In de Neue Pinakothek in München hangt Moritz von Schwinds Eine Symphonie. Het is een bijzonder werk met vier voorstellingen die samen één verhaal vertellen. En dat alles vatte Schwind ook nog in een bijzondere omlijsting. Er is zoveel over het werk te vertellen dat ik me hier beperk tot de inhoud.
Eine Symphonie is een liefdesverhaal in vier scènes. Het werk laat zich lezen van onder naar boven. De eerste scène is een muziekavondje, een zoals Schwind in zijn Weense tijd geregeld heeft meegemaakt, toen hij daar als vriend van Franz Schubert de zogenoemde Schubertiades bezocht. We zien centraal een vrouw in een gele jurk aan een piano. Ze zit op een podium. Links en rechts zit publiek. Alleen staat er links een vrouw in een blauwe jurk. Achter de muzikante in de gele jurk bevindt zich een soort balkon waar een orkest heeft plaatsgenomen. Boven het orkest torent een borstbeeld.
Herkenbaar
In de voorstelling zijn tal van bekende personen te herkennen. Om te beginnen Schwind zelf. Hij zit rechts achter de vrouw aan de piano en slaat de bladzijden om. Dan is er Franz Schubert. Hij zit links tegen de muur, met zijn donkere krullen en zijn brilletje. Links naast hem zit Johann Michael Vogl, een van de beroemdste operazangers van die tijd en goed bevriend met Schwind. Helemaal links zit Hofrat Franz von Spaun, de man die met zijn familiekapitaal zeer waarschijnlijk veel van dergelijke bijeenkomsten mogelijk maakte. Rechts naast Schubert is schrijver Franz Grillparzer te zien. De pianiste in het geel is Maximiliane von Blittersdorf, geboren Brentano. Ook de dirigent is bekend: Franz Lachner, van wie Schwind ooit nog eens het leven vastlegde in de Lachner-rolle. En dan is er nog het borstbeeld: Ludwig van Beethoven. Maar de ster van Eine Symphonie is de vrouw in de blauwe jurk, Karoline Hetzenecker, een zangeres die Schwind zeer bewonderde. Om haar draait het allemaal, niet alleen in dit tafereel, maar in het hele schilderij. In het orkest staat een jongeman in verrukking op om ‘de nachtegaal van München’ beter te kunnen zien.
Ontmoeting
In het tweede tafereel maakt een vrouw een boswandeling. Op haar pad treft ze een jongeman, precies, degene die in tafereel in verrukking opstond. Waar zij in het volle licht staat, zit hij in de halfschaduw te lezen, als hij door haar komst wordt opgeschrikt. In 1860 schilderde Schwind zijn Abenteuer des Malers Joseph Binder. Het schilderij is weliswaar acht jaar na Eine Symphonie voltooid, maar Schwind was al in de jaren ’30 bevriend met Josef Binder en toen al maakte hij studies die niet alleen tot het schilderij van 1860 leidden, maar ook, in een iets andere opzet, tot het tweede tafereel in Eine Symphonie.
Aanzoek
Het derde tafereel is eigenlijk driedelig. Centraal staat de huwelijksaanzoek in een soort plantaardige cartouche. Aan weerszijden zijn feeëriek verlichte balscènes. Een gemaskerd bal om precies te zijn. Zo onderhoudt links een als monnik verklede man de aanwezige dames, terwijl rechts een nar-achtige figuur centraal staat.
Ongetwijfeld is het antwoord van Karoline Hetzenecker ja, op de aanzoek van Herr von Mangstl, die in alle beschikbare literatuur niet bij zijn voornaam wordt genoemd, maar met zijn functie, Regierungsrat, wordt aangeduid. Want in tafereel vier zien we het stel op huwelijksreis. Karoline staat in een open koets. Of haar bruidegom naast haar zit of dat hij degene is die net een van de paarden bestijgt om zo de koets naar verre oorden te leiden is niet duidelijk.
Randtaferelen
Behalve de vier taferelen die het verhaal van ontluikende liefde naar huwelijk vertellen, is er nog veel meer te zien. Om te beginnen natuurlijk de opvallende omlijsting in marmer, voor een groot deel gevuld met arabesken met planten en dieren. Maar onderaan, als het ware op een sokkel staan aan weerszijden van tafereel één, twee vrouwenfiguren. De linker draagt een orgeltje en moet dus wel de heilige Cecilia zijn, de patroonheilige van de muziek. De rechter figuur is moeilijker te duiden, maar wordt in de literatuur vaak geïnterpreteerd als Venus, de godin van de liefde.
Rondom het tweede tafereel wemelt het van de versieringen en vignetten. Zo zijn er vier allegorische voorstellingen van morgen, middag, avond en nacht, die Schwind rond 1860 opnieuw geschilderd heeft.
Tot zover het verhaal dat Schwind in Eine Symphonie vertelt. In een volgende bijdrage zal ik ingaan op de formele aspecten van dit schilderij.
Geef een reactie