In het eerste deel van de nieuwe Netflix-serie Freud zit een scène waarin tijdens een avondje bij iemand thuis een tableau vivant wordt samengesteld. In een fractie van een seconde komt het originele schilderij langs, maar net lang genoeg om het te herkennen: Der Triumph der Ariadne van Hans Makart.
Omdat hij schilder wilde worden, ging Hans Makart, in 1840 geboren in Salzburg, naar de Akademie der bildenden Künste in Wenen. Daar schijnt hij te zijn weggestuurd vanwege gebrek aan talent, waarna hij zijn geluk op de academie in München beproefde. Hier werd hij in 1861 leerling van Carl Theodor von Piloty, die anders dan zijn Weense collega’s wel iets in de jonge Oostenrijker zag. Tijdens en na zijn studie reisde Makart door Europa en in 1869 vestigde hij zich opnieuw in Wenen. Waar hij, ironisch genoeg, werd benoemd tot professor aan de Akademie der bildenden Künste.
Makart ontwikkelde zich snel tot een gevierd schilder. Van de Oostenrijkse keizer kreeg hij een zak geld waarmee hij een groots atelier kon inrichten. Hier organiseerde hij grootse atelierfeesten, waar de Weense beau monde graag over de vloer kwam. Zo werd hij een spil in het Weense society-leven, wat zijn roem als schilder nog eens vergrootte. Op de feesten werden geregeld tableaux vivants samengesteld.

Hans Makart, Der Triumph der Ariadne, 784 x 476 cm.
Groot formaat
Het schilderij Der Triumph der Ariadne, dat in het eerste deel van de serie Freud onderwerp is van een tableau vivant, stond ook bekend als Bacchus und Ariadne. Makart schilderde het in 1873-74. Bescheidenheid moet de man vreemd zijn geweest, geregeld koos hij voor de overtreffende trap. Het schilderij meet 7 meter 84 bij 4 meter 76. In dat opzicht is hij een echte leerling van Piloty, die ook niet keek op een vierkante meter meer of minder.
De triomf waar uit de titel verwijst waarschijnlijk naar Ariadnes huwelijk met Bacchus (Dionysos in de Griekse mythologie). Nadat zij met haar draad de held Theseus had helpen ontsnappen uit het labyrint van haar vader koning Minos, laat Theseus haar achter op het eiland Naxos, mogelijk na aandringen van Bacchus/Dionysos. Hier trouwt ze met Bacchus/Dionysos en wordt ze daardoor onsterfelijk. Als thema was het in de beeldende kunst, de muziek en de literatuur al erg populair, maar met de god van de drank en schaars geklede dames was het voor een feest kennelijk ook wel toepasselijk.

Carl Theodor von Piloty, Thusnelda im Triumphzug des Germanicus, 490 x 710 cm.
Collega
Dan nu de vraag wat dit met Moritz von Schwind te maken heeft. In 1861 toen Makart zich aanmeldde op de academie in München, was Schwind daar professor. Van hem is bekend dat hij een bloedhekel had aan zijn collega Piloty. Waar Schwind in zijn werk vaak koos voor het intieme en subtiele, ging Piloty voor het grote gebaar, vol drama en effectbejag. Dat Piloty in 1874 directeur van de Münchener academie werd, heeft Schwind niet meer hoeven meemaken. Vreemd genoeg komt Piloty in Schwinds brieven niet voor. Aan Makart wijdt hij wel diverse passages.
“Geile kleureffecten”
In een brief aan Eduard von Bauernfeld van 8 maart 1869 reageert Schwind op de vraag wat hij van een schilderij van Makart vindt. Hij begint nog vrij gematigd met te stellen dat hij blij is dat hij zich niet langer hoeft bezig te houden met hoe het publiek op zijn werk zal reageren. Maar dan komt Schwind op stoom. Hij gaat tekeer over de kunstopvattingen van het publiek, heeft het over ‘vervloekte gesuikerde modderkorsten’ en over lieden ‘die geen twee originele gedachten achter elkaar kunnen hebben’. Het bewuste schuilderij van Makart heeft hij niet gezien, hij heeft al eens andere werken van Makart bekeken. ‘Wat ik over Makart hoor is verward, gedachteloos, geaffecteerd en met ongezonde kleine, geile kleureffecten opgetuigd – het heeft alles wat venerisch.’ Hij stelt dat mensen kennelijk nog nooit een mooi geschilderd werk hebben gezien, las ‘deze porseleinen vrouwsfiguren zoveel uitwerking op hen hebben.’ In een volgende brief schrijft Schwind dat de schilderijen van Makart hem ‘angewidert haben’, hem weerzinwekkend zijn.

Hans Makart, Der Jubiläumszug der Gartenbau, (detail), geheel slechts 285 x 64 cm., maar onderdeel van een serie van ca. dertig scènes
De passages laten Schwind op zijn oude dag zien, verbitterd en volhardend in zijn kunstopvatting als de enig juiste. Omdat het een brief aan een van zijn vrienden is, kan hij openhartig zijn. Of hij deze standpunten publiek zou hebben geuit, is zeer de vraag. Zeker is wel dat hij nooit zoals Makart salonfähig is geworden, terwijl hij in zijn jongere jaren geregeld aanwezig was bij de Schubertiades, een soort salon avant la lettre. Interessant zou zijn om de Schubertiades uit de jaren ’20 eens te vergelijken met de Makartiades (mijn term) van de jaren ’70.
Geef een reactie