Wat hebben een collectief eetcafé in Nijmegen en een galerijflat van twaalf verdiepingen in Heerlen met elkaar gemeen? Het antwoord is een muurschildering van Hyuro.
[Lees meer…] overHyuroLezeres
Ergens halverwege de 19e eeuw werd, waarschijnlijk in Engeland, een slijtvaste vloerbedekking uitgevonden. Als je lijnzaadolie bloot stelt aan lucht, vormt zich een vel. En als je die lijnzaadolie giet over een drager, zoals een lap jute, kun je dat uitgeharde vel oppakken en oprollen.
Zoals dat vaker gaat met uitvindingen, komt van het een het ander. Kunstenaars zagen in linoleum een alternatief voor de houtsnede. De manier van werken is min of meer hetzelfde: je maakt een tekening, met een guts steek je weg wat je niet wilt zien. Met een roller breng je inkt aan en je drukt die op papier.
Donderkop
Half mei viel me voor het eerst een portret op op een transformatorkastje. Ik was met de auto dus het was in een flits. De volgende dag ben ik lopend gaan kijken. Het portret hing er nog, maar op een hoek was het al losgeraakt. Met de felle kleuren deed het me denken aan Emil Nolde en Kees van Dongen. Donderkop luidde de enigszins mysterieuze tekst. Thuis kwam ik erachter dat Donderkop de schuilnaam is van de kunstenaar die het portret maakte. Ik ging er meer op letten en kwam ook werk op andere plekken tegen. Vaak verdwenen ze ook weer, meestal een kwestie van dagen. Maar geregeld verschenen er ook weer nieuwe. Niet altijd zo kleurig als de eerste die ik ooit zag, maar wel altijd expressief. En soms voorzien van flarden van songteksten, zoals van Sia. (blauwe portret, bovenste rij, vierde van links). En waar het werk heel uitgesproken is, heeft de manier van tentoonstellen iets heel kwetsbaars: de elementen hebben vrij spel, maar ook andere wildplakkers kennen weinig mededogen. De portretten zelf spreken me al aan, maar juist ook dat aantreffen op straat levert telkens weer kleine geluksmomentjes op. Ik fotografeer ze om ze op een of andere manier te behouden. En ik hoop dat de kleine pareltjes van Donderkop nog heel lang de straten van Nijmegen zullen sieren.
Spuiten of hakken
‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’ Deze woorden van Johan Cruyff waren jarenlang het motto van Wieteke van Zeils rubriek Oog voor detail in het Volkskrant Magazine. Het gaat zeker op voor graffiti en street art. Nu is graffiti al zo oud als de weg naar Rome, letterlijk, want de oude Romeinen schreven van alles en nog wat op muren. Bewijzen daarvoor zijn door archeologen gevonden tijdens opgravingen in Pompeï. Nou heeft graffiti iets heel terloops. Je bent nauwelijks geneigd er heel bewust op te letten. Als je eenmaal de opvallende tekst ‘Bejaarden tegen racisme’ hebt gezien, valt hij daarna amper nog op. En dat hij dan op een dag in de wand gegrift blijkt in plaats van erop gespoten? Het zal wel. Toen Combolution in de Scheidemakershof zijn Waalpainting over het bombardement maakte, schilderde hij er gewoon overheen.
Kussen op Times Square
‘It wasn’t my choice to be kissed’, verklaarde Greta Zimmer Friedman ooit in een interview. Op 14 augustus 1945 was Friedman aan het werk als tandartsassistente, toen er op Times Square tumult ontstond. Ze liep naar buiten, zag daar de festiviteiten rond het einde van de oorlog en werd door matroos George Mendonsa overrompeld. En precies op dat moment kwam fotograaf Alfred Eisenstaedt langs die het tafereel vastlegde. Eisenstadts foto is iconisch geworden: zo vier je bevrijding is heel lang gedacht. Totdat bleek dat de kus niet helemaal met instemming van de vrouw in kwestie was.