Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Saar de Swart

17 oktober 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Was Saar de Swart de Muze van de Tachtigers, zoals dichter Jan Engelman haar na haar dood noemde?

“Sinds ze minder als naaldkunstenares deed had ze een andere liefhebberij opgepakt: schrijven. Over Pompeï, de kunstacademies in Rome, het Russisch ballet. Nu schreef ze over oud-Italiaanse villa’s, tuinen en parken.”
Dit schrijft Brigitte de Swart in haar roman Omdat de muze over Emilie van Kerckhoff. Dat boek over die oud-Italiaanse villa’s, tuinen en parken zette mij een paar maanden geleden op het spoor van Thekla Maschmeyer. Maar het wekte ook mijn interesse in Emilie van Kerckhoff en vooral Saar (of Sara) de Swart, met wie Van Kerckhoff jarenlang een relatie heeft gehad.

De Muze van de Tachtigers noemde dichter Jan Engelman Saar de Swart, toen hij in 1951 in de Groene Amsterdammer een in memoriam wijdde aan de beeldhouwster die berooid in haar huisje op Capri op 90-jarige leeftijd was overleden. Dat is zonder meer een pakkende aanduiding. In de titel van haar roman speelt Brigitte de Swart, in de verte verwant aan Saar, er ook mee. In mijn stuk over Thekla Maschmeyer nam ik de aanduiding ook over. Maar omdat ik er een opmerking over kreeg én omdat er de afgelopen jaren in twee publicaties aandacht is besteed aan Saar de Swart, werd ik wel nieuwsgierig of Engelman het bij het rechte eind had.

Ik las eerst het boek van Brigitte de Swart. Dat vertelt vlot het verhaal van Saar, haar leven met Baukje van Mesdag in Amsterdam en de omgang met de Tachtigers. Uitgebreid staat de schrijfster stil bij de schilder Eduard Karsen, die een liefde voor Saar opvatte, die zij niet wenste te beantwoorden. Vriendschap was haar meer dan genoeg. Karsen, mogelijk aangezet door dichter Willem Kloos, startte daarop een lastercampagne, waarbij hij Saar via brieven en kaarten aan vrienden en familie beschuldigde van giftige praktijken. Het kwam tot een scheidsgericht, waarbij een soort tribunaal van vrienden en deskundigen oordeelde over de acties van Karsen en zijn beschuldigingen als volledig ongegrond van tafel veegde.

Nadat deze nare geschiedenis achter de rug is, focust het boek op de relatie die Saar krijgt met Emilie van Kerckhoff, met wie zij een gelukkige en buitengewoon productieve tijd beleeft in hun villa in Laren, waarbij zij contacten onderhoudt met tal van vooraanstaande figuren uit de culturele wereld. Dit duurt totdat op een dag Saars geld, afkomstig uit de nalatenschap van haar vader, maar waarschijnlijk vooral haar grootvader, op is. De kunstverzameling wordt stukje bij beetje verkocht en ten slotte ook de villa.

Na een periode van reizen koopt Emilie van Kerckhoff een huis op Capri, waarbij ze Saar het tuinhuisje gunt. Van een echte liefdesrelatie is dan al geen sprake meer. Emilie is zozeer gekwetst doordat Saar haar nooit in vertrouwen heeft genomen toen de financiële problemen zich aandienden, dat ze besluit meer afstand tot Saar te bewaren. Hoe de twee vrouwen nog een aantal jaren zo dicht bij elkaar hebben geleefd en op welke manier ze daarbij met elkaar omgingen, daarover is weinig bekend en daar besteedt Brigitte de Swart dan ook weinig aandacht aan.

Wel psychologiseert ze er lustig op los. De bindingsangst die ze Saar toedicht zou veroorzaakt zijn door een voorval dat Saars moeder als klein kind voor het leven getekend heeft. Die vrijheid heeft ze uiteraard als romanschrijfster, maar in de passages waarin ze zich verder van de feiten weg beweegt, verliest de roman wat mij betreft aan overtuigingskracht. In hoeverre Brigitte de Swart zich gebaseerd heeft op eigen onderzoek, is ook niet helemaal helder.

Het is niet onwaarschijnlijk dat ze voor de feiten grotendeels geput heeft uit Fatale kunst van kunsthistoricus Jaap Versteegh, ook al ver verwant aan Saar. Na jarenlang onderzoek verwerkte Versteegh wat hij gevonden had in een monografie, die verscheen in 2016. Met het verschijnen van het boek organiseerde de Kunsthal in Rotterdam een tentoonstelling over Saar de Swart die eveneens de titel Fatale kunst kreeg.

