Stel, je bent in München. Je hebt in de Alte Pinakothek net de allergrootsten van de kunstgeschiedenis gezien, Rafaël en Dürer, Rembrandt en Rubens. Op de lange trap naar de uitgang kijk je naar buiten. En wat zie je daar?
Een opzichtig overgevende figuur. Was het iemand van vlees en bloed, dan was het gewoon onsmakelijk. Maar het is een beeld, het staat er dag en nacht en je zou het kunnen uitleggen als een ongekende provocatie. Je hebt net zo veel moois gezien en dan wordt je nu geconfronteerd met zo iets lelijks. En dan staat het ook nog eens op een plek waar het voor je gevoel niets te zoeken heeft: in de tuin van het Staatliches Museum Ägyptischer Kunst. Toch is dit ook kunst. Daarbij zijn er tig schilderijen van de heilige familie (Rafaël), apostelen (Dürer), de aanbidding door de herders (Rembrandt) of de kindermoord van Bethlehem (Rubens), terwijl het met overgevende personen in de kunstgeschiedenis (gelukkig) wel meevalt.
Naast Present Continuous van Henk Visch, ken ik maar één ander voorbeeld van iemand die heel prominent staat over te geven: Lovesick van Banksy. Maar Banksy zou Banksy niet zijn als er het werk niet een enorme knipoog zou zitten. Uit de mond van de vrouw die met haar rechter arm gestrekt lijkt te leunen tegen een muur komt een stroom van hartjes. De oudste vermelding die ik van Lovesick kan vinden dateert van augustus 2012. Vermoedelijk dook het werk voor het eerst op in Berlijn. Sindsdien wordt het vaak geduid als een protest tegen de commercialisering van Valentijnsdag. De ironie wil dat het beeld zelf zo uitgemolken is in muurstickers, posters, T-shirts, telefoonhoesjes etc. dat je er misselijk van zou kunnen worden.
Stel nu, je bent nog steeds in München. Dan is de kans best groot dat je na de Alte Pinakothek ook nog even binnen loopt bij de Neue Pinakothek, de directe buurman. Ik deed dat in ieder geval wel, de laatste keer dat ik München bezocht. Had ik dat niet gedaan en was ik Present Contiuous van dichtbij gaan bekijken, dan had ik kunnen constateren dat de voorovergebogen figuur van Henk Visch helemaal niet overgeeft. Van grote afstand heb je te weinig zicht op de details, maar van dichtbij laat de neus van de gestileerde figuur zien dat de rode straal niet uit de mond maar uit de ogen komt. Dat maakt het beeld van Visch een zo mogelijk nog grotere provocatie. Je beeld wordt bepaald door associatie en niet door wat je daadwerkelijk ziet. Je zou kunnen zeggen dat het beeld gaat over overgeven, meer precies je overgeven. Je overgeven aan de wil van de kunstenaar om te kijken naar wat hij heeft gemaakt, en niet aan wat jij denkt te zien.
Renee zegt
Mooie manier van ‘echt’ kijken;
Fijn om hierin meegenomen te worden.
Geeft een glimlach,
Renee