Ik schreef al eens over Moritz von Schwind im Kino en hoe hij, als personage in het leven van Franz Schubert, in een aantal films is uitgebeeld. Maar daarbij is mij iets ontgaan, waar ik achter kwam toen ik me in de stamboom van Schwind verdiepte. Het gaat om een film uit 1936 met speciale aandacht voor een van de vrienden van Schwind: Kupelwieser.
Zoals inmiddels wel bekend is Moritz von Schwind rond 1821 bevriend geraakt met Franz Schubert. Tot hun vriendenkring behoorden ook de gebroeders Joseph en Leopold Kupelwieser. Joseph Kupelwieser was actief in het theater. In 1823 zou hij het libretto schrijven voor Schuberts enige opera, Fierabras. Leopold Kupelwieser ontwikkelde zich toen Schwind hem ontmoette tot een gevierd schilder, terwijl Schwind zelf nog moest beginnen.
In Wenen portretteerde Kupelwieser onder andere Schubert, Schwind, Schober en Vogl van de vriendenclub. En het zijn precies deze vijf die geregeld opduiken in films over het leven van Franz Schubert.
Filmpersonage
In mijn eerdere verhaal over Schwinds filmcarrière ben ik uitgebreid ingegaan op Horch, horch, die Lerch im Ätherblau uit 1936, omdat dit een van de meer bekende films is, waarin hij figureert. Maar er blijkt nog een film uit 1936 te zijn, Drei Mäderl um Schubert.
Het is hetzelfde verhaal dat in 1958 in het veel bekendere Das Dreimäderlhaus wordt verteld. Over de zussen Hederl, Heiderl en Hannerl die in de ban raken van Schubert en zijn vrolijke vrienden en de componist die verliefd wordt op alle drie. Schwind wordt in Drei Mäderl um Schubert gespeeld door ene Rudolf Vones. Maar veel interessanter is de acteur die de rol van Kupelwieser (Joseph of Leopold, wie precies blijft onduidelijk) heeft: Wolfgang von Schwindt.
Loopbaan
Door de foutieve schrijfwijze (waar de T vandaan komt is onduidelijk) ligt de link tussen Wolfgang en Moritz niet direct voor de hand. Maar Wolfgang blijkt de kleinzoon van Moritz von Schwind. Omdat Moritz von Schwind maar één zoon had, Hermann, moet hij wel de vader van Wolfgang von Schwind zijn geweest.
Wolfgang von Schwind werd geboren in 1879, acht jaar na het overlijden van zijn grootvader. Hij volgde een opleiding tot operazanger en vertolkte onder andere de rol van Pogner in Die Meistersinger von Nürnberg van Richard Wagner, een opera die later in deze reeks verhalen ook nog een plek zal krijgen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verliet Schwind Duitsland en werkte hij in Spanje als secretaris van een Egyptische prins, als tolk en muildierdrijver in de Pyreneën, maar probeerde hij ook de kost te verdienen als konijnenfokker.
Filmcarrière
Na de oorlog keerde hij terug naar zijn vaderland, waar hij de opera vaarwel zei en als acteur in films ging spelen. Tussen 1920 en 1947 vertolkte Schwind(t) volgens de Internet Movie Database 87 filmrollen. Zo speelde hij in Die lustigen Vagabunden samen met Johannes Heesters. Ook Das Indische Grabmal uit 1921 is een klassieker, maar daar kwam zijn naam uiteindelijk niet eens op de titelrol. Zijn grootste succes was mogelijk (en tegelijk ook ironisch gezien zijn vlucht tijdens de oorlog) de film 1914, die letzten Tage vor dem Weltbrand uit 1931 waarin hij Graf Von Moltke, een niet te onderschatten bijrol, speelde.
Maar uiteindelijk heeft geen van zijn 87 rollen geleid tot een echte doorbraak. Wolfgang von Schwind begon als bijrol-acteur en is dat zijn hele filmcarrière gebleven. Grote vraag is natuurlijk hoe hij die ene rol van Kupelwieser (Joseph dan wel Leopold) ervaren heeft. Een rol waarin hij bevriend was met het personage Moritz von Schwind, die in real life zijn grootvader was.
Geef een reactie