Afgelopen najaar bezocht Stijn Zunneberg Salerno. Naast veel straatpoëzie fotografeerde hij daar diverse muurschilderingen, zoals deze van een vrouw die transformeert in plantaardige motieven. Het is het verhaal van de bosnimf Daphne, die tegen haar wil belaagd wordt door de god Apollo. Dat zou je nu grensoverschrijdend gedrag noemen, maar het slachtofferschap van Daphne is nog groter. Apollo’s onvermoeibare jacht is veroorzaakt door de god van de liefde Eros, over wiens boogschutterskwaliteiten Apollo zich nogal laatdunkend heeft uitgelaten. Dus Eros mikt op de onschuldige Daphne, Apollo wordt tot over zijn oren verliefd, maar Daphne wordt niets gevraagd. Op haar roep om hulp reageert Daphnes vader, de riviergod Peneus: hij verandert zijn dochter in een boom, een laurierboom om precies te zijn. En daar wordt het verwarrend want Daphne blijkt ook de naam van een plantengeslacht in de peperboompjesfamilie te zijn en niet, zo als voor de hand liggend zou zijn in de laurierfamilie.
Metamorfosen
Of het mis is gegaan bij de dichter die het verhaal van Apollo en Daphne optekende, is niet helemaal duidelijk. Zeker is wel dat Publius Ovidius Naso het verhaal heeft opgenomen in zijn Metamorfosen. Dat boek geldt als een van de belangrijkste werken uit de klassieke Romeinse literatuur. Tijdens de renaissance werd het, na de Bijbel, een enorme bron van inspiratie voor beeldend kunstenaars. Er is geen gedaanteverwisseling door Ovidius beschreven, die niet door een kunstenaar verbeeld is. Neem alleen al de avonturen van oppergod Zeus die als zwaan bij Leda de tweeling Castor en Pollux verwekte, als stier de Fenicische prinses Europa ontvoerde en als gouden regen Danaë bezwangerde, waarna Perseus geboren werd. Ook begrippen uit ons hedendaags taalgebruik, zoals echo en narcisme, zijn direct terug te leiden naar de verhalen van Ovidius.
Eremita
Maker van de muurschildering is Davide Brioschi, die zijn street art signeert als Eremita. We zien nog Daphnes gezicht, maar over haar wang en langs haar hals zien we een witte lijn, alsof er uit haar schedel een kap is weggenomen, waardoor we nu in haar binnenste kunnen kijken. Daar zien we delen van een wervelkolom, maar ook een celstructuur die aan blad doet denken. De transformatie van nimf naar boom is dus iets wat van binnen komt. Het is niet zoals Daphne vaak wordt verbeeld met huid die verandert in bast en ledenmaten die zich ontwikkelen tot takken. Ter hoogte van Daphnes borstkas zien we al blad en bloemen groeien.
Extase
Brioschi heeft zijn werk niet alleen rechtsboven gesigneerd, hij heeft ook linksboven de titel vermeld: Estasi di Dafne, de extase van Daphne. Nu is extase een toestand van verrukking. Letterlijk is het een soort buiten jezelf treden. De bekendste extase is die van de heilige Teresa van Avila, zoals die is vormgegeven door Gian Lorenzo Bernini. Iemand – ik noem geen namen – biechtte me pas op dat Bernini’s kwaliteiten verder moeten hebben gereikt dan het virtuoos bewerken van marmer. Om de toestand van Teresa in de Santa Maria della Vittoria of die van de zalige Ludovica Albertoni in de San Francesco a Ripa, beide in Rome, te kunnen grijpen, moet hij ook wel een fantastische minnaar zijn geweest. Iets van hun extatische toestand is ook zichtbaar in zijn Apollo en Daphne in de Galleria Borghese in Rome.
Extase of lijden?
Ik schreef al eens over pijn en extase en hoe vaag de grens is als je als kunstenaar deze emoties moet vormgeven. Bij Daphne heb ik niet het idee dat ze buiten zichzelf treedt en al helemaal niet van genot. Het lijkt me juist een pijnlijk proces als je van een mens in een boom verandert. Daarbij heeft Bernini niet alleen Daphne als slachtoffer verbeeld, maar ook Apollo als degene aan wie zij wil ontkomen. Daphne lijdt zichtbaar onder de ‘omhelzing’ van Apollo. Ik zou dat geen extase willen noemen. Dus om de manier van verbeelden geef ik Brioschi graag een plek in mijn Muurmuseum. Maar zijn titel stemt tot kritisch nadenken.
Geef een reactie