Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Dwarskijken: Op de vlucht

1 mei 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Tamara de Lempicka, Escape, 1940; Horst P. Horst, Mainbocher korset, 1939

Begin mei is jaarlijks het moment waarop we stilstaan bij de Tweede Wereldoorlog. Ik kwam twee beelden tegen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben, een schilderij van Tamara de Lempicka en een foto van Horst P. Horst. De Lempicka werd in 1898 geboren in Warschau als Tamara Gorska. Haar vader was advocaat, haar moeder een zeer gezien figuur in de Poolse society. Ze zou in haar moeders voetsporen treden. In 1916 trouwde ze met advocaat Tadeusz Lempicki. Het paar ging in Sint Petersburg wonen, maar vluchtte uit Rusland vanwege de Oktoberrevolutie en vestigde zich in Kopenhagen. Hier werd in 1920 dochter Kizette geboren. De Lempicka maakte in de jaren ’30 furore als art déco-schilder, veel portretten van vrouwen uit de high society. In 1928 scheidde ze van haar man en vijf jaar later trouwde ze met een rijke Hongaarse industrieel, maar ze hield de achternaam van haar eerste echtgenoot. In 1939 vestigde het gezin zich in de Verenigde Staten. Daar schilderde ze in 1940 Escape, het portret van een desolaat uitziende vrouw, haren in de war, ogen betraand, in haar armen een in doeken gewikkelde baby. De wolkenlucht is grijs en dreigend, de kerktoren heeft iets Oost-Europees.
Horst P. Horst werd in 1906 in Weissenfels-an-der-Saale (Saksen-Anhalt) geboren als Horst Paul Albert Bohrmann. In Hamburg bezocht hij de Kunstgewerbeschule, die hij verliet om in Parijs te studeren bij architect Le Corbusier. In Parijs ontmoette hij modefotograaf George Hoyningen-Huene. Ze kregen een relatie en Horst ging aan de slag als Hoyningen-Huenes assistent. Via fotograaf Cecil Beaton kwam Horst in contact met modetijdschrift Vogue en in 1931 publiceerde Horst in dat tijdschrift zijn eerste foto. In de jaren daarna fotografeerde Horst tal van celebrities en hij maakte snel naam. In 1939 fotografeerde Horst het Mainbocher korset en die foto zou uitgroeiende tot een van de meest iconische beelden van de twintigste eeuw. We zien de rug en het naar rechts neigende hoofd van een vrouw. Ze leunt tegen een marmeren wand die zorgt voor een horizontale lijn in de voorstelling. De vrouw heeft haar armen geheven, maar ook gebogen heeft, waardoor we alleen haar bovenarmen zien als een horizontaal element, dat de lijn van de marmeren wand herhaalt. De voorstelling is in zwart-wit, buitengewoon subtiel uitgelicht en spiegelt zo als het ware de tekening van de marmeren wand. En het allerbelangrijkste is het korset dat de vrouw draagt, waarvan de koorden voor de helft door de ogen van het korset geregen zijn. Zijn ze losgemaakt of moeten ze verder geregen worden om het korset te kunnen aanspannen?
Grote vraag is nu, wat hebben De Lempicka’s portret en Horsts foto met elkaar te maken. Naar verluidt schilderde De Lempicka Escape als eerste schilderij ná haar vlucht naar de Verenigde Staten. Horst daarentegen maakte zijn korsetfoto als laatste vóór hij vluchtte uit Europa. Waar het portret van De Lempicka zeer expliciet is en de radeloosheid laat zien van een vrouw die have en goed moet moeten achterlaten, is de foto van Horst zeer subtiel en gaat het over inperking en bevrijding. Hoe verschillend ook, beide werken zijn een indrukwekkende oproep nooit meer een oorlog te voeren of te laten voeren.

