Toen wij in 1994 trouwden stond op de kaart Auch wir in Arkadien. Het was een knipoog naar Johann Wolfgang von Goethe die voor zijn Italienische Reise Et in Arcadia ego als motto koos. Ook wij waren naar Italië geweest en hadden elkaar onderweg naar Rome leren kennen. Goethe is hier al diverse keren langsgekomen, maar er valt nog meer over deze tekst te vertellen. En de crux zit hem bij Nicolas Poussin.
[Lees meer…] overEt in Arcadia …Adam en Eva
Een paar weken geleden moest ik in Rome even wat boodschappen doen. Vanuit ons appartement op de Viale Vaticano liep ik naar de dichtstbijzijnde supermarkt. Hier geen toeristen, alleen maar Romeinen. Op een wand zag ik een tekening van een jong stel, gearmd en op de rug gezien. Ze keken naar een boom. Je mag me geconditioneerd vinden, maar als ik zie of hoor man, vrouw, boom, dan denk ik Adam en Eva. Misschien kwam het door de bijna gewijde grond, zo dicht bij Vaticaanstad. Maar misschien was het ook wel de bedoeling van de anonieme maker. Ten slotte komen kunstenaars op zoek naar een onderwerp al een kleine twintig eeuwen lang als eerste bij de Bijbel uit.
Toch viel er bij deze tekening nog wel wat op af te dingen. Waren het wel Adam en Eva? De man en de vrouw waren immers eigentijds gekleed, terwijl ze in het paradijs nog naakt waren. De schaamte en het zichzelf bedekken kwamen pas na het plukken van de appel. Van appels was überhaupt geen sprake. Wel waren in de boom vagelijk vijf vormen herkenbaar, die deden denken aan met water gevulde ballonnen aan een touwtje. Of, een beetje luguber, aan vijf stroppen zoals je die in films altijd klaar ziet hangen voor terdoodveroordeelden.
En juist dat gebrek aan eenduidigheid – noem het gelaagdheid – sprak me aan in deze tekening. Het deed me beseffen dat hier een stel stil stond bij een boom, kennis nemend van goed en kwaad. Dus toch Adam en Eva.
School en kunst (11): Otto Dicke
De lesstof op de HBS kon Otto Dicke (1918-1984) maar matig boeien, liever tekende hij karikaturen van zijn leraren. Na drie jaar stuurden zijn ouders Otto naar de ambachtsschool, waar hij tot reclameschilder werd opgeleid, een vak waarin hij zich bekwaamde bij reclamebureau De la Mar in Amsterdam. De sfeer daar, met bijvoorbeeld collega-tekenaar Eppo Doeve, stond Dicke wel aan, maar het werk trok hem minder. In het najaar van 1939 werd Dicke gemobiliseerd. In de begindagen van de Tweede Wereldoorlog was hij betrokken van de verdediging van vliegveld Ockenburg, werd krijgsgevangen gemaakt, maar ook al snel weer vrijgelaten. Samen met zijn zuster Lenie raakte hij betrokken bij het verzet en lange tijd heeft hij ondergedoken gezeten.
Ex Libris Thekla Maschmeyer
Ik had dit stuk Een klein leven kunnen noemen, ware het niet dat die titel je makkelijk op het verkeerde been zou kunnen zetten. En Hanya Yanagihara heeft meer lezers dan ik. Toch zou het best toepasselijk zijn. Het begon met de aankoop van een boek, Oud-Italiaanse villa’s, tuinen en parken. Nota bene een boek dat ik al had, maar dat kon ik op het moment van aankopen niet nagaan. Voor in het boek zat een kaartje geplakt, Ex Libris Thekla Maschmeyer. Het was een wat knullig tekeningetje, met gestileerde wolken donkere bergen, twee stolpboerderijen, een grazende koe en een wat onbestemde voorgrond. Omdat ik wilde weten wie Thekla Maschmeyer was, googelde ik op haar naam.
Bergen
Drie treffers leverde dat in eerste instantie op: één naar de Bergense Kroniek themanummer 7 en twee naar het archief van Gerard Bartel Brom, in 1923 bij de oprichting van de Katholieke Universiteit Nijmegen benoemd als eerste hoogleraar kunstgeschiedenis. Maschmeyer had hem twee keer een brief geschreven. De uitgave van de Historische Vereniging Bergen NH is getitel De familie Maschmeijer en “Zuilenhof”. Vader August Maschmeyer bleek zich zeer succesvol te hebben opgewerkt van deur-aan-deur-verkoper van textiel tot handelaar in textiel, naaimachines en andere zaken. Hij verhuisde van Amsterdam naar Bergen waar hij en oud pand liet verbouwen tot luxe villa en waar hij jarenlang in de gemeenteraad zat. Het geeft een mooi inkijkje in wat handelsinstinct en geld aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw allemaal mogelijk maakten.
