In 2005 vierde Nijmegen het 2000-jarig bestaan van de stad. Er verscheen een lijvige driedelige stadsgeschiedenis, waarin uiteraard ook de Romeinse oorsprong van de stad beschreven stond. Daarover interviewde ik archeoloog Willem Willems. Toen hij op de foto moest, koos hij voor het Kops Plateau, waar ooit de eerste Romeinse soldaten gelegerd waren. Daar, uitkijkend over de Ooijpolder, liet hij zijn linkervoet rusten op een boomwortel, zijn rechterhand plantte hij in zijn zij. ‘Zo moet hiervandaan ooit Drusus hebben uitgekeken’, sprak hij. Zijn houding had iets superieurs.
Ik moest eraan terug denken toen ik deze schilderijen naast elkaar zag. Links het Portret van John Ruskin (1853-54) door John Everett Millais en rechts Der Wanderer über dem Nebelmeer (ca. 1818) van Caspar David Friedrich. De houding is nagenoeg hetzelfde. Alleen hebben de mannen op de schilderijen hun hand niet in hun zij, maar houden zij hun wandelstok vast. Maar de starende blik, het licht geheven been, alles duidt op totale controle over de situatie, van de mens in de natuur. Ondanks die overeenkomst zijn er enorme verschillen in wat de schilderijen uitdrukken. Friedrich, misschien wel de belangrijkste vertegenwoordiger van de Duitse romantiek, toont een onbekende, een Wanderer, op een bergtop, uitkijkend over andere bergtoppen en over een lager gelegen wolkendek. Die Wanderer is een bekend romantisch thema van iemand die voortdurend onderweg is, zoekende naar de zin van het bestaan (zoals we die bijvoorbeeld ook bij Moritz von Schwind zien). Hier staat hij in een tamelijk onherbergzaam gebied dat hem als het ware overweldigt. Dat hij met zijn rug naar de kijker staat afgebeeld, zorgt ervoor dat wij met hem meekijken en dat de indruk die de natuur op hem maakt, dat ook op ons doet.
Zo’n 35 jaar later portretteerde Millais de Engelse schrijver, dichter en (kunst)criticus John Ruskin. Millais behoorde tot de groep van de Prerafaelieten, een groep schilders die terug wilde naar de opvattingen over schilderkunst en de manier van schilderen zoals die in de vijftiende eeuw gehuldigd werd, in de tijd voor de Italiaanse schilder Rafael. Ruskin moest hier aanvankelijk weinig van hebben, maar al vlot werd hij toch enthousiast. Tijdens een gezamenlijke reis door Schotland heeft Ruskin voor dit portret van Millais geposeerd, langs een snelstromende bergbeek, dus ook in de ruige natuur. Maar het bos op de achtergrond sluit de voorstelling helemaal af, terwijl het uitzicht bij Friedrich oneindig is. Daarbij ging het in Millais’ schilderij natuurlijk veel minder om de wisselwerking tussen mens en natuur, maar om een indrukwekkend portret van Ruskin. Saillant detail daarbij is dat Millais en Ruskin niet alleen reisden. Ze werden vergezeld door Effie Gray, met wie Ruskin een paar jaar eerder getrouwd was. Het was allerminst een gelukkig huwelijk, dat ook nooit geconsummeerd is. In de speelfilm Effie Gray, waarin Ruskin en het huwelijk vanuit haar perspectief worden bezien, wordt Ruskin echt neergezet als een heel nare, zelfingenomen kwast. Of dat terecht is, kan ik niet beoordelen. In ieder geval verliet Gray Ruskin kort na de reis om vervolgens te trouwen met Millais.
Wat ik niet heb kunnen ontdekken, is of Millais of Ruskin Friedrichs schilderij heeft gekend en misschien zelfs wel ooit heeft gezien. Juist de identieke houding en de plek in de woeste natuur zouden daar op kunnen wijzen. Het zou kunnen duiden op Ruskins kennis van de kunstgeschiedenis (en mogelijk ook van zijn bewondering voor Caspar David Friedrich) als hij bewust de houding van de Wanderer heeft gekopieerd.
Geef een reactie