           

Categorie: Dwarskijken, fotografie, schilderkunst Tags: Horst P. Horst, Tamara de Lempicka

Dwarskijken: Abbott en Mondriaan – lijnen en hoeken

27 februari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Berenice Abbott, Piet Mondriaan, New York, Dwarskijken

Ergens in 1936 heeft fotografe Berenice Abbott haar fotocamera neergezet op het kruispunt van Pike Street en Henry Street in Lower Manhattan. Ik zeg bewust neergezet, want de foto die ze heeft gemaakt kan niet gemaakt zijn met een compact-camera, zoals die destijds sinds een jaar of tien op de markt waren. De scherptediepte en verticale lijnen van de gebouwen zou ze niet hebben kunnen bereiken met een camera die ze in haar hand moest houden.
Wat zien we op de foto Pike and Henry Street, New York City, 1936? We zien een straatbeeld op Pike Street, de straat die onderaan Manhattan Bridge uitkomt op de East River. Waar de huizen al groot zijn, valt eens te meer op hoe indrukwekkend en monumentaal de brug is. Henry Street uit de titel zien we niet, die steekt Pike Street over en is dus alleen van belang om te bepalen waar Abbott precies heeft gestaan.
In de straat zien we bedrijvigheid: er lopen mensen , sommige maken een praatje, links en rechts staan een paar auto’s geparkeerd.  Midden in het beeld zien we een detail dat duidelijk maakt dat het een tijd van overgang naar een nieuwe tijd is: links vanuit Madison Street zien we een leverancier met paard en wagen Pike Street oversteken. Auto’s zijn in de meerderheid, maar paard en wagen zijn nog steeds niet uit het straatbeeld verdwenen.
De Manhattan Bridge op de achtergrond was op 31 december 1909 in gebruik genomen. Na de Brooklyn Bridge en de Williamsburg Bridge was de Manhattan Bridge de derde brug die Lower Manhattan verbond met Brooklyn. En net als op de Williamsburg Bridge was er ruimte voor auto- en treinverkeer. De brug was dus in 1936 niet nieuw en niet uniek. En toch maakte Berenice Abbott er een iconische foto van.
In 1931 schilderde Piet Mondriaan Ruitvormige compositie met twee lijnen. Eigenlijk deugt die titel niet, want het is geen ruit, maar een vierkant. Maar omdat Mondriaan het kader 45 graden draaide wordt het ruimvormige compositie genoemd. In het compleet witte vlak schilderde hij twee zwarte lijnen, één horizontaal en één verticaal. Vlakbij de linker onderrand kruisen de lijnen elkaar. Tegenwoordig is het schilderij eigendom van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Daar was het sinds 1951 al te zien, maar eigenaar was de gemeente Hilversum. Die bood het werk in 1987 aan op een veiling om uit de opbrengst het monumentale theater Gooiland te kunnen opknappen. Er ontstond de nodige ophef over de handelswijze van Hilversum, de omgang met cultureel erfgoed, maar ook over het schilderij zelf. Dat er uiteindelijk 2.500.000 gulden betaald werd voor een schilderij dat ogenschijnlijk zo simpel was, was voor velen onverteerbaar.
Er is nauwelijks een groter contrast denkbaar dan tussen Abbotts foto van Lower Manhattan en Mondriaans schilderij. En toch is er verwantschap. En dat heeft te maken met de lijnen en de hoeken. De lijnen van Mondriaan staan haaks op elkaar in een hoek van negentig graden. De horizontale lijn is iets breder dan de verticale. Dat geven levert binnen het diagonale kader een ongekende spanning op. Alles klopt aan het schilderij, elke ingreep, hoe minimaal ook, zou daar afbreuk aan doen.
In Abbotts foto heb je te maken met ruimte en perspectief, iets wat bij Mondriaan geheel ontbreekt. Maar neem de lengteas van Pike Street en de lengteas van Manhattan Bridge en je ziet dat ze elkaar spiegelen en dat ze elkaar buiten het beeld zouden kruisen. Die lijnen en dat denkbeeldige kruispunt worden als het ware ingekaderd door de perfecte verticale lijnen van de gebouwen.
Anders dan bij Mondriaan lopen de lijnen bij Berenice Abbott niet in een hoek van negentig graden, het zal eerder iets van 120 graden zijn. Maar net als bij Mondriaan is de hele voorstelling akelig exact en daardoor ongekend spannend.

Categorie: Dwarskijken, fotografie, schilderkunst Tags: Berenice Abbott, New York, Piet Mondriaan

Muurmuseum: Boekenplank van Arno Arts

2 februari 2021 door Peter Zunneberg

Muurmuseum, Arno Arts, Arnhem, boekenplank

De Brug, Malburgen vernieuwt, Vogelaar in de wijk, het is zomaar een greep uit de boektitels die in de Meldestraat in Arnhem-Zuid in de kast staan. Alleen zijn het geen bestaande titels en is er ook geen kast.

