Van de circa negenhonderd kerken in Rome heb ik er zo’n vijftig à zestig van binnen gezien. Een opvallende die ontbreekt is de Chiesa della Santissima Trinità dei Monti, boven aan de Spaanse Trappen. Moritz von Schwind woonde er tijdens zijn verblijf in Rome tegenover. Heeft hij er ooit de muziek gehoord die Felix Mendelssohn Bartholdy speciaal voor de nonnen componeerde?
In 1830 bezocht de Duitse componist Felix Mendelssohn Bartholdy als 21-jarige Rome. In de kerk van Trinità dei Monti werd hij betoverd door de zang van de nonnen. Hij schreef zijn ouders dat het wonderbaarlijk mooi was, maar dat je de nonnen alleen kon horen en niet kon zien. En dat hij daarom besloten had muziek voor hen te componeren.
Nog datzelfde jaar componeerde Mendelssohn Drei Motetten für weibliche Stimmen. Het eerste stuk, Veni Domine, werd doorgaans gezongen op de vierde zondag van de Advent. Het tweede stuk, Laudate Pueri, is gebaseerd op twee psalmen (113:2 en 128:1). Beide stukken zijn geschreven voor twee sopraanpartijen en een altpartij. Het laatste stuk, Surrexit Pastor Bonus, verwijst naar Jezus als de goede herder zoals te lezen is in het evangelie van Johannes. In 1838 zijn de drie motetten als een geheel uitgegeven bij N. Simrock in Bonn.
Verlag
Nikolaus Simrock werd in 1751 geboren in Mainz. In 1775 kreeg hij een aanstelling als waldhoornist in de Hofkapelle in Bonn. Die kapel werd geleid door Ludwig van Beethoven, niet de beroemde componist, maar diens grootvader. De kleine Ludwig was destijds pas vijf jaar oud. Ondanks dat leeftijdsverschil zouden Simrock en Beethoven junior op latere leeftijd bevriend raken.
Voor de Hofkapelle kreeg Simrock al snel de opdracht om de partituren voor de musici te verzorgen. Hij leerde hoe hij in koper moest graveren en al snel kon hij zich tussenpersoon noemen voor muziekuitgevers in Mannheim, Kassel en Wenen. In 1793 richtte hij zijn eigen uitgeverij op, Musikverlag N. Simrock. Na het opheffen van de Hofkapelle in 1794, hield Simrock zich uitsluitend nog bezig met zijn muziekuitgeverij. Zo gaf hij als eerste stukken uit van Joseph Haydn en Ludwig van Beethoven. Als lid van de orde der Illuminati en de Vrijmetselarij had Simrock toegang tot een uitgebreid en invloedrijk netwerk en dat legde zijn uitgeverij geen windeieren. Na zijn dood in 1831 groeide de uitgeverij nog aanmerkelijk door ook de muziek van Robert Schumann, Felix Mendelssohn Bartholdy en vooral Johannes Brahms uit te geven. In 1870 verhuisde Simrocks kleinzoon Fritz de uitgeverij naar Berlijn.
Spaanse Trappen
Zoals gezegd werden de drie motetten van Mendelssohn in 1838 gebundeld uitgegeven. Of ze voor die tijd al in het bezit waren en werden gezongen door de nonnen, voor wie Mendelssohn de stukken schreef, is niet bekend. En dus weten we ook niet of Moritz von Schwind ze ooit gehoord heeft. Dat hij de nonnen moet hebben horen zingen, staat voor mij vast. Schwind woonde in de zomer van 1835 onder aan de Spaanse Trappen en keek uit op de Trinità dei Monti. Mendelssohn was in 1830 speciaal in de kerk gaan luisteren, dus zeer waarschijnlijk hadden de nonnen een reputatie hoog te houden. En dus is het aannemelijk dat Schwind dat ook gedaan heeft.
Bij Schwinds woonvertrek om de hoek, bij Caffè Greco in de Via dei Condotti, troffen buitenlandse Romereizigers elkaar en wisselden zij nieuws uit, maar ook tips over wat zij in Rome moesten bezoeken. Bovendien stel ik me zo voor dat Schwind de nonnen heeft kunnen horen als zij de deuren van de kerk en hij de ramen van zijn kamer open hebben gehad.
In zijn brieven heeft Schwind er helaas geen melding van gemaakt. Maar dat zegt niet alles. In zijn eerste brief uit Rome meldt hij dat het de derde brief is die hij die dag schijft. Die andere twee zijn kennelijk niet bewaard gebleven.
Lachner
Heeft Schwind Mendelssohn ooit ontmoet? Zeker niet in Rome en zeer waarschijnlijk ook later, toen Schwind achtereenvolgens in Karlsruhe en Frankfurt woonde, niet. Wel komt Mendelssohn twee keer in Schwinds brieven voor. In een brief van 23 mei 1847 schrijft Schwind aan Bernhard Schädel over zijn vriend, de componist Franz Lachner, en hoe deze werkt aan een opera over beeldhouwer Benvenuto Cellini. Franz Lachners broer Ignaz, die ook componist is, maakte de opera Loreley , die Schwind met groot genoegen heeft gezien. ‘Wäre die von Mendelssohn, welchen Spektakel!’ Een half jaar nadat Schwind deze brief geschreven heeft, is Mendelssohn overleden.
Op 16 april 1856 schrijft Schwind, wederom aan Schädel, over een requiem van Franz Lachner. ‘Das Requiem ist eine Arbeit, […], und selbst wenn Mendelssohn noch lebte, wäre in ganz Deutschland keiner, der etwas ähnliches machen kann.‘ Kortom, halverwege de 19e eeuw werd Mendelssohn, in ieder geval door Schwind, gezien als de meest vooraanstaande componist in Duitsland.
De kans dat Schwind ooit Nikolaus Simrock heeft ontmoet, acht ik helemaal klein. Schwind was 23 toen hij in 1827 naar München verhuisde. Simrock woonde in Bonn en was toen 78, waar hij drie jaar later overleed. Toch is het niet uit te sluiten dat Simrock een rol heeft gespeeld in Schwinds leven. Van Schwind is bekend dat hij verdienstelijk viool speelde. Hij kan zomaar bladmuziek in huis hebben gehad afkomstig van N. Simrock Verlag.
Geef een reactie