Opvallend is dat op het omslag van beide boeken over Saar de Swart het enige geschilderde portret van Saar, door George Hendrik Breitner, te zien is, zij het spiegelbeeldig. Bij Versteegh, die zich aan de feiten heeft gehouden, is het afgedrukt zoals het geschilderd is, terwijl het bij De Swart die veel vrijer met Saars geschiedenis is omgegaan, ook hier vrijer is weergegeven door het portret om te keren.

Tot slot nog even terug naar Engelman. Was Saar inderdaad de Muze van de Tachtigers? Uit beide boeken komt het beeld op van een vrijgevochten vrouw die zich op geen enkele wijze wilde neerleggen bij conventionele man-vrouw verhoudingen. En die zich bovendien, gesteund door een fikse erfenis, die onafhankelijkheid kon veroorloven. Een vrouw die haar vrienden waar mogelijk financieel steunde en werk van hen kocht. Maar ook een vrouw die als het erop aankwam, met argwaan bekeken werd en zeker niet als inspiratiebron voor poëzie, muziek of tientallen portretten gefungeerd heeft. In tijden van krapte wisten de Tachtigers Saar gemakkelijk te vinden, maar het is opvallend dat er later in haar leven nog maar een enkeling, zoals de componist Alphons Diepenbrock, een rol heeft gespeeld. De Muze van de Tachtigers is een fraaie vondst van Engelman geweest, één die tot op de dag van vandaag voortleeft. Maar wie Fatale kunst en Omdat de muze leest, kan niet anders concluderen dan dat Engelman hiermee een al te romantisch beeld van Saar de Swarts leven heeft geschetst.

Categorie: beeldhouwkunst, literatuur, schilderkunst Tags: Emilie van Kerckhoff, George Hendrik Breitner, Saar de Swart, Thekla Maschmeyer

Ex Libris Thekla Maschmeyer

7 juli 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Ik had dit stuk Een klein leven kunnen noemen, ware het niet dat die titel je makkelijk op het verkeerde been zou kunnen zetten. En Hanya Yanagihara heeft meer lezers dan ik. Toch zou het best toepasselijk zijn. Het begon met de aankoop van een boek, Oud-Italiaanse villa’s, tuinen en parken. Nota bene een boek dat ik al had, maar dat kon ik op het moment van aankopen niet nagaan. Voor in het boek zat een kaartje geplakt, Ex Libris Thekla Maschmeyer. Het was een wat knullig tekeningetje, met gestileerde wolken donkere bergen, twee stolpboerderijen, een grazende koe en een wat onbestemde voorgrond. Omdat ik wilde weten wie Thekla Maschmeyer was, googelde ik op haar naam.

Bergen
Drie treffers leverde dat in eerste instantie op: één naar de Bergense Kroniek themanummer 7 en twee naar het archief van Gerard Bartel Brom, in 1923 bij de oprichting van de Katholieke Universiteit Nijmegen benoemd als eerste hoogleraar kunstgeschiedenis. Maschmeyer had hem twee keer een brief geschreven. De uitgave van de Historische Vereniging Bergen NH is getitel De familie Maschmeijer en “Zuilenhof”. Vader August Maschmeyer bleek zich zeer succesvol te hebben opgewerkt van deur-aan-deur-verkoper van textiel tot handelaar in textiel, naaimachines en andere zaken. Hij verhuisde van Amsterdam naar Bergen waar hij en oud pand liet verbouwen tot luxe villa en waar hij jarenlang in de gemeenteraad zat. Het geeft een mooi inkijkje in wat handelsinstinct en geld aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw allemaal mogelijk maakten.

Haitink
Een korte passage is aan Thekla gewijd. Ze werd geboren in 1887 als derde van vier kinderen. Als kind las ze veel, wat ertoe leidde dat ze in Amsterdam Frans ging studeren. Na haar afstuderen werd ze lector in Amsterdam en raakte ze hecht bevriend met Karel Rudolph Gallas, hoogleraar Franse taal- en letterkunde en later vooral bekend als lexicograaf. We lezen dat ze een auto bezat met kenteken G 92. Die G staat voor de provincie Noord- Holland en 92 is het volgnummer. Met die auto “reed ze in die tijd met haar vriend professor Gallas al heel Europa door”.
Op de universiteit maakte Thekla Maschmeyer kennis met Anna Clara Verschaffelt met wie zij hecht bevriend raakte. Deze Anna Clara Verschaffelt trouwde met Willem Herman Leonard Haitink en een van hun kinderen was zoon Bernard. Het gezin Haitink logeerde tussen 1920 en 1930 geregeld in Bergen en we lezen dat professor Gallas, een groot muziekliefhebber de jonge Bernard diverse keren heeft meegenomen naar de Matthäus Passion. Ook overnachtte Thekla Maschmeyer geregeld bij de Haitinks in Amsterdam.  

