Dorsoduro

Cultuur ligt voor het oprapen

  • Home
  • Dwarskijken
  • Muurmuseum
  • Poëzie
  • School en kunst
  • Contact

Dwarskijken: Witte mannen

23 november 2022 door Peter Zunneberg Reageer

Dwarskijken, Rein Dool, Rembrandt van Rijn

Een van de redenen dat Rembrandts Nachtwacht, ons ‘nationale’ schilderij, zo beroemd is, zit hem in de opstelling. Waar doorsnee schuttersstukken strak in het gelid – een beetje als een moderne elftalfoto – geposeerd waren, deed Rembrandt voorkomen alsof hij dit zooitje ongeregeld ’s avonds was tegengekomen. Nog steeds staan de belangrijkste personen in het midden, maar verder is het erg vernieuwend. Zo’n schuttersstuk is ook een momentopname. Je ziet in een oogopslag wie er op dat moment allemaal deel van uitmaakten. Anders is dat bij een portrettengalerij, waar juist beeltenissen te vinden zijn van personen die op enig moment dezelfde functie hebben vervuld.

Vier minister-presidenten die in Nijmegen rechten hebben gestudeerd, vastgelegd door Marijke van Balen

Minister-president
Een mooi voorbeeld van zo’n galerij is het rijtje van vier portretten van Marijke van Balen in het Grotiusgebouw, het onderkomen van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, in Nijmegen. Vier witte mannen die ooit rechten hebben gestudeerd. Kijk ernaar zonder enige voorkennis en je kunt je afvragen waarom hier geen vrouwen geportretteerd zijn, terwijl er misschien wel minstens zoveel vrouwen rechten studeren als mannen. Maar Louis Beel, Victor Marijnen, Jo Cals en Dries van Agt hangen hier omdat zij in Nijmegen rechten hebben gestudeerd én later minister-president van Nederland zijn geworden.

Acht stadsdichters van Nijmegen, vastgelegd door Mireille Ligterink

Stadsdichter
Een ander mooi voorbeeld is de reeks Nijmeegse stadsdichters van Mireille Ligterink in de openbare bibliotheek in Nijmegen. Wie de reeks aanschouwt, ziet eerst vier witte mannen (Merijn Hilte, Victor Vroomkoning, Jaap Robben, en Dennis Gaens), daarna drie vrouwen (Marijke Hanegraaf, Frouke Arns, Amal Karam) en ten slotte weer een man (Wout Waanders). De huidige stadsdichter Heidi Koren krijgt haar portret pas als haar termijn is afgelopen. Inmiddels is er meer balans tussen mannen en vrouwen dan aan de begintijd.

Universiteitsbestuur
In Leiden ontstond enkele weken geleden ophef over een schilderij dat daar in het Academiegebouw van de universiteit hangt. Iemand had aanstoot genomen aan het feit dat er op het schilderij uitsluitend oude witte mannen zijn afgebeeld. En die klacht vond gehoor, want spoorslags haalden enkele mensen verbonden aan de Leidse universiteit het groepsportret, geschilderd door Rein Dool, van de muur. Het zou niet meer van deze tijd zijn, was het argument. Nee, dat klopt, het is een portret uit 1976 van het toenmalige universiteitsbestuur. En zelfs toen was het mogelijk al niet meer van die tijd. De zes afgebeelde mannen zijn allerminst levensecht weergegeven. Sterker nog, het werk heeft iets van een karikatuur. De ironie druipt er bij wijze van spreken van af.

Staalmeesters
Er is een schilderij van de al genoemde Rembrandt, dat qua informele setting wel doet denken aan het portret van Rein Dool: de Staalmeesters. Voor zover ik weet heeft daar nog nooit iemand aanstoot aan genomen. Terwijl er toch ook alleen maar witte mannen op staan. Kennelijk waren het in de 17e eeuw alleen mannen – het was nota bene een erebaantje – die de kwaliteit van partijen laken keurden. Zoals ik ook nog nooit iemand heb horen klagen dat het Burgerweeshuis in Amsterdam in 1683 uitsluitend regentessen had, die werden vereeuwigd door Adriaen Backer.