Haitink
Een korte passage is aan Thekla gewijd. Ze werd geboren in 1887 als derde van vier kinderen. Als kind las ze veel, wat ertoe leidde dat ze in Amsterdam Frans ging studeren. Na haar afstuderen werd ze lector in Amsterdam en raakte ze hecht bevriend met Karel Rudolph Gallas, hoogleraar Franse taal- en letterkunde en later vooral bekend als lexicograaf. We lezen dat ze een auto bezat met kenteken G 92. Die G staat voor de provincie Noord- Holland en 92 is het volgnummer. Met die auto “reed ze in die tijd met haar vriend professor Gallas al heel Europa door”.
Op de universiteit maakte Thekla Maschmeyer kennis met Anna Clara Verschaffelt met wie zij hecht bevriend raakte. Deze Anna Clara Verschaffelt trouwde met Willem Herman Leonard Haitink en een van hun kinderen was zoon Bernard. Het gezin Haitink logeerde tussen 1920 en 1930 geregeld in Bergen en we lezen dat professor Gallas, een groot muziekliefhebber de jonge Bernard diverse keren heeft meegenomen naar de Matthäus Passion. Ook overnachtte Thekla Maschmeyer geregeld bij de Haitinks in Amsterdam.
Brom
Zoals gezegd stuurde Thekla Maschmeyer twee keer een brief naar Gerard Bartel Brom. In de eerste, van 28 januari 1936, meldt ze Brom dat ze die avond aanwezig is geweest bij de lezing die hij had gegeven over Rembrandt in de literatuur. Ze is vol bewondering en noemt het een gemiste kans dat de Universiteit van Amsterdam Brom geen professoraat heeft aangeboden. Van het papier waarop ze schrijft kunnen we afleiden dat ze dan nog in Bergen op de Zuilenhof woont.
Zeven jaar later, op 29 september 1943, schrijft ze Brom opnieuw, nu vanaf Keizersgracht 274. Ze meldt Brom dat ze samen met professor Gallas het manuscript Het romantisme van Tolstoï heeft doorgezien. “Ik vind het heel prettig dat u mij dit werk wilt toevertrouwen en zal trachten het zoo goed mogelijk te doen.” Waaruit dat werk bestaat, is niet helemaal duidelijk. Maar in 1941 blijkt er van Brom een publicatie te zijn uitgegeven Le Romantisme de Tolstoi. Mogelijk heeft Brom Thekla Maschmeyer gevraagd om dat te vertalen. En dat zou erop duiden dat ze veel vaker gecorrespondeerd hebben, dan wel elkaar geregeld hebben ontmoet.
Ridderromans
Verder vind ik nog een ongedateerde brief van Th. Maschmeyer aan Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer, beter bekend als Nienke van Hichtum, schrijfster van Afkes tiental. Dat de afzender Thekla Maschmeyer was, lijkt me meer dan waarschijnlijk, aangezien er veelvuldig wordt gerefereerd aan Franse middeleeuwse literatuur als het Chanson de Roland. En dan is er nog een brief van Hendrik Frederik Willem Jeltes, kunsthistoricus, publicist en griffier bij het gerechtshof in Amsterdam aan Maschmeyer, waarbij het onzeker is of Thekla de geadresseerde was. Met zekerheid durf ik wel te stellen dat Thekla Maschmeyer veel meer brieven verstuurd én ontvangen moet hebben.
Natuurmonumenten
Verder zoeken via Delpher levert op dat Thekla, haar vader August en haar broer Rudolf in 1914-1915 al lid waren van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, die in 1905 door Jac. P. Thijsse was opgericht. Daarnaast heeft Thekla Maschmeyer bijgedragen in 1938 bijgedragen aan een Hommage à K.-R. Gallas en is haar naam vermeld in het in 1913 verschenen Album Academicum van het Athenaeum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam. Dit boekwerk bevatonder meer de namen van studenten tussen 1799 en 1913.
Als ik zoek op Thekla Maschmeijer, de schrijfwijze van de familienaam zoals de Bergense historische vereniging die hanteert, kom ik ineens bij officiële stukken en vind ik haar doopnamen Thekla Helena Charlotte zijn en dat ze is geboren op 2 september. Waar de achternaam met twee schrijfwijzen verwarrend is, blijkt er in nota bene in notariële akten ook nog eens van Helena af en toe Helene gemaakt te zijn. Zoeken op haar volledige geboortenaam levert ook nog op dat ze ooit een officiële Franse onderscheiding heeft mogen ontvangen en dat ze zich Officier d’Académie mocht noemen.
