Vijf jaar geleden maakte ik met mijn moeder, mijn zus en mijn broer een treinreis door Zwitserland. Mijn moeder was net 85 geworden en dit was haar liefste wens. We treinden van Basel naar Lausanne, van Lausanne naar Montreux en daarvandaan met de GoldenPass-lijn naar Interlaken. Van Interlaken naar Luzern en vervolgens met de boot over de Vierwaldstättersee naar Flüelen en vandaar met de trein door naar Lugano. Vervolgens met de bus door Noord-Italië naar Tirano om daar de beroemde Bernina Express naar Chur te nemen. Van Chur met de Glacier Express naar Zermatt. En vandaar via Brig terug naar Basel. Het was een reis met louter hoogtepunten, spectaculaire vergezichten, vernuftige spoorweg-technische vindingen, met cocktails op het terras in Interlaken tot dikke pakken sneeuw tijdens de laatste twee klassieke trajecten.
Afgelopen weekend kwam ik met een Zwitserse aan de praat over Basel, waarvan zij vertelde dat het een prachtige stad was, met de meeste musea van Zwitserland. Ik had er tijdens de anderhalf uur overstaptijd op de terugreis niet meer van gezien dan de stationshal en het stationsplein. Maar, reageerde ze, dan had ik toch in ieder geval de beroemde wandschilderingen gezien, die mogelijk door Ferdinand Hodler geschilderd waren. Die had ik inderdaad gezien en de plekken waar we geweest waren, had ik gefotografeerd. Die foto’s haalden destijds het fotoalbum niet. Maar nu zocht ik ze nog eens op. Ook ging ik op zoek naar de maker van de muurschilderingen en dat bleek niet Hodler te zijn. Hij overleed in 1918, terwijl de eerste schilderingen dateren van de jaren ’20 van de vorige eeuw.
Toch is er wel iets van Hodler in terug te zien. Zo zijn in het werk van Ernst Hodel jr., een vijf bij vijftien meter groot panorama van de Vierwaldstättersee, haast expressionistisch geschilderd, duidelijk Hodlers ideeën van het parallelisme terug te zien, met de twee centrale bergtoppen. Ook in zijn Gstaad – Berner Oberland, het middelste van een driedelig panorama is parallelisme te zien, zij het dat hier geen komvormig, maar juist een koepelvormig landschap te zien is. Parallelisme is ook te zien in de schildering Jungfraubahn Jungfraujoch 3457 m s/m, het linker deel van het panorama, gemaakt door Werner Miller. Miller heeft les gekregen van Hodler. Andere leraren waren Giovanni Giacometti en Cuno Amiet, die samen het post-impressionisme in Zwitserland introduceerden. Een derde schilder die betrokken was is Hans Beat Wieland, die het rechter deel, Silsersee – Engadin – Graubünden schilderde. Hierin komt het parallelisme minder prominent naar voren, maar qua palet vormt het wel een eenheid met de andere delen. Wieland maakte ook in andere stations in Zwitserland muurschilderingen, maar nergens zo groot als in Basel. Ten slotte zou nog Ekkehard Kohlund betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de muurschilderingen. Van hem is weinig bekend. Wellicht schilderde hij het qua formaat, compositie en stijl afwijkende Zermatt – Gornergrat 3136 m. Matterhorn.
Wat ik bijzonder vind, is dat de vijf voorstellingen ooit geschilderd werden als toeristische reclame, maar dat ze nu vooral te zien zijn als autonoom kunstwerken. Dat op zich is niet uniek, maar ik ken geen voorbeelden waar op dit formaat is gewerkt. Bovendien sluit het via de invloed van Ferdinand Hodler prachtig aan bij de Zwitserse artistieke identiteit.
Geef een reactie