“Mooi beeld hè?”
Een man met een hond ziet dat ik belangstelling heb voor een beeld in een plantsoen in Deventer. Mijn eerste indruk was typisch een beeld dat ooit bij een school heeft gestaan. Twee kinderen die klimmen langs een paal of een gestileerde boomstam. Hoe symbolisch wil je het hebben? Onderwijs is dé manier om in het leven hogerop te komen.

Ik vraag de man of hij meer weet over het beeld. Hij vertelt dat er op deze plek in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog – op 15 maart 1945 om precies te zijn – een Duitse V2 raket is ingeslagen en dat daarbij twee jongetjes om het leven zijn gekomen. Het beeld van Jan van Eyl kwam er pas later, eigenlijk toen de grote hausse aan herinneringsbeelden al voorbij was. Volgens het bordje bij het beeld dateert het uit 1958. Thuis zoek ik nog wat verder. Ik kom een krantenartikel tegen uit de Stentor van 16 augustus 2020. Het beeld lijkt nooit als monument te zijn gemaakt, maar te zijn geplaatst in het Deventer streven om meer kunst in de openbare ruimte te krijgen. Mede door inspanningen van iemand die als verpleegkundige direct betrokken was bij de zorg voor de slachtoffers en vele jaren later opnieuw in Deventer ging wonen in de directe omgeving van het beeld, is er 75 jaar na het ongeluk en ruim zestig jaar na plaatsing alsnog een link gelegd tussen de rampzalige gebeurtenis en het kunstwerk op dezelfde plek. Het is zelfs de vraag of Jan van Eyl ooit geweten heeft wat er op de plek waar zijn Paalklimmende jongens kwam te staan is voorgevallen.
In Siebengewald, tegen de Duitse grens in Noord-Limburg, staat basisschool ’t Kendelke. Bij de school staat een beeld van Sef Moonen, getiteld Spelende kinderen. Het spel heeft aanvankelijk een grimmig kantje. De twee jongens zijn overduidelijk met elkaar in gevecht. Maar loop je het plein op en bekijk je het beeld van de andere kant, dan blijkt het schijn. Het is meer stoeien dan vechten. Tussen de jongens staat heel onbezorgd een vogel, vermoedelijk een gans. Het thema spelende kinderen kom je met grote regelmaat tegen bij scholen. Vaak is het spel herkenbaar, ofwel door de uitgebeelde handeling ofwel door vormgegeven attributen. Het probleem met het beeld van Moonen is dat het door de plaatsing tussen een bord met de aanduiding basisschool en een bord met de naam van de school niet langer uitnodigt om van alle kanten te bekijken. Door de tekst wordt het beeld in feite gereduceerd tot ‘de voorkant’.
Toen ik aan dit verhaal begon, was mijn idee dat de beelden eigenlijk veel beter omgewisseld hadden kunnen worden. De paalklimmende jongens bij de school en de jongens in gevecht in het Deventer plantsoen. De oorlog als gevecht, de twee jongens beide als verliezer. Maar het krantenartikel over de latere toewijzing en de aanwezigheid van de gans tussen de vechtende jongens halen dat idee onderuit. De beelden laten zien dat het idee van de kunstenaar leidend is en dat de context wel eens later komt en zelfs wel eens minder gelukkig is. Zo blijf ik van mening dat Jan van Eyls beeld uitstekend bij een school had gepast.

links ‘voorkant’ zonder gans, rechts áchterkant’ met gans
Geef een reactie