De regentessen van het Burgerweeshuis, vastgelegd door Adriaen Backer

Regentessen
In haar wekelijkse rubriek Het oog van De Wolf in dagblad Trouw schreef op 11 januari van dit jaar kunstcritica Joke de Wolf over het groepsportret van Backer: “Wat we zeker weten, is dat ze hun werk zo belangrijk vonden dat ze een gerenommeerd kunstenaar opdracht gaven hun groepsportret te schilderen, bijna 3 bij 2 meter groot. En dat hij hen daarmee een gezicht en een reputatie gaf waar we bijna 350 jaar later nog steeds met bewondering naar kunnen kijken.”

Vrouwenportretten
Nu oppert De Wolf, omdat Dools schilderij niet in een museum hangt, maar in een semi-openbaar gebouw, om het groepsportret te omringen met schilderijen waarop vrouwen een vooraanstaande plek hebben. Ik denk niet dat dat de juiste oplossing is. Vanuit het oogpunt van gelijkheid zou het een logische stap zijn en toe te juichen. Maar in de praktijk benadrukt het juist die ongelijkheid. Door bijvoorbeeld bij de vier minister-presidenten ook vrouwenportretten te hangen, verander je de geschiedenis niet. Het is een representatie van vroeger, niet van nu. En meer vrouwen op schilderijen in het Academiegebouw veranderen niets aan het feit dat de vorig jaar aangetreden Hester Bijl de eerste vrouwelijke rector magnificus is sinds de oprichting van de universiteit in 1575. Met haar portret prominent op de plek van Dools groepsportret zal de kritiek luiden dat ze zichzelf waarschijnlijk heel belangrijk vindt. Maar in de toekomst zal ze zeker ergens in het gebouw een vooraanstaande plek mogen krijgen.  

Weten waar je naar kijkt, is volgens mij het allerbelangrijkst. En met leren kijken naar kunst kun je niet vroeg genoeg beginnen. Zodat je, bij het zien van een schilderij als dat van Rein Dool, je ervan bewust bent dat het een situatie van toen laat zien, maar zeker niet wil uitdragen dat dat anno 2022 nog altijd de norm zou moeten zijn. En dan mag je je er nog steeds ongemakkelijk bij voelen, maar weghalen is niet de oplossing. Want is dat niet wat kunst doet: je aan het denken zetten hoe jij je tot de uitgebeelde werkelijkheid verhoudt. En dan moet het uiteindelijk niet uitmaken of we Dools portret vandaag in het Academiegebouw in Leiden zien of over een maand in het Dordts Museum.

Categorie: Dwarskijken, schilderkunst Tags: Leiden, Marijke van Balen, Mireille Ligterink, Nijmegen, Rein Dool, Rembrandt

Dwarskijken: Zelfonthoofding

3 juli 2022 door Peter Zunneberg

Dwarskijken, zelfportret, Caravaggio, Cristofano Allori, Camille Claudel
V.l.n.r. Caravaggio, David met het hoofd van Goliath, ca. 1607, Kunsthistorisches Museum, Wenen; Cristofano Allori, Judith met het hoofd van Holofernes, 1613, Palazzo Pitti, Florence; Camille Claudel, Persée et la Gorgone, 1905, Musée Camille Claudel, Nogent-sur-Seine

