Tussen 1786 en 1788 reisde Johann Wolfgang von Goethe door Italië. Hij schreef erover in zijn Italienische Reise, dat wonderlijk genoeg pas ruim 25 jaar later, in twee delen tussen 1813 en 1817, verscheen. Wat hier van belang is, is het motto, Et in Arcadia ego, Auch ich (war) in Arkadien. Erg origineel was dat niet, de schilder Giovanni Francesco Barbieri, beter bekend als Guercino, schilderde al in het begin van de 17e eeuw een doek met deze titel. Maar het zegt veel over hoe Goethe Italië zag. Arcadië is al sinds de klassieke oudheid een ideaal-landschap, dat bijvoorbeeld door de Romeinse dichter Vergilius werd bezongen in de vorm van idyllen, korte gedichten met beschrijvingen van landschappen in een lieflijke en vredige stijl. Bij Thomas Eakins zien we iets we iets van die idylle in zijn schilderij Arcadia, waar een naakte jongeman op een fluit speelt, twee andere aan zijn voeten liggen, waarbij een van hen een panfluit bespeelt.
De anatomie van de afsluitpaal
Verkeersbelemmerende maatregelen worden ze genoemd: rotondes, drempels, ‘biggenruggen’, etc. etc. etc. Alles om autoverkeer in goede banen te leiden, meer dan met alleen verkeersborden dat doen. In de jaren ’70 was de gemeente Nijmegen al verkeersregulerend bezig, met afsluitpalen. Hardstenen paaltjes midden op de weg die aan automobilisten duidelijk maakten dat ze niet verder konden. Wat de afsluitpalen bijzonder maakte, was de vormgeving: de uitvoering was in handen van gerenommeerde beeldhouwers. [Lees meer…] overDe anatomie van de afsluitpaal
School en kunst: voormalig Montessori College
Beelden bij scholen vinden we heel normaal. Maar kijken we er wel eens goed naar? Waarom staan ze er? Zeggen ze iets over de school of over het onderwijs in het algemeen? Dit is het eerste verhaal in een reeks over school en kunst. [Lees meer…] overSchool en kunst: voormalig Montessori College
Hoe Pegasus landde in Nijmegen
Vlakbij het huis stond in een plantsoen, dat nog net tot Hengstdal behoorde, een modern beeldhouwwerk. Het stelde een paard voor, een logge knol, die met onmiskenbaar proletarisch-realistische signatuur gedicteerd had kunnen zijn door Stalin, ware het niet dat uit de flanken twee vleugels te voorschijn staken. Hun spanwijdte stond in geen enkele verhouding tot de onbehouwen omvang van het lijf zelf, maar hoe gekortwiekt ze ook leken: op de sokkel stond geen karrepaard, nee, een Pegasus.
