Van tijd tot tijd krijg ik kunstboeken thuisgestuurd, die ik voor de Nederlandse bibliotheken beoordeel en beschrijf, zodat zij weten wat ze kunnen verwachten, wanneer ze het boek aanschaffen. Recent kreeg ik een boek over fresco’s met, toch wel verrassend, ook aandacht voor Moritz von Schwind.
Fresco, of beter gezegd al fresco (in het Duits Frischmalerei), is een schildertechniek, waarbij pigment, kleur, wordt toegevoegd aan een natte kalklaag op muur of plafond. Het is een oude techniek die bijvoorbeeld al in Pompeï werd toegepast. Het is ook de techniek die het mooiste resultaat gaf, waardoor kunstenaars er vaak voor kozen. En daardoor is fresco ook een soort verzamelnaam geworden voor alle muur en plafondschilderingen. Zo wordt Leonardo da Vinci’s beroemde Laatste avondmaal in het klooster van Santa Maria della Grazie in Milaan vaak fresco genoemd, terwijl het dat feitelijk niet is. En dat is precies ook de reden dat het veel moeilijker goed te conserveren valt.

Leonardo da Vinci, Laatste avondmaal
Italiaans
Niet toevallig is fresco een Italiaanse term. Wie bladert in dit lijvige boek zal in de eerste vierhonderd van dit bijna vijfhonderd bladzijden tellende boek bijna uitsluitend Italiaanse, kunstenaars treffen. Sterker nog, tot ver in de zeventiende eeuw is het bijna een algemene geschiedenis van de schilderkunst, met schilders als Giotto, Massaccio, Fra Angelico, Andrea Mantegna, Sandro Botticelli, Michelangelo, Rafaël, Correggio, Andrea del Pozzo tot aan Giambattista Tiepolo. Zelfs beroemde Venetiaanse schilders als Titiaan en Paolo Veronese zijn vertegenwoordigd, terwijl de vochtige omstandigheden in de lagunestad verre van ideaal zijn voor fresco’s.
Lust voor het oog
Het boek is een genot om in te bladeren. Alle fresco’s zijn door professionals gefotografeerd, waardoor je nauwelijks perspectivische vertekening hebt. Ze zijn daardoor beter te bestuderen dan wanneer je zelf in een matig verlichte ruimte omhoog moet turen. Veel minder enthousiast ben ik over de tekst. Er ontbreekt een heldere opzet van het verhaal. Soms gaan bijschriften in op de inhoud van de voorstelling, soms gaat het over de plek waar de schildering te vinden is. En hier en daar liet de auteur, kunsthistorica Uta Hasekamp, die gespecialiseerd is in dergelijke verzamelwerken, zich verleiden om smeuïge weetjes te vermelden.

Moritz von Schwind, Ontwerp voor fresco Die Einweihung des Freiburger Münsters
Schwind
Tegelijk is het ook haar Duitse komaf die er voor gezorgd heeft dat Moritz von Schwind een plek heeft gekregen in dit boek. In de kunstgeschiedenis heeft Schwind niet meer zo’n grote reputatie als zijn Italiaanse collega’s. Maar gedurende zijn carrière heeft Schwind tal van opdrachten gehad. Het begon al vroeg na zijn verhuizing van Wenen naar München, waar hij in de Münchener Residenz een ruimte mocht beschilderen. Een van Schwinds grootste frustraties volgde in het midden van de jaren ’30, toen diverse ruimtes in het slot Hohenschwangau werden beschilderd, mede naar ontwerp van Schwind. Maar voor de uitvoering ervan werd hij niet uitgenodigd.
Eervolle opdracht
Na dit echec kreeg Schwind tussen 1840 en 1844 de opdracht om in de nieuwgebouwde Kunsthalle in Karlsruhe een fresco te schilderen. Het werd een ode aan de grote Duitse kunstgeschiedenis. In zijn Die Einweihung des Freiburger Münsters staat de Duitse bouwkunst centraal. De Dom van Freiburg gold als een van de mooiste uit de gotiek. Daarnaast vertegenwoordigde Hans Baldung Grien de Duitse schilderkunst en Sabina von Steinbach, apocrief zoals ik eerder schreef, de Duitse beeldhouwkunst.
Na Karlsruhe beschilderde Schwind onder meer een kerk in Bad Reichenhall. Maar zijn meest prestigieuze opdracht volgde toen hij in het historische slot op de Wartburg aan de slag mocht. In dit kasteel, waar kerkhervormer Martin Luther gevangen zat en de bijbel in het Duits vertaalde, schilderde Schwind Der Sängerkrieg auf der Wartburg. Daarnaast schilderde hij een aantal scènes uit het leven van de heilige Elisabeth van Hongarije die hier in de dertiende eeuw gewoond heeft. Inhoudelijk zal ik later nog eens op deze werken ingaan.

Moritz von Schwind, Ontwerp voor Schubert lunet in de Staatsoper in Wenen. Links Erlkönig; midden Der häusliche Krieg; rechts Der Fischer
Staatsoper
De laatste grote fresco-opdracht die Schwind kreeg, was in zijn geboortestad Wenen. In de Staatsoper voorzag hij plafonds en lunetten van scènes uit beroemde opera’s. en muziekstukken Voor een deel baseerde Schwind zich hierbij op eerder werk en eerdere ontwerpen. Zo zien we hier bijvoorbeeld weer zijn Erlkönig.
In dit boek laat Hasekamp de Wartburg, die ze benoemt als nationaal monument waar het uitroepen van de natiestaat werd gevierd, en het Weense operagebouw zien. Zoals ik al zei, verraste het mij Schwind hier tegen te komen, omdat er in de kunstgeschiedenis nauwelijks nog aandacht voor hem is. Maar ik hoop dat ik met deze inventarisatie van Schwinds bijdragen aan de frescoschilderkunst heb kunnen aantonen dat dat wel degelijk terecht is.

Moritz von Schwind, Der Sängerkrieg auf der Wartburg
Geef een reactie