Eduard von Grützner, Georges Croegaert en John Arthur Lomax zijn niet bepaald de bekendste schilders. Alle drie geboren in het midden van de 19e eeuw, respectievelijk in Groß-Karlowitz bei Neisse, Antwerpen en Manchester, hebben ze ook nog eens een zelfde gevoel voor humor gemeen dat vertaalden in verwante schilderijen.
[Lees meer…] overKardinale kunstBrautradition
Waar ik bij de supermarkt bij mij om de hoek geregeld Franziskaner Weissbier kocht, bleek er pas ineens Benediktiner in de schappen te staan. Toen viel er een kwartje: beide zijn kloosterorden. En als er twee zijn, moeten er nog meer bestaan.
28 april: Hamza
Johann Hamza (1850 – 1927), In der Bibliothek, verblijfplaats onbekend
Hamza werd geboren Teltsch, het huidige Telč, dat in Tsjechië ligt. Destijds hoorde het nog bij het Oostenrijkse keizerrijk. Hamza was leerling aan de Wiener Akademie. Hij schilderde vooral genrevoorstelling die in enige mate doen denken aan die van Eduard von Grützner. Alleen schildert Hamza geen geestelijken. Het levensgevoel komt wel enigszins overeen. Genieten van de mooie kanten van het leven, een boek lezen en ondertussen een pijp roken. De bibliotheek blijkt ook maar relatief: in de ruimte ernaast die zichtbaar is door de openstaande deuren is opnieuw een rijk gevulde boekenkast te zien.
13 februari: Grützner
Eduard von Grützner (1846 – 1925), In der Studierstube, Verblijfplaats onbekend
De monnikenschilder wordt Grützner wel genoemd. En wie het complete oeuvre van misschien wel de bekendste Duitse genreschilder van de tweede helft van de 19e eeuw ziet, begrijpt waarom. Tientallen schilderijen met monniken produceerde Grützner en ze vallen allemaal op doordat de monniken niet uitblinken door contemplatie. Liefde voor geestrijk vocht gaat voor geestelijk leven. Of het nu bier of wijn is, maakt ze niet uit, ze laten er graag de studie van de schrift voor liggen. Daar waar Grützner meer monniken bij elkaar schildert, halen ze geregeld kattenkwaad uit. Vaak is er een het slachtoffer van goedmoedige plagerijtjes. Of er achter die wat eenzijdige blik op de geestelijkheid ook een diepere betekenislaag schuilgaat of dat het een populair genre was waar Grützner goed van kon leven is niet helemaal duidelijk.