Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Op zoek naar Schwind (45): Neureuther

18 december 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Eugen Napoleon Neureuther door Johann von Halbig

Eugen Napoleon Neureuther – een naam die klinkt als een klok – werd geboren in 1806 en was twee jaar jonger dan Moritz von Schwind. Zijn eerste schilderlessen kreeg hij van zijn vader Ludwig. Vanaf 1823 bezocht hij de Akademie der Bildenden Künste in München, waar hij leerling werd van Wilhelm von Kobell. Via Peter Cornelius kreeg hij decoratieopdrachten in de Glyptothek. Hij ontwikkelde zich als schilder, verbleef enige tijd in Parijs en in Rome en in 1848 werd hij benoemd tot artistiek leider van de königlichen Porzellanmanufaktur Nymphenburg. Van 1868 tot 1877 was Neureuther professor aan de Kunstgewerbeschule in München. Hij overleed in 1882.

[Lees meer…] overOp zoek naar Schwind (45): Neureuther

Categorie: Op zoek naar Schwind, schilderkunst Tags: Adolf Friedrich von Schack, Eugen Napoleon Neureuther, Moritz von Schwind, München, Peter Cornelius

Dwarskijken: Mouwen

13 december 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Dwarskijken, Cornelia Parker, Kazimir Malevich

Cornelia Parker is een Britse kunstenares. Ze is vooral bekend door haar installaties en beelden. In 2005 maakte ze Subconscious of a Monument. Aan ontelbare draden hangen stenen – of moet je het brokstukken noemen – in een ruimte. Door de hoeveelheid draden zijn ze nauwelijks als zodanig te herkennen en lijkt het alsof de stenen, als gevolg van een explosie, vrij door de ruimte vliegen. Zo vreemd is die associatie niet, want het betreft inderdaad de restanten van een schuurtje dat Parker door het Engelse leger had laten opblazen.

Toen Parker in 2017, als eerste vrouw, de opdracht kreeg om een kunstwerk te creëren bij de algemene verkiezingen, was dat nieuws. Bij de artikelen in Engelse kranten verscheen een portretfoto van haar, gemaakt door Suki Dhanda. We zien een wat statische foto van Parker die met een licht spottende glimlach langs de lens van de fotograaf kijkt.

Bij het zien van die foto moest ik direct aan de Russische schilder en kunsttheoreticus Kazimir Malevich denken. In 1915 schilderde Malevich Zwart vierkant, waarmee hij volledige abstractie, oftewel suprematie, bereikte. Het was het begin van een stroming die in de kunstgeschiedenis bekend werd als suprematisme. Maar wat moet je daarna nog schilderen? Het was een probleem waar meer avant-garde kunstenaars, zoals ook sommige futuristen, zich voor gesteld zagen. Vaak zie je dat ze op hun schreden terugkeerden en toch weer traditioneler gingen schilderen. Hoe dan ook, Kazimir Malevich wordt algemeen aanvaard als een van de grondleggers van de moderne abstracte kunst.

Dat gold ook voor Malevich. In 1933 schilderde hij een zelfportret, waarvan hier een uitsnede te zien is. Waar zijn gezicht naturalistisch geschilderd is, kunnen we dat van zijn tuniek niet zeggen. Dat lijken meer vlakken in rood, zwart en wit. Het geeft het portret een zekere strengheid. Ook de blik, licht naar links en langs de beschouwer van het portret straalt iets van superioriteit uit. En laten die blikrichting en het nagenoeg ontbreken van emotie nou terug te zien zijn in het portret van Parker.

Kazimir Malevich schilderde portretten van een arbeidster en van zijn vrouw. Hun kleding vertoont gelijkenis met die van kunstenares Cornelia Parker op een portretfoto door Suki Dhanda

Maar er is nog iets dat Parker verbindt met Malevich, namelijk haar kleding. Over een gele top met korte plissé mouwen, draagt Parker een mouwloze blauwe denim jurk. In die kleuren blauw en geel zit iets van kleurentheorie, ze zijn immers complementair. Malevich schilderde in 1933 een portret van een arbeidster die een rood tuniek draagt met witte mouwen. Nog treffender is de gelijkenis van Parker met de vrouw van de kunstenaar, eveneens geschilderd in 1933. Malevich’ vrouw draagt een geel tuniek met blauwe mouwen.

Ik verdenk Cornelia Parker ervan dat zij meer te zeggen heeft gehad in hoe haar portretfoto eruit kwam te zien dan fotograaf Dhanda. En als dat niet zo is en het beeld geheel op toeval berust, dan is er wat mij betreft sprake van Subconscious of a Monument, het onderbewuste van een monument.

