 waren nog in leven. De rest was van het vlot gesprongen of geduwd of van honger omgekomen en door de overlevenden geheel of gedeeltelijk opgegeten. Het voorval werd in de pers breed uitgemeten. Twee jaar later verwerkte Théodore Géricault in een beroemd geworden schilderij, Le Radeau de la Méduse. Het laat enorm goed de wanhoop en de ontreddering op het vlot zien.
In een referendum gehouden op 23 juni 2016 kregen de kiezers in Groot-Brittannië de vraag voorgelegd of zij ja dan nee de Europese Unie wilden verlaten. Een kleine meerderheid was voor en Brexit was een feit. Nou ja, niet helemaal, er volgden nog jaren van procedures en onderhandelingen. Het inspireerde cartoonist Michael de Adder van de Toronto Star tot een prent waarbij opvarenden van een vlot afscheid nemen van een luxe cruiseschip. Het is niet alleen het vlot dat aan Géricault herinnert, het is ook de piramidale opzet en de wat gehavende vlag. Het vrolijke “So long suckers” duidt op optimisme, maar de waarschuwing vanaf de zijlijn is voor wanhoop en ontreddering.

Géricaults schilderij heeft oneindig vaak navolging gekregen. Bijvoorbeeld in Asterix en het 1e Legioen. Nadat het schip met de piraten een ontmoeting heeft gehad met Asterix en Obelix blijven de piraten achter op een vlot, geheel in overeenstemming met Géricaults compositie. “Ach, ’t went wel …”, zegt de piratenhoofdman bij de geslaagde visuele grap. De Engelse vertaling is al een stuk scherper. Daar zegt hij “We’ve been framed, by Jericho”, wat zo veel betekent als “We zijn te pakken genomen”. Maar het is ook een verwijzing naar de tekening, “We zijn ingekaderd”. Maar het sterkst is het Franse origineel, waar de hoofdman “Je suis Médusé” stamelt (“ik ben verbijsterd”) daarmee woordelijk verwijzend naar de scheepsramp.
Een andere verwerking is van de Ierse band The Pogues die Géricaults schilderij gebruikten op de hoes van hun album Rum, Sodomy and the Lash. Met die drie termen wordt het leven in de Britse marine samengevat. “It’s rum, sodomy and the lash for our shipmates. Imagine what we’d do to our eniemies.”

Théodore Géricault, Het vlot van de Medusa

Categorie: Dwarskijken, schilderkunst, tekenkunst Tags: Théodore Géricault

Muurmuseum: Mozes

11 september 2020 door Peter Zunneberg

Tegels, Reims, St. Rémi, Mozes

Bijbelboek Exodus verhaalt over Mozes en hoe hij het volk van Abraham, na jaren van slavernij in Egypte naar het beloofde land leidde. Aangekomen bij de Rode Zee bleek dat een niet te onderschatten barrière. Maar Mozes strekte zijn hand uit, het water week uiteen en er ontstond een doorgang. Toen iedereen veilig aan de overkant was, sloot het water zich weer en werden de achtervolgende Egyptenaren verzwolgen.
In 2010 was er groot wetenschappelijk nieuws. Amerikaanse wetenschappers van het National Center for Atmospheric Research hadden met een computersimulatie aangetoond dat het verhaal waar zou kunnen zijn. Door een sterke oostenwind zou een deel van een watervlakte tijdelijk droog kunnen vallen. Er was maar één klein probleempje: in de Rode Zee die van noord naar zuid loopt is het onmogelijk. Maar misschien, zo opperden de wetenschappers, ging het om een nabijgelegen meer en berustte de aanduiding Rode Zee op een vertaalfout.
Michelangelo, Mozes, RomeWie een beetje thuis is in de kunstgeschiedenis weet dat Mozes al eens eerder slachtoffer is geworden van een foute vertaling. In de kerk van San Pietro in Vincoli in Rome bevindt zich het beroemde Mozesbeeld van Michelangelo. Het is het beroemdste voorbeeld van Mozes met hoorntjes. Maar Mozes had geen hoorntjes moeten hebben, maar moeten stralen, nadat hij van God de tafelen met de tien geboden had gekregen. Het Hebreeuws, de taal waarin het oude testament geschreven is, kent geen klinkers. Waar eeuwenlang karan (hoorntjes) gelezen is, had keren (stralen) gelezen moeten worden.
Ooit lagen er zo’n tweehonderd tegels op de vloer van de oude abdij van Saint Nicaise in Reims, maar daar hadden ze veel te lijden. Uiteindelijk zijn er 48 gered en die hangen nu in de basiliek van Saint Rémi. De vierkante tegels stammen vermoedelijk uit de 13e eeuw, zijn zo’n vijftig bij vijftig centimeter, zijn allemaal 45 graden gedraaid, de hoeken zitten boven en onder, links en rechts. De meeste tegels hebben oudtestamentische voorstellingen, die tijdens de productie als lijntekeningen in de natte klei zijn gekerfd en na het bakken zijn opgevuld met lood. Bijschriften verklaren de tekeningen. Zo is er een Daniël in de leeuwenkuil en zijn er minstens twee met het bijschrift La rouge mer of La mer rouge. En wie zien we daar? Een man die met zijn staf het water splijt, Mozes, compleet met hoorntjes.
Terwijl ik naar de tegels keek, stond naast mij een stel waarvan hij tegels aanwees en het woord diable fluisterde. Nu was het in de Middeleeuwen zeker niet ongewoon om gelovigen schrik aan te jagen voor het verkiezen van de verkeerde weg. Maar op de tegels in Reims is daar zeker geen sprake van. Het is gewoon Mozes met zijn noodlottige hoorntjes.

