Pas kwam ik erachter dat puzzelfabrikant Ravensburger ooit een puzzel heeft uitgebracht van Die Hochzeitsreise van Moritz von Schwind. Uiteraard wilde ik die graag hebben. Nu de puzzel klaar is – helaas ontbraken er drie stukjes – is dat een uitgelezen moment om wat uitgebreider stil te staan bij het schilderij.

Moritz von Schwind, Die Hochzeitsreise. Links het schilderij, rechts de legpuzzel
Wat schilderde Moritz von Schwind in 1850 of 1852? Het schilderij heet Die Hochzeitsreise, de huwelijksreis, wat zorgt voor enige duiding. We zien een idyllisch stadsgezicht, oude huizen in een berglandschap. Een koets staat klaar voor wat vermoedelijk een hotel is. In de koets zit de bruid, de bruidegom is bezig in te stappen. Hij wordt uitgeleide gedaan door de hotelier, wiens vrouw achter hem in de deuropening staat. De paarden voor de koets hebben nog de gelegenheid om wat te eten, de koetsier, van wie we alleen zijn laarzen en hoge hoed zien, rommelt nog wat rond achter de paarden. In de schaduw aanschouwt een winkelier het tafereel en in de verte kijkt nog een vrouw toe. Een beetje kleinburgerlijke scène is het wel.
Biedermeier
Misschien is dit zo’n tafereel waardoor Schwinds werk nog wel eens als Biedermeier wordt gekwalificeerd. Maar anders dan bij veel Biedermeierschilderijen, die een emotie van gezelligheid en herkenbaarheid pogen op te roepen, is hier meer aan de hand. In de bruidegom herkennen we niemand minder dan Moritz von Schwind zelf. Maar echt een autobiografische scène is het allerminst. Want we herkennen nog iemand. De hotelier heeft alle trekken van één van Schwinds beste vrienden, Franz Lachner. Alleen was hij helemaal geen hoteleigenaar, Lachner was een bekende componist. Speciaal voor zijn zestigste verjaardag, tekende Schwind in 1862 de Lachner-Rolle, het twaalf meter lange levensverhaal van de componist. Op dit werk zal ik later nog eens ingaan.
Reisebilder
Rond 1850 was Schwind begonnen aan wat hij noemde zijn Reisebilder, een reeks van zo’n veertig schilderijen, vaak op niet al te groot formaat. Scènes uit zijn leven of dat van zijn kinderen, sprookjesscènes of voorstellingen volledig aan zijn fantasie ontsproten. Die Hochzeitsreise is er een van. Schwind herschept als het ware een moment uit zijn leven en maakt het tot kunst. Met zijn Reisebilder heeft Schwind een soort cyclus willen maken, vergelijkbaar met Franz Schuberts Winterreise. Al vroeg in zijn schildersloopbaan zei Schwind over Schubert ‘So wie er komponiert, so möchte ich mahlen können‘. Het is mijn overtuiging dat dat Schwinds achterliggende motief is geweest bij het maken van zijn Reisebilder. En het is die kunstopvatting die maakt dat degene die Schwind als Biedermeier betitelt, weinig van zijn kunst begrepen heeft.

Luise von Schwind, geportretteerd door schilder Carl Rahl, ca. 1845, Österreichische Galerie Belvedere
Huwelijk
Dat Schwind aandacht besteedt aan zijn huwelijk is niet vreemd. Het zoeken naar de liefde is een belangrijk thema in Winterreise, het is ook een belangrijk thema is Schwinds leven geweest. Uit zijn brieven uit de jaren ’20 en ’30 spreekt een toenemende frustratie over het feit dat hij de ware nog niet gevonden heeft. Of dat zij hem niet wilde op het moment dat hij dacht de ware te zijn.
In de winter van 1841-42 leert Schwind in Karlsruhe de twaalf jaar jongere officiersdochter Luise Sachs (1816-1894) kennen. Het paar laat er geen gras over groeien: al op 14 februari 1842 verloven ze zich en ruim een half jaar later, op 3 september trouwen ze in de kloosterkerk van Lichtenthal bij Baden-Baden.
Meteen daarna ging het paar op huwelijksreis, De route daarvan is bekend: via Donaueschingen, Konstanz en Kempten naar Reutte, dat in de buurt ligt van slot Hohenschwangau, waar Schwind mogelijk zijn muurschilderingen heeft willen laten zien. Vervolgens langs Innsbruck en Salzburg naar Linz, waar het paar de boot nam om over de Donau naar Schwinds geboortestad Wenen te reizen.

