In deze reeks kwamen we in Moritz von Schwinds schilderij Die Hochzeitsreise al eens Franz Lachner tegen, terwijl hij na een hotelovernachting Moritz von Schwind en zijn kersverse bruid Luise uitgeleide doet. Maar Franz Lachner was helemaal geen hoteleigenaar, hij was componist. Moritz von Schwind wijdde één bijzonder werk, de zogeheten Lachner-Rolle, speciaal aan zijn vriend. Tijd om nader te kijken wie Franz Lachner en hoe zijn verhouding met Moritz von Schwind was.

Franz Lachner werd geboren op 2 april 1803 in Rain am Lech in Zuid-Duitsland. Hij had een oudere stiefbroer, Theodor, en twee jongere broers, Ignaz en Vinzenz. Alle vier werden ze componist. Hij had ook nog twee zussen, Thekla en Christina, die allebei enige bekendheid verwierven als organist. Ook vader Anton Lachner was organist en hij gaf zijn kinderen hun eerste muzieklessen. Toen Anton Lachner in 1822 overleed, verhuisde Franz naar München om daar zijn muzikale opleiding voort te zetten. Een jaar later ging hij naar Wenen, waar hij als organist van de Lutherse kerk aan de slag ging. Hij studeerde bij Simon Sechter en Maximilian Stadler, maar had ook geregeld contact met Ludwig van Beethoven. Lachner werkte als Vizekapellmeister en Erster Kapellmeister bij het Kärtnerhoftheater in Weenen, was van 1834 tot 1836 Hofkapellmeister in Mannheim en keerde in 1836 terug naar München om dirigent bij de Hofoper te worden. Als dirigent kreeg hij bekendheid door zijn Beethoven-uitvoeringen. Als componist werd hij beïnvloed door Beethoven, Giacomo Meyerbeer, Louis Spohr én Franz Schubert. Vanaf 1824 had Lachner deel uitgemaakt van de hechte vriendengroep rond Franz Schubert, waartoe ook Moritz von Schwind behoorde. En met Schwind bleef Lachner, zeker nadat zij elkaar zo’n tien jaar later in München weer troffen, zijn leven lang contact houden.

Composities
Niet alleen muzikaal lijkt Lachner door Schubert beïnvloed, ook zijn complete oeuvre vertoont opvallende parallellen. Acht symfonieën, vier concerten voor solo-instrument en orkest, acht suites, wat marsen en ouvertures, vier opera’s (waarvan Catharina Cornaro, Königin von Zypern de bekendste is), een oratorium en dertien andere koorwerken, dertig stukken voor strijk- of pianotrio, -kwartet of – quintet, vier stukken voor orgel, zeventien voor piano en vele tientallen liederen (waarvan het merendeel op teksten van Heinrich Heine). Het grote verschil met Schubert is dat Lachners carrière veel langer duurde. Hij ging rond zijn 65ste in Ruhestand en hij overleed op 20 januari 1890, ruim 86 jaar oud, waar Schubert maar 31 werd. En Schubert behoort nog altijd tot de buitencategorie, terwijl Lachner na zijn dood vrij vlot vergeten werd en zijn muziek nauwelijks nog gespeeld wordt.

Brieven
In Otto Stoessls Briefe van Moritz von Schwind ontbreekt Franz Lachner als geadresseerde. Dat kan komen doordat ze elkaar met grote regelmaat troffen, maar dan is het vreemd dat Schwind Lachner niet schreef tijdens zijn reizen. Een logischer verklaring is dat ze gewoon niet bewaard gebleven zijn. Wel figureert Lachner geregeld in Schwinds brieven aan anderen. Dat duidt erop dat Lachner een zekere bekendheid had, ook bij Schwinds vrienden buiten München. Ook Lachners broers Ignaz en Vinzenz worden enkele keren genoemd. En later in zijn leven vermeldt Schwind ook Lachners dochter Marie (“Mimi”) in een brief aan Eduard Mörike.
In een brief van 27 januari 1869 aan zijn eigen dochter schrijft Schwind het volgende: “Lachner behauptet, Du sähest aus, als wärest Du gerade aus dem Blasrohre herausgekommem. Er wird gar nicht fertig zu erzählen von Deinen frischen Augen, Deinen lustigen Bäckeln und wie ruhig und praktisch Du Dich benommen hast in allen Deinen Schwulitäten.” Dit alles laat zien hoe vertrouwelijk niet alleen de beide mannen met elkaar omgingen, maar ook met de rest van hun gezinnen.

Lachner-Rolle
In 1862 legde Moritz von Schwind het leven van zijn vriend vast in de zogeheten Lachner-Rolle. Er zijn bronnen die stellen dat het werk bedoeld was als geschenk voor Lachners zestigste verjaardag in 1863. Maar andere bronnen stellen dat het gaat om een cadeau bij Lachners 25-jarig jubileum als dirigent in München. Al eerder zagen we dat Schwind een verteller is, bijvoorbeeld in Eine Symphonie, waarin hij in vier scènes vertelt, hoe een ontmoeting tot een huwelijk leidt. In de Lachner-Rolle vertelt Schwind het levensverhaal van Franz Lachner en het is niet voor niets dat dit werk als Rolle wordt aangeduid. Het heeft een lengte van 12,5 meter en moet dus wel opgerold bewaard worden. In het hele verhaal staat uiteraard Franz Lachner centraal, maar Moritz von Schwind komt er zelf ook zeven keer in voor. In de Lachner-Rolle zit een scène die bijna iconisch is geworden. Aan een tafeltje zitten Franz Lachner, links half op de rug te zien, Franz Schubert in het midden en frontaal zichtbaar en rechts en profil Eduard von Bauernfeld. Dat deze tekening uit een eerbetoon aan Franz Lachner juist gebruikt wordt als illustratie bij verhalen over Franz Schubert zou je ironisch mogen noemen en tekenend voor de bekendheid die Franz Lachner nu nog heeft.
Geef een reactie