Een klein jaar werkte kunstenaar Andreas Hetfeld op een scheepswerf in Millingen aan een borstbeeld. Waarom op een scheepswerf en niet in zijn atelier? Omdat het borstbeeld zeven meter hoog moest worden. En hoewel de omvang anders doet vermoeden, was het precisiewerk. Hetfeld stapelde zo’n vijfhonderd corten-stalen platen, die elk exact op het juiste formaat moesten worden gefreesd, zodat ze gestapeld een natuurlijk borstbeeld zouden vormen. En waarom zo kolossaal? Omdat het beeld in de openbare ruimte moet opvallen.
De geportretteerde in kwestie is niemand minder dan Gerard Philips en het kunstwerk is een geschenk van het bedrijf dat hij oprichtte aan Eindhoven. In het begin in 1891 begon dat bedrijf met het produceren van gloeilampen, waarvoor Philips als chemisch technoloog een manier had ontwikkeld om gloeidraden te maken. Ook Gerards broer Anton komt al snel bij het bedrijf werken. Het startkapitaal is deels afkomstig van hun vader Frederik. In de decennia die volgden, breidden de broers Philips hun bedrijf uit met de productie van andere elektrotechnische apparaten.
Op zaterdag 29 april vertrok het afgeronde beeld van de scheepswerf over de Waal naar Zaltbommel, waar Gerard Philips in 1858 geboren werd. Daar in Zaltbommel wordt het beeld weer ontmanteld, om over de weg naar Eindhoven getransporteerd te worden. Vanaf een ponton getrokken door een sleepboot blikte het beeld statig in zuidelijke richting. Naar de enkele honderden belangstellenden die zich op de Nijmeegse Waalkade hadden verzameld. Maar zijn blik op de Nijmeegse benedenstad had nog iets anders speciaals.
In de Nonnenstraat in Nijmegen werd in 1788 Henriëtte Presburg geboren en negen jaar later haar zuster Sophie. Hun vader, Isaac Heymans Presburg was er voorzanger in de synagoge. Henriëtte en Sophie hadden nog drie broers of zussen, maar die zijn voor dit verhaal niet van belang. Na jaren in de Nonnenstraat te hebben gewoond, verhuisde het gezin Presburg naar de Grotestraat, waar een plaquette herinnert aan Henriëtte Presburg. In 1820 trouwde Sophie met Lion Philips en het stel vestigde in Zaltbommel. De vijfde van hun kinderen is de al genoemde Frederik Philips, de vader van Gerard en Anton Philips.
In 1814 was Henriëtte Presburg al getrouwd met de Duitse advocaat Heinrich Marx. Ze verhuisden naar Heinrichs woonplaats Trier. Uit het huwelijk werden negen kinderen geboren, waarvan er twee al jong overleden. Toen rond 1833 Henriëttes en Sophies ouders overleden machtigden Henriëtte en Heinrich hun zwager Lion Philips om de nalatenschap van de Presburgs af te handelen. Toen enkele jaren later Heinrich overleed, ondersteunde Lion Philips zijn neef die in Bonn rechten studeerde. Waar zijn kleinzoons in Nederland met hun bedrijf hun stempel drukten op de geschiedenis, heeft die neef nog veel groter invloed op de wereldgeschiedenis gehad. Zijn naam? Karl Marx.
Waar Karl Marx, getuige een brief aan zijn ouders uit 1836, ooit Nijmegen bezocht, is dat van Gerard Philips niet bekend. Zijn overgrootouders waren allang overleden toen hij werd geboren. En of er verder nog familie woonde, is niet bekend. Daarom is het mooi dat hij, weliswaar symbolisch met zijn blik rechtstreeks de Grotestraat in, de geboorteplaats van zijn grootmoeder en oudtante heeft kunnen groeten.