Categorie: Dwarskijken, fotografie, schilderkunst Tags: Cornelia Parker, Kazimir Malevich

Dwarskijken: Witte mannen

23 november 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Dwarskijken, Rein Dool, Rembrandt van Rijn

Een van de redenen dat Rembrandts Nachtwacht, ons ‘nationale’ schilderij, zo beroemd is, zit hem in de opstelling. Waar doorsnee schuttersstukken strak in het gelid – een beetje als een moderne elftalfoto – geposeerd waren, deed Rembrandt voorkomen alsof hij dit zooitje ongeregeld ’s avonds was tegengekomen. Nog steeds staan de belangrijkste personen in het midden, maar verder is het erg vernieuwend. Zo’n schuttersstuk is ook een momentopname. Je ziet in een oogopslag wie er op dat moment allemaal deel van uitmaakten. Anders is dat bij een portrettengalerij, waar juist beeltenissen te vinden zijn van personen die op enig moment dezelfde functie hebben vervuld.

Vier minister-presidenten die in Nijmegen rechten hebben gestudeerd, vastgelegd door Marijke van Balen

Minister-president
Een mooi voorbeeld van zo’n galerij is het rijtje van vier portretten van Marijke van Balen in het Grotiusgebouw, het onderkomen van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, in Nijmegen. Vier witte mannen die ooit rechten hebben gestudeerd. Kijk ernaar zonder enige voorkennis en je kunt je afvragen waarom hier geen vrouwen geportretteerd zijn, terwijl er misschien wel minstens zoveel vrouwen rechten studeren als mannen. Maar Louis Beel, Victor Marijnen, Jo Cals en Dries van Agt hangen hier omdat zij in Nijmegen rechten hebben gestudeerd én later minister-president van Nederland zijn geworden.

Acht stadsdichters van Nijmegen, vastgelegd door Mireille Ligterink

Stadsdichter
Een ander mooi voorbeeld is de reeks Nijmeegse stadsdichters van Mireille Ligterink in de openbare bibliotheek in Nijmegen. Wie de reeks aanschouwt, ziet eerst vier witte mannen (Merijn Hilte, Victor Vroomkoning, Jaap Robben, en Dennis Gaens), daarna drie vrouwen (Marijke Hanegraaf, Frouke Arns, Amal Karam) en ten slotte weer een man (Wout Waanders). De huidige stadsdichter Heidi Koren krijgt haar portret pas als haar termijn is afgelopen. Inmiddels is er meer balans tussen mannen en vrouwen dan aan de begintijd.

Universiteitsbestuur
In Leiden ontstond enkele weken geleden ophef over een schilderij dat daar in het Academiegebouw van de universiteit hangt. Iemand had aanstoot genomen aan het feit dat er op het schilderij uitsluitend oude witte mannen zijn afgebeeld. En die klacht vond gehoor, want spoorslags haalden enkele mensen verbonden aan de Leidse universiteit het groepsportret, geschilderd door Rein Dool, van de muur. Het zou niet meer van deze tijd zijn, was het argument. Nee, dat klopt, het is een portret uit 1976 van het toenmalige universiteitsbestuur. En zelfs toen was het mogelijk al niet meer van die tijd. De zes afgebeelde mannen zijn allerminst levensecht weergegeven. Sterker nog, het werk heeft iets van een karikatuur. De ironie druipt er bij wijze van spreken van af.

Staalmeesters
Er is een schilderij van de al genoemde Rembrandt, dat qua informele setting wel doet denken aan het portret van Rein Dool: de Staalmeesters. Voor zover ik weet heeft daar nog nooit iemand aanstoot aan genomen. Terwijl er toch ook alleen maar witte mannen op staan. Kennelijk waren het in de 17e eeuw alleen mannen – het was nota bene een erebaantje – die de kwaliteit van partijen laken keurden. Zoals ik ook nog nooit iemand heb horen klagen dat het Burgerweeshuis in Amsterdam in 1683 uitsluitend regentessen had, die werden vereeuwigd door Adriaen Backer.

De regentessen van het Burgerweeshuis, vastgelegd door Adriaen Backer

Regentessen
In haar wekelijkse rubriek Het oog van De Wolf in dagblad Trouw schreef op 11 januari van dit jaar kunstcritica Joke de Wolf over het groepsportret van Backer: “Wat we zeker weten, is dat ze hun werk zo belangrijk vonden dat ze een gerenommeerd kunstenaar opdracht gaven hun groepsportret te schilderen, bijna 3 bij 2 meter groot. En dat hij hen daarmee een gezicht en een reputatie gaf waar we bijna 350 jaar later nog steeds met bewondering naar kunnen kijken.”