Sankt Georgsbrunnen in Rothenburg ob der Tauber
Herkenbare details
Hoewel ik hier al betoogde dat de voorstelling niet geduid moet worden als een autobiografisch, is het toch aardig om te kijken of Schwind geen details ontleend heeft aan de realiteit. Om te beginnen is er het monument links naast de koets. Op een zuil staat een ridder met een helm, een schild en een lans met bovenaan een vaan. Onder de voeten van de ridder kronkelt een beest, een draak met kop en staart omhoog gericht. Zonder veel moeite herkennen we hier Sankt Georg, de heilige Joris. In diverse Duitse steden, zoals in Trier en in Rothenburg ob der Tauber, bevinden zich zogenaamde Sankt Georgsbrunnen. Mogelijk moet de heilige voorbijgangers erop wijzen dat het kwaad overwonnen kan worden, maar het kan ook een aansporing zijn om moed te tonen. Van de diverse Sankt Georgsbrunnen die ik kon vinden, is er overigens geen die lijkt op het monument dat Schwind hier geschilderd heeft.
Een ander in het oog springend detail is het uithangbord met de achtpuntige ster. Het wemelt in Duitsland, Oostenrijk en het Duits sprekende deel van Zwitserland van hotels met de naam Stern. Dus dat levert geen aanknopingspunten op. Het bovenste deel van het uithangbord, waarin een man in een bootje een zeemonster bestrijdt, is ook niet makkelijk te duiden. Wel is het opvallend dat het min of meer hetzelfde verhaal vertelt als het beeld van Joris.
Een derde element in het uithangbord is het beest dat deels schuil gaat achter het afdak boven de ingang van het hotel. Het zou een rode kat kunnen zijn. Ook Roter Kater is een naam die wel eens voorkomt voor een hotel. Maar door goed naar deze rode kat te kijken, valt plotseling op dat de figuur in het bootje boven het zeemonster exact dezelfde houding heeft, zij het licht gedraaid.
Marbach
Dan is er nog de gevel met het torentje. Ook dat oogt tamelijk nietszeggend. Maar daar links naast is een detail dat wel interessant is. In de achtergrond zien we een kerk met twee torens. Op allerlei plekken in Duitsland en Oostenrijk bevinden zich dergelijke zogenaamde Wallfahtskirchen. Het zijn geen parochiekerken midden in de stad, maar wat meer afgelegen kerken, waar je als een soort bedevaart naar toe gaat. Nu bevindt zich een dergelijke Wallfahrtskirche, die van Maria Taferl, boven Marbach an der Donau. Schwind moet deze kerk zeker gezien hebben toen hij tijdens zijn huwelijksreis over de Donau voer van Linz naar Wenen. Tegelijk is duidelijk dat hij toen niet met een koets reisde. Het laat andermaal zien dat Schwind voor zijn Reisebilder grasduinde in zijn herinneringen en zijn fantasie om leven en kunst met elkaar te verknopen.
Wat nog wel aardig is om te vermelden is dat het origineel van Die Hochzeitsreise zich bevindt in München, in de collectie van graaf Adolf Friedrich von Schack, die in 1868, drie jaar voor Schwinds dood, 25 van de Reisebilder had gekocht. De originele Hochzeitsreise meet 53,6 x 42,2 cm. De puzzel, waarvoor Ravensburger links en rechts een strook wegsneedt, meet 59 x 39,5 cm. Die Hochzeitsreise die straks bij mij aan de wand hangt, is dus iets groter dan het origineel. Helaas ontbreken er bij mij wel die drie stukjes.