Zelfportretten zijn niet meer weg te denken uit de kunstgeschiedenis. Rembrandt schilderde zichzelf zo’n vijftig keer. Daarnaast vereeuwigde hij zichzelf in 32 etsen en 7 tekeningen. Philip Akkerman, geboren in 1957, gaat nog veel verder. Hij schildert uitsluitend zichzelf, inmiddels duizenden malen. Toch is het genre waarschijnlijk niet zo oud als je misschien denkt. Jan van Eyck zou de eerste schilder kunnen zijn die zichzelf schilderde, als Man met rode tulband uit 1433 of weerkaatst in een spiegel in zijn beroemde Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw uit 1434. Er zijn archeologen die aannemen dat de klassieke beeldhouwer Phidias zichzelf heeft afgebeeld op een schild dat Athena Parthenos vast houdt, maar bewijzen daarvoor ontbreken.
In de renaissance kregen kunstenaars meer aanzien en werd het steeds meer gangbaar om als kunstenaar jezelf weer te geven. In de 14e eeuw zou beeldhouwer Andrea Orcagna een zelfportret gemaakt hebben. Naast Van Eyck wordt ook Jean Fouquet genoemd die rond 1450 een zelfportret geschilderd zou hebben. Zeker is dat Albrecht Dürer een aantal zelfportretten maakte en de eerste daarvan dateert van 1493.
Zo’n vijftien jaar na Dürer schilderde Giorgione zichzelf als David. Daarmee zou hij de eerste kunstenaar zijn geweest die een zogenaamd historiserend zelfportret creëerde, een historische, bijbelse of mythologische figuur met de trekken van de schilder. Daarbij koos Giorgione als David voor de held. In later tijden kropen schilders ook in de rol van bad guy.

Caravaggio, Salomé met het hoofd van Johannes de Doper. Boven: 1607, National Gallery, Londen; onder: ca. 1610, Palacio Real de Madrid

Caravaggio
Michelangelo da Merisi, beter bekend als Caravaggio, was geen makkelijk mens. Hij was voortdurend betrokken bij ruzies en schandalen. In de meest algemene lezing liep in Rome een pallacorda-wedstrijd (een soort tennis) zo uit de hand dat Caravaggio uiteindelijk zijn tegenstander dood stak. Maar het is niet uitgesloten dat jaloezie een belangrijke drijfveer is geweest. Caravaggio vluchtte naar Napels, vervolgens naar Sicilië en uiteindelijk naar Malta. Om een van zijn opdrachtgevers, kardinaal Scipione Borghese gunstig te stemmen, schilderde Caravaggio speciaal voor hem in 1609 David met het hoofd van Goliath. Daarbij zou hij als teken van schuldbewustzijn of misschien uit boetvaardigheid in het afgehakte hoofd zichzelf geschilderd hebben. Dat ten minste is een veel gelezen verklaring. Maar dat staat haaks op de twee versies van Salomé met het hoofd van Johannes de Doper die Caravaggio rond die tijd schilderde en hij opnieuw zichzelf in het afgehakte hoofd lijkt te hebben afgebeeld.

Allori
Slechts enkele jaren later, in 1613, schilderde Cristofano Allori Judith met het hoofd van Holofernes. Het verhaal is afkomstig uit het apocriefe bijbelboek Judith. Tijdens het beleg door het Assyrische leger onder leiding van Holofernes wordt de situatie steeds nijpende. In een soort wanhoopsdaad besluit Judith Holofernes te verleiden. Nadat hij in slaap gevallen is, onthoofdt zij hem met zijn eigen zwaard. In Allori’s schilderij zou zijn minnares model hebben gestaan voor Judith en afgaand op andere zelfportretten kun je concluderen dat Holofernes de trekken van Allori zelf heeft.