Op de hoek van de Meldestraat en de Dovenetellaan ligt een appartementencomplex. Op de eerste en tweede verdieping zijn woningen, op de begane grond zijn kelderboxen voor de bewoners. Een glazen wand voorziet de ruimtes overdag van natuurlijk licht. Die glazen wand is vormgegeven door kunstenaar Arno Arts. Hij kreeg de opdracht in 2010 van Volkshuisvesting Arnhem, eigenaar van het complex. In de Meldestraat plaatste hij dertien glazen panelen, om de hoek in de Dovenetellaan nog eens 42. Elk paneel is de rug van een boek en allemaal samen vertellen die boeken het verhaal van de wijk. Hoe die na de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd, wat de betekenis is geweest van de Rijnbrug, maar ook de geschiedenis van de niet-bestaande voetbalvereniging Meijnerswijkse Boys. De boeken die Arts ontwierp zijn allemaal gebaseerd op verhalen van wijkbewoners en hadden als zodanig geschreven kunnen zijn.

Muurmuseum, Arno Arts, Arnhem, boekenplank

Dank aan Geert Geenen die mij op het spoor zette van dit bijzondere kunstwerk.

Categorie: erfgoed, fotografie, Muurmuseum Tags: Arnhem, Arno Arts, boeken

Dwarskijken: Priemgetallen

28 januari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

Ouka Leele, Mirjan van der Meer, Dwarskijken

Ruim een jaar geleden bezocht ik fotomuseum FOAM in Amsterdam. Ik wilde er de overzichtsexpositie zien van Brassaï, die al eens eerder langs kwam in deze rubriek. Nadat ik twee keer door de zalen was gelopen – een keer om een totaalindruk van de expositie te krijgen en nog een keer om de geselecteerde werken uitgebreider te bekijken – , was in wel toe aan een kop koffie en iets te eten. Rechts van mijn tafeltje werd ik vanaf een grote affiche aangestaard door een jonge vrouw met een rietje in haar mond en haar hoofd omgeven door citroenschijven, als waren het krulspelden. In haar blik viel van alles te lezen: eigenzinnigheid (“ik doe waar ik zin in heb”), wantrouwen (“waar bemoei jij je mee”), maar ook iets van afweer (“laat me met rust”). Het zijn emoties die nauw verwant zijn en juist dat gebrek aan eenduidigheid maakt de foto spannend. Dat het helemaal niet ging om de blik, maar om de citroenen – het affiche was voor de expositie Feast fort he Eyes – The Story of Food in Photography – is een heel ander verhaal. Bij de foto had ik direct een associatie. In 2009 publiceerde de Italiaanse schrijver Paolo Giordano De eenzaamheid van de priemgetallen. Het is het verhaal van de jonge mensen Mattia en Alice en hun vriendschap, terwijl ze mar moeilijk tot vriendschap in staat zijn. Op de omslag zien we een meisje / jonge vrouw, met het hoofd en trois quart (dus niet frontaal of in profiel, maar precies er tussenin) en de ogen gericht op de toeschouwer. Net als op de affiche dus, alleen hier geen citroenen, maar bladeren. En bovendien een blik waarin van alles te lezen valt.
Als ik zoiets zie, wil ik er meer van weten. Bijvoorbeeld of het dezelfde fotograaf is. Dat blijkt niet het geval: de vrouw met de citroenen is van de Spaanse fotografe Ouka Leele, heeft als titel Peluqueria limones (wat zoveel betekent als citroenenkapsel) en dateert uit 1979. Het priemgetallenmeisje is van de Friese fotografe Mirjan van der Meer. Van wanneer de foto dateert kan ik nergens vinden. Mogelijk is hij speciaal voor het boekomslag gemaakt.
De foto’s van Ouka Leele hebben iets buitenissigs en zijn twijfel verwant aan het surrealisme van Salvador Dali en cineast Luis Bunuel. Veel opvallende kleuren, nadrukkelijk in scène gezet of zelfs gemonteerd. De foto’s van Mirjan van der Meer zijn veel meer ingetogen. Op haar website noemt ze  Sigur Rós, John Keats, J.R.R Tolkien, Marianne Fredriksson en BBC Costume drama als inspiratiebronnen, maar stelt ze ook dat er een sleutelrol is voor de natuur. Het is met Leele en Van der Meer bijna als met Giordano’s personages Mattia en Alice: ze zijn tegenpolen, maar heel even raken ze elkaar bijna, zoals bijvoorbeeld de priemgetallen 9929 en 9931.