Vrouwenportretten
Nu oppert De Wolf, omdat Dools schilderij niet in een museum hangt, maar in een semi-openbaar gebouw, om het groepsportret te omringen met schilderijen waarop vrouwen een vooraanstaande plek hebben. Ik denk niet dat dat de juiste oplossing is. Vanuit het oogpunt van gelijkheid zou het een logische stap zijn en toe te juichen. Maar in de praktijk benadrukt het juist die ongelijkheid. Door bijvoorbeeld bij de vier minister-presidenten ook vrouwenportretten te hangen, verander je de geschiedenis niet. Het is een representatie van vroeger, niet van nu. En meer vrouwen op schilderijen in het Academiegebouw veranderen niets aan het feit dat de vorig jaar aangetreden Hester Bijl de eerste vrouwelijke rector magnificus is sinds de oprichting van de universiteit in 1575. Met haar portret prominent op de plek van Dools groepsportret zal de kritiek luiden dat ze zichzelf waarschijnlijk heel belangrijk vindt. Maar in de toekomst zal ze zeker ergens in het gebouw een vooraanstaande plek mogen krijgen.  

Weten waar je naar kijkt, is volgens mij het allerbelangrijkst. En met leren kijken naar kunst kun je niet vroeg genoeg beginnen. Zodat je, bij het zien van een schilderij als dat van Rein Dool, je ervan bewust bent dat het een situatie van toen laat zien, maar zeker niet wil uitdragen dat dat anno 2022 nog altijd de norm zou moeten zijn. En dan mag je je er nog steeds ongemakkelijk bij voelen, maar weghalen is niet de oplossing. Want is dat niet wat kunst doet: je aan het denken zetten hoe jij je tot de uitgebeelde werkelijkheid verhoudt. En dan moet het uiteindelijk niet uitmaken of we Dools portret vandaag in het Academiegebouw in Leiden zien of over een maand in het Dordts Museum.

Categorie: Dwarskijken, schilderkunst Tags: Leiden, Marijke van Balen, Mireille Ligterink, Nijmegen, Rein Dool, Rembrandt

Dwarskijken: Cecilia en de Sirenen

21 november 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Vijf jaar geleden schreef ik over de heilige Cecilia, over het beeld van Stefano Maderno in de Santa Cecilia in Trastevere en de gekleurde kopie in de Sainte Cécile, de kathedraal van Albi. Onlangs ontdekte ik dat er nog een kopie van Maderno’s beeld bestaat, en wel een geschilderde. De maker is de 19e-eeuwse schilder Adolphe Lalyre.

Adolphe Lalyre werd geboren in 1848, genoot zijn opleiding aan de École des Beaux Arts in Parijs en exposeerde vanaf 1876 gedurende 53 jaar op de Salon des artistes françaises. In het begin van zijn loopbaan schilderde hij nog wel religieuze voorstellingen en vrouwelijke heiligen, maar al snel legde hij zich toe op het schilderen van najaden, waternimfen uit de Griekse mythologie en vrouwelijke naakten. Het leverde hem de bijnaam ‘schilder van sirenen’ op.

Lalyre schilderde twee keer een voorstelling van de heilige Cecilia. Zijn schilderij uit 1883 toont Cecilia, naakt achterover leunend en omringd door andere heiligen en engelen. In haar linker hand houdt ze een kruis gemaakt van twijgen. Anatomisch is het lichaam van Cecilia niet bepaald overtuigend. In 1896 schilderde Lalyre Cecilia opnieuw en wederom is ze naakt. Maar dit keer is de heilige weergegeven in een houding die direct van het beeld van Maderno is afgeleid. Waarom Lalyre de heilige Cecilia twee keer naakt heeft geschilderd is zeer de vraag. Bij Maderno is de heilige immers wel gekleed.

Drie keer Cecilia, van Stefano Maderno, van een onbekende kunstenaar in Albi en van Adolphe Lalyre

Dit gegeven plus Lalyres bijnaam deden me denken aan een film die ik eens zag, Sirens. In opdracht van een bisschop reizen een anglicaanse priester (Hugh Grant) en zijn preutse vrouw (Tara Fitzgerald) naar Australië om daar de vrijgevochten schilder Norman Lindsay (Sam Neill) te overreden om zijn heiligschennende schilderij van een gekruisigde Venus terug te trekken. Lindsay is dat geenszins van plan en gaat door met het produceren van frivole en zinnenprikkelende schilderijen, waarbij de priester en zijn vrouw voortdurend geconfronteerd worden met de naakte modellen die Lindsay inspireren.

