Tussen het groen van de Nijmeegse universitaire campus loopt een onooglijk klinkerpad. Het begint op de Erasmuslaan en leidt ogenschijnlijk nergens heen. Hoewel, wie zich er wat meer in verdiept komt al vrij snel uit bij een Italiaanse voetbalclub.
Op 23 april 1484 wordt in Riva del Garda Giulio Bordon geboren. Als 12- jarige wordt hij page in dienst van de dan nog Rooms-Duitse koning Maximiliaan I. Onder de hoede van de Habsburgers klimt hij op van gewoon soldaat naar een veel hogere rang van legeraanvoerder. Ook correspondeert hij met tal van geleerden en zou hij schilderles gehad hebben van Albrecht Dürer. In 1514 schrijft hij zich als student in aan de universiteit van Bologna, met het voornemen om kardinaal te worden en uiteindelijk paus. Toch heeft niemand veel van Giulio Bordon gehoord. En dat komt omdat hij naar eigen zeggen afstamt van de over Verona heersende familie en eigenlijk Giulio Cesare Della Scala of Scaligero heet.
Met zijn plannen loopt het ook allemaal anders. Hij studeert geneeskunde en reist als lijfarts mee met een telg uit de roemruchte Della Rovere-familie die als bisschop van Agen is benoemd. Daar wijdt hij zich verder aan zijn wetenschappelijke werk en zijn geschriften. In 1538 krijgt hij een aanklacht wegens ketterij aan zijn broek. Maar ver weg in Frankrijk heeft hij hier weinig van te duchten. Daar, in Agen, wordt in 1540 zijn zoon Josephus Justus Scaliger geboren. Hij ontwikkelt zich tot kenner van de klassieke oudheid en de klassieke talen. Zijn reputatie is enorm en dus besluit de universiteit van Leiden hem een positie aan te bieden, waarbij hij niet eens onderwijs hoeft te verzorgen. Het duurt twee jaar en voor die tijd ongewoon hoog salaris van 1200 gulden, voor Scaliger hapt. Zijn verdienste in Leiden zal zijn dat hij het onderwijs naar een hoger niveau weet te tillen, zonder daar zelf actief een rol in te spelen. En naar deze Joseph Scaliger is dus in Nijmegen een pad genoemd.
Een kleine vier eeuwen later is er in Italië een familiebedrijf dat er in slaagt om verse pastagerechten, verpakt in de schappen van de Italiaanse supermarkten te brengen. Het wordt een groot succes , de familie wordt schatrijk en een van de leden besluit een voetbalclub te gaan sponsoren. Met al dat sponsorgeld slaagt Hellas Verona, altijd een modale provincieclub, grote Europese sterren als Preben Elkjær Larsen en Hans-Peter Briegel aan zich te binden. En in het seizoen 1984-1985 behaalt de ploeg zelfs het kampioenschap. Waar er altijd lacherig gedaan wordt over sponsor Rana, Italiaans voor kikker, is het nu de suikeroom van de club die kan lachen.
Maar waar komt dan de Leidse humanist in beeld? Via zijn achternaam. Zoals Giulio Cesare zei af te stammen van de Scaligeri, zo beweert de club dat via haar clublogo ook. Een van de bijnamen is I Scaligeri. In die naam zit het Italiaanse woord Scala, dat trap betekent. Die trap komt terug in het logo van de club. De fans van de club tonen digitaal vaak hun verbondenheid met drie toetsen, /=\. Drie weinigzeggende symbolen staan in deze combinatie voor ultieme clubliefde. En laat nou datzelfde symbool, weliswaar met vier treden, verwerkt te zijn in het familiewapen, dat op een postzegel uit 1940 met het portret van Joseph Scaliger een plekje heeft gekregen. Zo is de cirkel weer rond. Alle wegen leiden naar Rome, luidt het spreekwoord. Maar het Scaligerpad in Nijmegen leidt naar Verona.