Categorie: Dwarskijken, fotografie Tags: Mirjan van der Meer, Ouka Leele

Dwarskijken: Sneuvelen

19 januari 2021 door Peter Zunneberg Reageer

In de boeken van Jane Austen wordt niet gesneuveld. Hoewel, geregeld sneuvelen er reputaties, maar niemand gaat dood op het slagveld. Op Netflix is op dit moment de serie Bridgerton ongekend populair. Het is een soort 21st-century-Austen, gebaseerd op de boeken van Julia Quinn. Daarin sneuvelt wel iemand – ik verklap uiteraard niet wie -, maar er is bovendien een interessant detail dat mij op dit thema brengt.

Bridgerton, Stervende Galliër

Still uit Bridgerton, e. 7 met beeld van de Stervende Galliër

In episode 7 zien we Daphne Bridgerton en Simon, Duke of Hastings, in Hastings House, zijn huis in Londen. In de hal staat een beeld, dat in de kunstgeschiedenis bekendstaat als Stervende Galliër. Waar ik pas al schreef over Il Porcellino, het wilde zwijn bij Harry Potter, dateert ook het beeld van de stervende Galliër uit de hellenistische periode,, mogelijk gemaakt tussen 230 en 220 v. Chr.. Maker van het beeld zou Epigonus zijn, die door Plinius de Oudere is aangewezen als hofbeeldhouwer van Attalus I, heerser van Pergamon. Het zou gaan om een krijger die door het leger van Attalus is overwonnen. Daarbij is de term Galliër verwarrend. Je bent geneigd om aan Frankrijk te denken, maar ook de bewoners van Anatolië, Galaten, werden als Galliër beschouwd. Het beeld is erg realistisch, je ziet de krachten uit de krijger wegvloeien. Op zijn borst is duidelijk de wond waaraan hij zal bezwijken zichtbaar. Het beeld is als marmeren kopie te zien in de Capitolijnse musea in Rome. En ook van dit beeld zijn op talloze plekken wereldwijd kopieën te vinden.
Ik heb me altijd over het beeld verwonderd, omdat het maakproces zo haaks staat op wat is afgebeeld. Het moment van sterven duurt seconden of hooguit minuten. Maar het maken van dit beeld heeft misschien wel maanden gekost. Ik ken weinig andere beelden die zo nadrukkelijk een momentopname laten zien.
Ruim twintig eeuwen na het ontstaan van dit beeld werd de fotografie uitgevonden. En als er een medium geschikt is voor momentopamen, dan is het de fotografie wel. De meest iconische foto van een sneuvelende soldaat maakte Robert Capa in op 5 september 1936 tijdens de Spaanse burgeroorlog. Het is zelfs bekend hoe de soldaat heet: Federico Borrell Garcia. Mogelijk poseerde hij voor Capa, toen hij werd verrast en doodgeschoten door een Spaanse falangist. Zelf heeft Capa verklaard dat hij vanuit een loopgraaf fotografeerde met zijn camera boven zijn hoofd en dat hij op het moment zelf niet gezien heeft, wat hij vastlegde. Ook wordt er beweerd dat de foto in scène is gezet. Wat de waarheid is, zal wel nooit meer achterhaald worden.
Net als de stervende Galliër heeft ook Borrell zijn plek in de beeldhouwkunst gekregen. Op het huis in Benilloba waar hij werd is geboren, is een monument aangebracht, gebaseerd op Capa’s foto. Het is niet bekend wie het gemaakt heeft.

Dwarskijken, Stervende Galliër, Robert Capa

Foto links Antmoose; foto rechts Joanbanjo

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, fotografie Tags: Robert Capa, Stervende Galliër

« Vorige
Volgende »

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Oss Rome Rotterdam Rutger Kopland sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2022 · Ontwerp en realisatie: Bartswerk Grafisch, Interactief en Webdesign · Log in
[footer_backtotop]