Wanderlust is hot. Op 25 oktober schreef Sterre Lindhout in de Volkskrant een stuk over Duitse jongeren die in toenemende mate de natuur in gaan. Afgelopen zomer was er in de Alte Nationalgalerie in Berlijn een tentoonstelling met de titel Wanderlust te zien. Op Netflix is de serie met de gelijknamige titel een ongekend populair. En zoek op instagram op #Wanderlust en je krijgt ruim 83 miljoen (!!!) treffers. Vergelijk dat eens met #moritzvonschwind, die het slechts met 120 treffers moet doen. Toch heeft ook Schwind alles met Wanderlust te maken.
Rond 1817 schilderde Caspar David Friedrich Der Wanderer über dem Nebelmehr, een schilderij waarin we een man op een bergtop zien staan, starend over de verten die zich voor zijn oog onttrekken boven de wolken. In het hele oeuvre van Friedrich staat de nietigheid van de mens tegen de overweldigende natuur centraal. Maar zelden wordt dat zo tastbaar als hier. Omdat we de wandelaar op zijn rug zien, kijken we met hem mee en worden wij de wandelaar.
Onherroepelijk klinkt hier de associatie door met een gedicht van Johann Wolfgang Goethe uit 1780, waarin hij schrijft: Über allen Gipfeln ist Ruh, over alle bergtoppen is rust. Dat is ook het belangrijkste punt van Sterre Lindhout in haar stuk over Wanderlust in de Volkskrant: even weg van het jachtige bestaan. Diverse keren verwijst ze naar Goethe en naar de Harz en haar hoogste berg, de Brocken, waar de schrijver scènes uit zijn Faust situeert.
Het gedicht van Goethe, Wanderers Nachtlied, werd in 1815 door componist Franz Schubert op muziek gezet. Zeven jaar later componeerde Schubert zijn Fantasie in C, die de geschiedenis in zou gaan onder de naam Wanderer-Fantasie. Hierin verwerkt Schubert een thema uit zijn lied Der Wanderer met een tekst van Georg Philipp Schmidt von Lübeck. En juist in dat lied komt een andere betekenislaag van het thema wanderer goed naar voren. Der Wanderer is niet alleen iemand die van A naar B wandelt, maar iemand die op zoek is naar de zin van het leven:
“…
Wo bist du, mein gelobtes Land,
Gesucht, geahnt und nie gekannt?
Das Land, das Land so hoffnunggrün,
Das Land, wo meine Rosen blüh’n?
Wo meine Träume wandeln geh’n,
Wo meine Todten aufersteh’n,
Das Land, das meine Sprache spricht,
Und alles hat, was mir gebricht?
Ich übersinne Zeit und Raum,
Ich frage leise Blum‘ und Baum;
Es bringt die Luft den Hauch zurück:
‘Da, wo du nicht bist, ist das Glück!‘”
Kortom, het najagen van het geluk, daar gaat het der Wanderer om. En heel ironisch, dat geluk is altijd daar, waar jij niet bent.
Ongetwijfeld heeft Moritz von Schwind, die, zoals inmiddels bekend mag zijn, goed bevriend was met Schubert, mede door diens liederen het levensgevoel van Der Wanderer opgepikt. Het is in zijn schilderijen terug te zien in een schilderij als Reiter ins Tal zurückblickend (na 1860) of in Abschied am Morgengrauen. Het zijn beiden voorstellingen uit wat Schwind zijn Wanderbilder noemde, (semi-)autobiografische voorstellingen, waarin hij zijn levensweg toont.
Het meest duidelijk is het Wanderer-motief in een schilderij dat Schwind rond 1860 maakte, Der ruhende Wanderer, beter bekend als Auf der Wanderschaft of Rast auf der Wanderschaft. Onder een boom zit een jonge man die we net als Friedrichs Wanderer grotendeels op zijn rug zien. Hij kijkt van enige hoogte terug naar een gevarieerd landschap. De voorstelling heeft iets melancholisch, maar dat kan ook mijn eigen invulling zijn. Bij een grote brand in het Münchener Glaspalast in 1931 waar het werk werd tentoongesteld is het verloren gegaan. Het origineel zullen we nooit meer zien. (De voorstelling zoals we die nu nog kennen is van een kopie van een zekere M. Mogensen.)
Maar misschien zit de melancholie ook wel in de wetenschap dat Schwind na 1860 wat milder lijkt geworden. Rust, zoals van de wandelaar, duidt op vermoeidheid. Misschien begon Schwind, die in zijn leven voortdurend op zoek is geweest naar het geluk, dat hij bijvoorbeeld in zijn huwelijksleven relatief laat vond, maar die ook tal van conflicten heeft uitgevochten met opdrachtgevers, moe te worden. Misschien, maar dat is heel erg hineininterpretieren, schilderde Schwind zijn Wanderbilder juist als afscheid van zijn Wanderlust.
Geef een reactie