Claudel
Een derde voorbeeld van een historiserend zelfportret is weer te vinden in de beeldhouwkunst. Camille Claudel was achttien toen de 42-jarige beroemde beeldhouwer Auguste Rodin haar werk begon te beoordelen. Hij was zo onder de indruk van haar talent, dat hij haar vroeg zijn leerling te worden. Al snel werd Claudel Rodins assistent en minnares. Na een kleine tien jaar zo geleefd en gewerkt te hebben, kreeg Claudel het gevoel te weinig tijd en energie aan haar eigen creativiteit te kunnen besteden. Ze brak met Rodin en begon voor zichzelf te werken. Of het de macht van Rodin was of Claudels eigen achterdocht, is niet helemaal helder, zeker is wel dat Claudel zich steeds meer terugtrok en isoleerde. Haar familie, niet gediend van haar kunstenaarsbestaan, liet haar als krankzinnig opsluiten.
In 1905 schiep Claudel Persée et la Gorgone, de Griekse held Perseus met het afgehakte hoofd van Medusa. Dat hoofd modelleerde Claudel naar haar eigen hoofd. Over het waarom zijn er van haar hand geen bronnen bekend. Haar broer, de dichter Paul Claudel, heeft ooit verklaard dat zijn zus wroeging had over haar weinig vrouwelijke en hier en daar zondige leven. Naar verluidt had Claudel uit haar relatie met Rodin twee buitenechtelijke kinderen en onderging ze bovendien een of meer illegale abortussen. Zeer waarschijnlijk is Pauls verklaring eerder ingegeven door wat hij, streng gelovig katholiek, niet vrouwelijk en zondig vond, dan dat Camille die mening was toegedaan.

In het najaar van 2021 hield kunsthistoricus Clim Wijnands in het kader van Gek van kunst een lezing over beeldend kunstenaars en psychische problemen. Hij noemde deze drie kunstenaars en mijn zoektocht naar andere voorbeelden heeft vooralsnog geen resultaten opgeleverd. Het is onmogelijk om postuum vast te stellen of Caravaggio leed aan een psychische stoornis en Camille Claudel misschien juist niet. Dus daar doe ik geen uitspraken over. Maar dat het door kunstenaars weergeven van zichzelf als afgehakt hoofd een interessant kunsthistorisch fenomeen is, die stelling durf ik wel aan.

Categorie: beeldhouwkunst, Dwarskijken, schilderkunst Tags: Albrecht Dürer, Andrea Orcagna, Camille Claudel, Caravaggio, Cristofano Allori, Jan van Eyck, Jean Fouquet, Phidias, Philip Akkerman, Rembrandt

Nijmeegse Nachtwacht

3 september 2019 door Peter Zunneberg

Nijmeegse Nachtwacht

Nijmegen herstelt de nachtwacht heet het project dat geïnitieerd werd door Paul van den Broek en Dick van Aalst. Zij vroegen 25 Nijmeegse kunstenaar om een fragment van Rembrandts Nachtwacht uit te werken. Heel nauwgezet of juist heel vrij. Dat leverde een verrassend resultaat op met 25 prachtige verhalen.
Bij deze Nijmeegse Nachtwacht is een website gemaakt, waarvoor ik het voorwoord en een aantal catalogusteksten mocht schrijven.
Kijk snel op nijmeegsenachtwacht.nl.

Categorie: schilderkunst Tags: Nijmegen, Rembrandt

Plaatjes bij de Matthäus

30 maart 2018 door Peter Zunneberg Reageer

Al sinds het begin van de vastenperiode klinkt bij ons in huis geregeld de Matthäus Passion. Gewoon omdat het de tijd van het jaar is. Mijn vader zong vroeger in een oratoriumvereniging als tenor en als kind heb ik Bachs meesterwerk al diverse keren live gehoord. Bij mijn vaders begrafenis verlieten we onder de klanken van Bachs slotkoor de kerk. Wir setzen uns mit Tränen nieder.

Om meer over Bach en zijn compositie te weten te komen kochten we vorig jaar het boekje De Matthäus-Passion, met de ietwat pretentieuze ondertitel Wat Bachs meesterwerk je vertelt, als je weet waar je op moet letten. Nou geloof ik in zijn algemeenheid nooit zo in dit soort gidsen. Bach vertelt mij al heel veel, zonder dat ik weet waar ik op moet letten. Toch was ik wel nieuwsgierig, vandaar de aanschaf. En ik moet toegeven, er zijn delen die mijn Matthäus-genot hebben verrijkt.