Mozes, Rode Zee, Reims, St. Rémi

Links: Mozes splijt de Rode Zee; midden: Achtergolvende Egyptenaren worden verzwolgen door de Rode Zee; rechts: Voorstelling houdt mogelijk verband met de dans om het gouden kalf

Categorie: erfgoed, Muurmuseum, tekenkunst Tags: Michelangelo, Mozes, Reims

Dwarskijken: Spiegel

14 mei 2020 door Peter Zunneberg

Dwarskijken, spiegel, Joost Swarte, Brassaï

Jarenlang hing De spiegel van Joost Swarte boven de schoorsteenmantel. Het is een geijkte plek voor een spiegel en daar speelden we mee. In de tekening van Swarte zien we een man zittend op een bank. Hij heeft een woeste blik in zijn ogen, zit verwoed te roken en trekt vertwijfeld aan zijn stropdas. Waar hij naar kijkt kunnen we niet zien. Maar tegelijkertijd zien we het wel. Achter de man bevindt zich een wandhoge spiegel, waar we een stel zien dansen. De vrouw heeft de man stevig om zijn nek geklemd en een andere conclusie dan dat ze elkaar zoenen is niet mogelijk. Verder naar rechts betreedt een kelner de ruimte met een fles champagne, terwijl er, zo zien we op de tafel voor de man op de bank, alleen maar bier gedronken is. De kelner ziet het dansende en zoenende stel en schat de situatie juist in: trouble!
Waar Swarte slechts een klein deel van de ruimte tekent, kunnen we het hele verhaal begrijpen via de spiegel. Daarbij is het perspectief van de tekenaar zo dat hij zelf niet wordt weerspiegeld.

Fotograaf Brassaï fotografeerde rond 1930 een verliefd stel in een klein café in Parijs. Hier niet één wand met een spiegel, maar twee. Brassaï koos voor een hoek van ongeveer 45 graden, waardoor hij het stel in het café zag, de man in een spiegel en de vrouw in de andere. De man zien we schuin op zijn achterhoofd, maar via zijn spiegelbeeld weten we toch hoe hij eruit ziet. De vrouw kunnen we wel in haar gezicht zien. Van haar is het juist de verliefde blik die nog een keer herhaald wordt.

Vanochtend besprak Hans Aarsman in De Volkskrant een foto van Véronique de Viguerie. Mijn eerste gedachte was hé, een spiegel. Het rare vertekende kader, de gedrongen gestalte van de vrouw met de stofzuiger, als je jaren naar Joost Swarte hebt gekeken is het nog niet zo gek.
Dwarskijken, foto, Aarsman Collectie
Maar het slaat natuurlijk nergens op. De oude vrouw, de ronde tafel met het blauwe kleedje en de twee waterflessen ontbreken in wat het spiegelbeeld zou moeten zijn. En hoe is het mogelijk om in een spiegel de onderkant van wat waarschijnlijk een opklapbed is, te zien, terwijl dat zich overduidelijk achter de schuifdeuren bevindt? Maar juist door dat bed, dat de ruimte waar de ene vrouw aan tafel zit en de andere stofzuigt, in tweeën deelt, lijkt het alsof er een soort lambrisering is waar een spiegel op rust.

Het bewijst weer eens hoe kunst een referentiekader in het dagelijks leven kan worden.

 

Categorie: Dwarskijken, fotografie, tekenkunst Tags: Brassaï, Joost Swarte, Véronique de Viguerie

« Vorige

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Venlo Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in