Van Kerckhoff
En dan is er nog het boek waarin ik Thekla Maschmeyers Ex libris heb gevonden, Oud-Italiaansche villa’s, tuinen en parken. Auteur is Emilie van Kerckhoff die werd opgeleid tot beeldend kunstenaar aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze woonde samen met beeldhouwster Saar de Swart, eerst jaren lang in het Gooi en vanaf 1918 op het Italiaanse eiland Capri. Ze reisde veelvuldig en het resultaat van die reizen is terug te lezen in twee andere boeken die ze publiceerde: Java: beelden van volksleven en bedrijf en Bouwwerken en tuinen der Groot-Mogols. Nadat Saar de Swart in 1951 was overleden, keerde Van Kerckhoff terug naar Nederland, waar ze in 1960 overleed. Het Rijksmuseum bezit een portret van Emilie van Kerckhoff dat getekend werd door Jan Veth.
Grote vraag is of Thekla Maschmeyer, die nooit getrouwd is geweest, Emilie van Kerckhoff persoonlijk gekend heeft.
Veel is het allemaal niet en belangrijk evenmin. Toch krijg ik uit wat ik zo snel gevonden heb het beeld van een fascinerende en avontuurlijke vrouw. En dat allemaal door een Ex Libris in een oud boek.
Lijntekening in de openbare ruimte
In 2010 werd op het kruispunt Broerdijk-Hengstdalseweg in Nijmegen-Oost een rotonde aangelegd. Op de Broerdijk heeft in de Romeinse tijd zeer waarschijnlijk in noordelijke richting een aquaduct gelopen. Om dat zichtbaar te maken is er een monument geplaatst. Maar dat kwam pas na veel vijven en zessen tot stand. Zo was er een eerste ontwerp waarbij kunstenaar JIlles Waagmeester voorstelde om als een lijntekening de contouren van het hoofd van een Romeinse Centurion, maar wel met de karakteristieke rode hanenkam. Het voorstel werd afgewezen door de commissie beeldkwaliteit van de gemeente Nijmegen. Het belangrijkste argument was dat van twee van de vier wegen die naar de rotonde leiden, het monument te zien zou zijn als verticale rechte lijn. Daar valt wat voor te zeggen, het perspectief van de beschouwer speelt een belangrijke rol.
Toch kan een lijntekening in de openbare ruimte wel degelijk werken. Dat bewees bijvoorbeeld Jeroen Henneman met De Kus, die ruim dertig jaar lang langs de Bijlmerdreef in Amsterdam stond. Het beeld, gemaakt in opdracht van Koninklijke Bijenkorf Beheer, werd iconisch. Dus toen het gebouw een nieuwe eigenaar kreeg, die van het beeld af wilde, ging men op zoek naar een nieuwe plek. Daarbij stelde Henneman twee eisen: voldoende ruimte om het contrast van het beeld met de lucht te kunnen laten zien, en een stedelijke omgeving. Uiteindelijk kwam het beeld te staan op het Anton de Komplein in Amsterdam, niet ver verwijderd van de oorspronkelijke plek. Het is niet Hennemans enige Kus. In 2007 schonken Willem Alexander en Maxima een variatie op het werk aan de gemeente Apeldoorn.
Pas zag ik opnieuw een lijntekening in de openbare ruimte. Langs de A28, net ten noorden van de Amersfoortse wijk Vathorst, staat een boerderij. Door de snelheid van jou als automobilist én door de lijnen, krijg je even de indruk van een karkas van een boerderij, maar al snel besef je dat een plat vlak is. Ten minste, bijna. Want op de schoorsteen midden op het dak is een horizontale ring geplaatst die dienst kan doen als ooievaarsnest. Dat is ook terug te zien in de naam van het werk: Uiverhoeve. Maker is kunstenaar André Pielage. Hij bekleedde de stalen constructie met zwart gecoat aluminium waarvoor hij de mallen met de hand vormde. Daardoor ontstaat de indruk dat de boerderij is afgebrand.
Door het zien van de boerderij als lijntekening dacht ik nog eens over de Romeinse Centurion. Juist de ervaring dat die verticale lijn de contouren laat zien van een hoofd of juist andersom dat dat hoofd niets anders is dan een rechte verticale lijn. Eigenlijk was dat best een spannend idee, juist omdat je het op een rotonde altijd van meerdere kanten bekijkt.