Zo ongeveer stel ik me Lalyre ook voor, als schilder van erotische voorstellingen, die hij trachtte te verantwoorden door er via de titel  en symboliek als stralenkransen een religieus tintje aan te geven. In 1910 publiceerde Lalyre een boek, Le Nu féminin à tavers des l’âges, Het vrouwelijk naakt door de eeuwen heen. Dat wijst er hoogstwaarschijnlijk op waar Adolphe Lalyres werkelijke interesse lag.  





Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, schilderkunst Tags: Adolphe Lalyre, Albi, Cecilia, Stefano Maderno

Kunst en klimaat

11 november 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Andy Warhol, kunst en klimaat

Desperate times call for desperate measures. De oude Griekse geneeskundige Hippocrates wist het 2400 jaar geleden al. Misschien bedoelde hij het niet in een maatschappelijke context, maar meer als een soort zachte heelmeesters maken stinkende wonden. En hij zal het zeker niet in het Engels geformuleerd hebben. Wie dat ook niet deed was Erasmus, die een kleine 2000 jaar na Hippocrates in zijn Adagia schreef: Malo nodo, malus quærendus cuneus. Of in vertaling: voor een harde knoop moet een harde wig gezocht worden.

Tegenwoordig vinden we vrouwenkiesrecht de normaalste zaak van de wereld. Maar iets meer dan een eeuw geleden moest dit in Engeland bevochten worden. Letterlijk. Ruim twee jaar lang waren er aanslagen op hooggeplaatste personen en brandstichtingen. Tijdens een paardenrace verscheen plotseling Emily Davison in de baan, die probeerde de race te verstoren door een greep te doen naar de leidsels van het paard van koning George V. Ze raakte dermate zwaargewond, dat ze haar actie met de dood heeft moeten bekopen. Van wie we ook de naam nog weten is Mary Richardson. Een dag nadat Emmeline Pankhurst was gearresteerd bezocht ze de National Gallery, waar ze met een scherp mes zeven keer inhakte op de Rokeby Venus van Diego Velazquez. Ze werd voor haar daad gestraft met zes maanden gevangenis.

Op 18 oktober gooiden klimaatactivisten Phoebe Plummer en Anna Holland in dezelfde National Gallery een blik soep over de Zonnebloemen van Van Gogh. Een paar dagen later werd in het Barberini Museum in Potsdam Les Meules van Claude Monet besmeurd met aardappelpuree. Op 28 oktober was Het meisje met de parel van Johannes Vermeer in het Mauritshuis het slachtoffer. Ook hier werd soep gebruikt en lijmden activisten zich vast. En ten slotte lijmden in de National Gallery in Canberra , Australië twee activisten zich vast aan Andy Warhols Campbell Soup Cans.

Anders dan Richardson waren de activisten niet uit op vernieling van de kunstwerken. Vooraf hadden ze zich ervan vergewist dat de werken achter glas zaten. Toch waren de reacties niet mals. Blijf van onze kunstwerken af, was de algemene teneur. Maar ondertussen is er wel aandacht en wordt er wel over gepraat. Daarbij is het misschien niet toevallig dat juist de kunst slachtoffer is. Aan kunst kleeft het idee dat het voor de elite is en een speeltje voor de superrijken (denk aan de krankzinnige prijzen die worden neergeteld voor werken uit de collectie van oud-Microsoft-topman Paul Allen). En laten dat nou de mensen zijn die de macht en de middelen hebben om écht iets te veranderen.

Zelf zou ik het mooi gevonden hebben als er uitsluitend soep gegooid was en geen aardappelpuree. En uiteraard bij voorkeur Campbell soep. Op die manier had de suggestie gewekt kunnen worden dat het ging om gecoördineerde acties waarvoor het initiatief afkomstig was van een kunstenaarscollectief.

En ja, uiteraard moeten we zuinig zijn op kunst, maar we moeten nog veel zuiniger zijn op de aarde. Want wat moeten we met kunst als we geen leefbare wereld meer hebben? En misschien zeggen mensen over honderd jaar opgelucht tegen elkaar, dat het allemaal niet heel fraai was, wat die activisten deden, maar dat het wel resultaat gehad heeft.
Desperate measures dus, in desperate times.

Categorie: Kunstcolumn, schilderkunst Tags: Andy Warhol, Claude Monet, Diego Velazquez, Johannes Vermeer, Vincent van Gogh

« Vorige
Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in