Vijf jaar geleden schreef ik over de heilige Cecilia, over het beeld van Stefano Maderno in de Santa Cecilia in Trastevere en de gekleurde kopie in de Sainte Cécile, de kathedraal van Albi. Onlangs ontdekte ik dat er nog een kopie van Maderno’s beeld bestaat, en wel een geschilderde. De maker is de 19e-eeuwse schilder Adolphe Lalyre.
Adolphe Lalyre werd geboren in 1848, genoot zijn opleiding aan de École des Beaux Arts in Parijs en exposeerde vanaf 1876 gedurende 53 jaar op de Salon des artistes françaises. In het begin van zijn loopbaan schilderde hij nog wel religieuze voorstellingen en vrouwelijke heiligen, maar al snel legde hij zich toe op het schilderen van najaden, waternimfen uit de Griekse mythologie en vrouwelijke naakten. Het leverde hem de bijnaam ‘schilder van sirenen’ op.
Lalyre schilderde twee keer een voorstelling van de heilige Cecilia. Zijn schilderij uit 1883 toont Cecilia, naakt achterover leunend en omringd door andere heiligen en engelen. In haar linker hand houdt ze een kruis gemaakt van twijgen. Anatomisch is het lichaam van Cecilia niet bepaald overtuigend. In 1896 schilderde Lalyre Cecilia opnieuw en wederom is ze naakt. Maar dit keer is de heilige weergegeven in een houding die direct van het beeld van Maderno is afgeleid. Waarom Lalyre de heilige Cecilia twee keer naakt heeft geschilderd is zeer de vraag. Bij Maderno is de heilige immers wel gekleed.
Dit gegeven plus Lalyres bijnaam deden me denken aan een film die ik eens zag, Sirens. In opdracht van een bisschop reizen een anglicaanse priester (Hugh Grant) en zijn preutse vrouw (Tara Fitzgerald) naar Australië om daar de vrijgevochten schilder Norman Lindsay (Sam Neill) te overreden om zijn heiligschennende schilderij van een gekruisigde Venus terug te trekken. Lindsay is dat geenszins van plan en gaat door met het produceren van frivole en zinnenprikkelende schilderijen, waarbij de priester en zijn vrouw voortdurend geconfronteerd worden met de naakte modellen die Lindsay inspireren.
Zo ongeveer stel ik me Lalyre ook voor, als schilder van erotische voorstellingen, die hij trachtte te verantwoorden door er via de titel en symboliek als stralenkransen een religieus tintje aan te geven. In 1910 publiceerde Lalyre een boek, Le Nu féminin à tavers des l’âges, Het vrouwelijk naakt door de eeuwen heen. Dat wijst er hoogstwaarschijnlijk op waar Adolphe Lalyres werkelijke interesse lag.
Geef een reactie