Brom
Zoals gezegd stuurde Thekla Maschmeyer twee keer een brief naar Gerard Bartel Brom. In de eerste, van 28 januari 1936, meldt ze Brom dat ze die avond aanwezig is geweest bij de lezing die hij had gegeven over Rembrandt in de literatuur. Ze is vol bewondering en noemt het een gemiste kans dat de Universiteit van Amsterdam Brom geen professoraat heeft aangeboden. Van het papier waarop ze schrijft kunnen we afleiden dat ze dan nog in Bergen op de Zuilenhof woont.
Zeven jaar later, op 29 september 1943, schrijft ze Brom opnieuw, nu vanaf Keizersgracht 274. Ze meldt Brom dat ze samen met professor Gallas het manuscript Het romantisme van Tolstoï heeft doorgezien. “Ik vind het heel prettig dat u mij dit werk wilt toevertrouwen en zal trachten het zoo goed mogelijk te doen.” Waaruit dat werk bestaat, is niet helemaal duidelijk. Maar in 1941 blijkt er van Brom een publicatie te zijn uitgegeven Le Romantisme de Tolstoi. Mogelijk heeft Brom Thekla Maschmeyer gevraagd om dat te vertalen. En dat zou erop duiden dat ze veel vaker gecorrespondeerd hebben, dan wel elkaar geregeld hebben ontmoet.

Ridderromans
Verder vind ik nog een ongedateerde brief van Th. Maschmeyer aan Sjoukje Troelstra-Bokma de Boer, beter bekend als Nienke van Hichtum, schrijfster van Afkes tiental. Dat de afzender Thekla Maschmeyer was, lijkt me meer dan waarschijnlijk, aangezien er veelvuldig wordt gerefereerd aan Franse middeleeuwse literatuur als het Chanson de Roland. En dan is er nog een brief van Hendrik Frederik Willem Jeltes, kunsthistoricus, publicist en griffier bij het gerechtshof in Amsterdam aan Maschmeyer, waarbij het onzeker is of Thekla de geadresseerde was. Met zekerheid durf ik wel te stellen dat Thekla Maschmeyer veel meer brieven verstuurd én ontvangen moet hebben.

Natuurmonumenten
Verder zoeken via Delpher levert op dat Thekla, haar vader August en haar broer Rudolf in 1914-1915 al lid waren van de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten, die in 1905 door Jac. P. Thijsse was opgericht. Daarnaast heeft Thekla Maschmeyer bijgedragen in 1938 bijgedragen aan een Hommage à K.-R. Gallas en is haar naam vermeld in het in 1913 verschenen Album Academicum van het Athenaeum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam. Dit boekwerk bevatonder meer de namen van studenten tussen 1799 en 1913.
Als ik zoek op Thekla Maschmeijer, de schrijfwijze van de familienaam zoals de Bergense historische vereniging die hanteert, kom ik ineens bij officiële stukken en vind ik haar doopnamen Thekla Helena Charlotte zijn en dat ze is geboren op 2 september. Waar de achternaam met twee schrijfwijzen verwarrend is, blijkt er in nota bene in notariële akten ook nog eens van Helena af en toe Helene gemaakt te zijn. Zoeken op haar volledige geboortenaam levert ook nog op dat ze ooit een officiële Franse onderscheiding heeft mogen ontvangen en dat ze zich Officier d’Académie mocht noemen.

Van Kerckhoff
En dan is er nog het boek waarin ik Thekla Maschmeyers Ex libris heb gevonden, Oud-Italiaansche villa’s, tuinen en parken. Auteur is Emilie van Kerckhoff die werd opgeleid tot beeldend kunstenaar aan de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze woonde samen met beeldhouwster Saar de Swart, eerst jaren lang in het Gooi en vanaf 1918 op het Italiaanse eiland Capri. Ze reisde veelvuldig en het resultaat van die reizen is terug te lezen in twee andere boeken die ze publiceerde: Java: beelden van volksleven en bedrijf en Bouwwerken en tuinen der Groot-Mogols. Nadat Saar de Swart in 1951 was overleden, keerde Van Kerckhoff terug naar Nederland, waar ze in 1960 overleed. Het Rijksmuseum bezit een portret van Emilie van Kerckhoff dat getekend werd door Jan Veth.
Grote vraag is of Thekla Maschmeyer, die nooit getrouwd is geweest, Emilie van Kerckhoff persoonlijk gekend heeft.

Veel is het allemaal niet en belangrijk evenmin. Toch krijg ik uit wat ik zo snel gevonden heb het beeld van een fascinerende en avontuurlijke vrouw. En dat allemaal door een Ex Libris in een oud boek.


Categorie: tekenkunst Tags: Emilie van Kerckhoff, Ex libris, Thekla Maschmeyer

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Venlo Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in