Jacob Cornelisz. van OostsanenMaar er is iets anders dat mij intrigeert. Pas zag ik boek en cd naast elkaar liggen en viel mijn oog op de afbeeldingen. Het boek wordt getooid met een afbeelding van de gekruisigde Christus, enigszins uit het centrum. Echt in het midden zien we een engel met een kelk in zijn handen. Links zweeft nog een engel en de onderste helft van de voorstelling valt grotendeels in het niet door de titel, de ondertitel en de namen van de auteurs en allen die verder meewerkten. De voorstelling blijkt een uitsnede uit De kruisiging van Jacob Cornelisz. van Oostsanen. En in het origineel draait alles wel om de gekruisigde Christus.

Renbrandt, Christus aan de geselpaalOp de cd staat een heel andere voorstelling. Een man met deemoedig gebogen hoofd, op een lendendoek na geheel naakt, staat met zijn handen op zijn rug, overgoten door licht. Christus aan de geselpaal heet het werk en het wordt toegeschreven aan Rembrandt of een navolger..

Op een of andere manier kan ik beide voorstellingen niet rijmen met Bach en zijn Matthäus Passion. Van Oostsanen schilderde zijn kruisiging rond 1510, ruim tweehonderd jaar voor Bach zijn beroemde stuk componeerde, en vermoedelijk met een compleet ander wereldbeeld. De reformatie en de contrareformatie moesten nog beginnen. Rembrandt of zijn navolger schilderde zijn Christus rond 1646, altijd nog zo’n tachtig jaar te vroeg. Hier is het grote bezwaar dat de verbeelde scène slechts een detail in het hele passieverhaal is en zeker niet de crux.

Misschien is dat wel mijn grootste bezwaar in beide gevallen. Dat er gekozen is voor een plaatje ‘dat ergens in de verte iets met het verhaal te maken heeft’. Want daarmee doe je volgens mij niet alleen Van Oostsanen en Rembrandt tekort, maar ook Bach, en deze beide gevallen degenen die zijn muziek uitvoeren en hen die het trachten te duiden.

Categorie: Kunstcolumn, muziek, schilderkunst Tags: Jacob Cornelisz. van Oostsanen, Johann Sebastian Bach, Rembrandt

Vijftig tinten rood: de geslachte os

1 augustus 2014 door Peter Zunneberg

‘Ik schilder geen koeien, ik schilder lichtreflecties.’ Dit zou Willem Maris ooit gezegd hebben, toen hem gevraagd werd naar zijn schilderijen. Natuurlijk, de beschouwer zag koeien in een weiland. Maar met zijn uitspraak maakte Maris wel duidelijk waarom hij die koeien schilderde. [Lees meer…] overVijftig tinten rood: de geslachte os

Categorie: beeldhouwkunst, schilderkunst Tags: Amsterdam, Chaim Soutine, Francis Bacon, geslachte os, gevelsteen, Rembrandt, Renato Guttuso

Categorie

  • architectuur
  • beeldhouwkunst
  • Chronogram
  • Dwarskijken
  • erfgoed
  • film
  • fotografie
  • Jaar van het boek
  • Kunstcolumn
  • literatuur
  • Muurmuseum
  • muziek
  • omgevingskunst
  • Op zoek naar Schwind
  • poëzie
  • schilderkunst
  • School en kunst
  • stedenbouw
  • street art
  • tekenkunst

Trefwoorden

Adolf Friedrich von Schack Amersfoort Amsterdam anoniem Arnhem Berlijn Den Bosch Den Haag Deventer Doetinchem Dordrecht Eindhoven Enschede Franz Schubert Gent Gorinchem H.H. ter Balkt haiku Harderwijk Hengelo Ida Gerhardt Ingmar Heytze Jaap Robben Jules Deelder Leeuwarden Leiden Maastricht Michelangelo Middelburg Moritz von Schwind München Naarden Nijmegen Nunspeet Rome Rotterdam sonnet stadsdichter Tilburg Utrecht Venetië Watou Wenen Willem Wilmink Zutphen

Alle trefwoorden

Copyright Dorsoduro © 2023 · Log in