Vlakbij het huis stond in een plantsoen, dat nog net tot Hengstdal behoorde, een modern beeldhouwwerk. Het stelde een paard voor, een logge knol, die met onmiskenbaar proletarisch-realistische signatuur gedicteerd had kunnen zijn door Stalin, ware het niet dat uit de flanken twee vleugels te voorschijn staken. Hun spanwijdte stond in geen enkele verhouding tot de onbehouwen omvang van het lijf zelf, maar hoe gekortwiekt ze ook leken: op de sokkel stond geen karrepaard, nee, een Pegasus.