Twee pagina’s kreeg ze vanochtend in De Volkskrant: Yayoi Kusama. Ik had nog nooit van haar gehoord. Tot drie weken geleden, toen één van haar werken mij opviel in Gent. Daar maakte Dots, eigendom van de Collectie Voorlinden, deel uit van de expositie Prikkels in Museum Dr. Guislain.
“Alles om ons heen tintelt en zindert. Digitale schermen lichten op. Neuronen knetteren onder de hersenpan. Zintuigen raken overweldigd. Sommigen duiken gretig in die overvloed aan stimuli, anderen gaan kopje onder of zoeken soelaas in een prikkelarme omgeving”, schrijft het museum op zijn website.
Kusama, die vandaag negentig wordt en al sinds haar jeugd geplaagd wordt door hallucinaties, bedacht haar eigen manier om de alledaagse werkelijkheid te bezweren: stippen zetten, oneindig veel stippen zetten. Op doek, op pompoenen of op naakte mensen, zoals in 1967 op kunstenaar Jan Schoonhoven. Stippen zijn een symbool van vrede, aldus Kusama.
In het artikel van Anna van Leeuwen lezen we dat Kusama al sinds 1977 woont in een psychiatrisch ziekenhuis in Tokio en zich dagelijks wijdt aan haar kunst. In dat opzicht was haar werk in Gent zeer op zijn plaats. Jozef Guislain was psychiater in Gent. Het museum dat zijn naam draagt, maakt deel uit van een groot complex, waar ook een psychiatrisch ziekenhuis is gevestigd. Het museum organiseert tentoonstellingen rond thema’s die rechtstreeks met de menselijke geest te maken hebben. Zoals nu dus Prikkels.
Bij het zien van het werk van Yayoi Kusama, en nu, na het lezen van het artikel nog meer, moest ik terugdenken aan een bezoek dat ik ruim acht jaar geleden aan een erfgoedproject bracht. In Zutphen, in de wijk de Hoven, staat de boerderij die ooit behoorde aan Herman Kip. Kip leidde er een kluizenaarsbestaan. Zo ongeveer de hele inventaris van de boerderij was in het najaar van 2010 nog hetzelfde als vijftig, zestig, misschien wel zeventig jaar eerder. Hoewel, niet helemaal. Herman ‘Boer’ Kip, die in 2006 overleed, was na de dood van zijn vader, zo’n 25 jaar eerder, gaan schilderen. Gebruiksvoorwerpen als kasten, borden, klompen en melkbussen beschilderde hij met naïeve voorstellingen. Maar soms ging hij simpeler te werk en zette hij bijna dwangmatig stippen. Van Kusama wordt beweerd dat zij lijdt aan horror vacui, angst voor de leegte. Dat lijkt ook zeker op te gaan voor Herman Kip. Om daar bewijs van te krijgen is een bezoek aan zijn boerderij, waar inmiddels een museum van is gemaakt, de moeite waard. Hier kan men kennis maken met de wonderlijke wereld van Herman Kip.
Ik vond het eigenlijk wel een verrassend inzicht, dat twee mensen, onafhankelijk van elkaar, eenzelfde vorm kiezen om hun angsten te bezweren. Maar meer nog dat om de één meewarig wordt gelachen, terwijl voor het werk van de ander kapitale bedragen worden betaald.
Lessen van Veronica
Ik heb een zwak voor Veronica, de vrouw die Jezus tijdens zijn lijdensweg richting Golgotha een doek aanbood om het zweet en bloed van zijn hoofd te wissen. Volgens de legende leverde dat een beeltenis van Jezus’ gelaat op in de doek. Met wat fantasie zou je die doek kunnen beschouwen als een bijzondere fotografische techniek. En daarom is Veronica patroonheilige van de fotografen. Misschien is dat een reden dat ik, als amateurfotograaf, extra gefascineerd ben door haar verhaal.
Onlangs was ik in Gent, waar me twee Veronica’s zijn opgevallen. Een was tamelijk klassiek. Het was de zesde statie van de kruisweg in de Onze-Lieve-Vrouw Sint-Pieterskerk. Maker was René de Cramer, een Gentse schilder die, voor zover ik kan nagaan, buiten zijn woonplaats weinig bekendheid heeft genoten. Ergens rond 1917 schilderde hij de scène, die enigszins oriëntalistisch aandoet.
De ander was wel erg vrij, sommigen zouden zeggen te. Op de doek die Veronica toont geen beeltenis van de lijdende Jezus, maar een hoofd geschminkt volgens de manier die we kennen van de Mexicaanse Dia de los muertos. Het was het beeldmerk van tattooshop Sint Veronica.
Lezend over Veronica kom ik nog meer legende tegen, waaraan kennelijk ook de Zweedse Selma Lagerlöf, die we kennen van Niels Holgersons wonderbaarlijke reis, heeft bijgedragen. Meestal gaat men er van uit dat Veronica – of misschien heette ze Berenice – afkomstig was uit Jeruzalem. Maar er is ook het verhaal waarin Veronica eigenlijk Faustina heette. Zij was de min van de melaatse Romeinse keizer Tiberius. Om haar meester te helpen trok Faustina naar Jeruzalem om daar een bijzondere genezer te strikken. Alleen was die net onderweg naar zijn terechtstelling. Met de doek met zweet en bloed keerde ze terug naar Rome. Alwaar Tiberius het ware beeld, het vera icon, zag en genas. En dat vera icon werd dus Veronica.
Het kleine gebaar van Veronica, het deppen van zweet en bloed, het een beetje verlichten van het lijden, is een gebaar van grote medemenselijkheid. Dat is de les die Veronica ons leert. Wat we geloven van de legendes doet er niet zoveel toe. Maar juist die les maakt Veronica misschien wel actueler dan ooit.
Poëzie (332): Claus
Gedicht van Hugo Claus
Gevonden door TienVoorNegen op een gevel op de Oude Houtlei in Gent
In het pand vestigde Guido Claus, de broer van de dichter, in 1973 de Hotsy Totsy Club. In 1999 vormde dit speciaal gemaakte gedicht het beginpunt van een poëzieroute door Gent.
Poëzie (311): Claus
Gedicht van Hans Claus
Gevonden door Geert Geenen op de Ottergemsesteenweg in Gent
Poëzie (304): Campert
Een vergeefs gedicht, gedicht van Remco Campert
Gevonden door Geert Geenen in winkelcentrum Dok-Noort in Gent