In 1864 schilderde Moritz von Schwind Die Rückkehr des Grafen von Gleichen. Het verhaal was destijds, dankzij de gebroeders Grimm, mateloos populair. En in 1776 was Johann Wolfgang Goethe al met het verhaal aan de slag gegaan. Maar anno 2021 zou het misschien niet zo welwillend zijn ontvangen.
Het is 1227. Graaf Ludwig von Gleichen vertrekt in het gevolg van landgraaf Ludwig IV van Thüringen op kruistocht. Hij laat een vrouw en twee kinderen achter. In het heilige land wordt hij al snel gevangen genomen door de Saraceense sultan, die hem jarenlang in gevangenschap houdt en dwangarbeid laat verrichten. Maar diens mooie dochter wordt verliefd op Ludwig en belooft hem te bevrijden als hij haar zal meenemen en zal trouwen. Dat de graaf al getrouwd is, deert haar niet. Met een boot vlucht het tweetal naar Venetië en daarvandaan reizen ze snel door naar Rome. De dochter van de sultan wordt door de paus gedoopt en de graaf krijgt toestemming om met haar te trouwen. Terug in Thüringen verklaart de graaf dat hij zonder de dochter van sultan nog steeds gevangen had gezeten en dat hij zeer waarschijnlijk zijn vrouw en kinderen nooit meer had terug gezien. De vrouwen kunnen het goed met elkaar vinden en met zijn drieën leven ze nog lang en gelukkig.

Türkenweg
Op diverse plekken zouden er aanwijzingen te vinden zijn waaruit blijkt dat de geschiedenis van de Graf von Gleichen geen sage is, maar op historische feiten berust. Zo is er in de Dom van Erfurt, de hoofdstad van Thüringen, een grafmonument waarop de graaf is afgebeeld, geflankeerd door zijn beide echtgenotes. Ook zou de dochter van de sultan de weg die leidt naar de Burg Gleichen hebben laten plaveien. Sindsdien wordt die weg Türkenweg genoemd. Overigens ligt die Burg Gleichen niet in Thüringen, maar in het naburige Niedersachsen.
Brief aan Luther
De sage van de Graf von Gleichen en zijn vermoedelijke dubbelhuwelijk werd actueel in 1539 toen Philipp I van Hessen schreef aan Martin Luther. Philipp wilde toestemming voor een morganatisch huwelijk met Margarethe von der Saale en verzocht Luther dat te organiseren. Als historisch precedent verwees Philipp naar de Graf von Gleichen. Luther had aanvankelijk bezwaren, maar zou uiteindelijk stilzwijgend akkoord zijn gegaan. Wel aanwezig bij het huwelijk van Philipp en Margarethe was de kerkhervormer Philipp Melanchton. Het schijnt dat de hele kwestie tot een kleine crisis in de reformatie heeft geleid.
Wandtapijt
Nog in de 16e eeuw, enkele decennia na het huwelijk van Philipp, namen de nakomelingen van Graf von Gleichen het initiatief om het verhaal in een wandtapijt te verwerken. Het tapijt hing achtereenvolgens in diverse kastelen, maar raakte in 1620 bij een brand in kasteel Farnroda zwaar beschadigd. Het werd maar matig hersteld en al snel kon er weinig meer met zekerheid over de herkomst worden gezegd. In 1814 liet Christian August Vulpius (de zwager van Johann Wolfgang Goethe) de overgebleven motieven natekenen voor een nieuw tapijt. Documentatie hierover kwam in de universiteitsbibliotheek van Jena terecht.

Verboden opera
Geoloog, historicus, genealoog en schrijver Johann Gottfried Gregorii verspreidde vanaf 1708 in diverse boeken de sage in het Duitse taalgebied. Nadat al diverse andere schrijvers zich aan het onderwerp gewaagd hebben, is het Johann Wolfgang Goethe, die in 1775 Stella. Ein Schauspiel für Liebende over de graaf en zijn twee geliefden publiceert. Johann Karl August Musäus is in 1782-1786 de eerste die in zijn Volksmährchen der Deutschen een naam geeft aan de dochter van de sultan: Melechsala. Na hem dragen de gebroeders Grimm bij aan de populariteit van het verhaal.
Maar het waren niet alleen schrijvers die zich op de geschiedenis stortten. In 1827 begon Franz Schubert aan Der Graf von Gleichen, een opera in twee akten, die helaas door Schuberts overlijden in hetzelfde jaar onvoltooid bleef. Maar er zijn ook berichten dat de opera door de censuur in Wenen verboden zou zijn. Het libretto voor Schuberts opera is van Eduard von Bauernfeld, die bevriend was met Schubert en Schwind.

Voorzichtig
Moritz von Schwind schildert in Die Rückkehr des Grafen von Gleichen de scène waar de graaf, aan de voet van de berg waar zijn burcht staat, zijn vrouw in zijn armen sluit. Naast haar staan hun twee kinderen. Achter de graaf zit hoog te paard, maar half in de schaduw, zijn Saraceense bruid. En juist die weergave geeft het schilderij iets tegenstrijdigs. Waar de graaf zijn twee echtgenotes even lief heeft en zij beiden elkaar ook volledig accepteren, lijkt Schwind wél te kiezen: de een staat in het middelpunt van de belangstelling, terwijl de ander een beetje naar de marge wordt gedirigeerd. Overigens dateert dit schilderij van 1864, maar Schwind ontwierp de scène al een karton dat verloren is gegaan, in 1848, het jaar van diverse revoluties. Misschien is Schwind, vanwege de censuur die eerder Schuberts opera trof, wat voorzichtig geweest met de uitwerking van het verhaal.
Ekster
Maar er is een detail dat je bij de duiding van de voorstelling op het verkeerde been kan zetten: rechts onderin de hoek zit, behoorlijk prominent, een zwart-witte vogel, zonder twijfel een ekster. In 1817 ging de opera La gazza ladra, de diefachtige ekster, van Gioacchino Rossini in première. Schwind heeft die opera zeker gekend, hij heeft er in zijn werk naar verwezen.
Nu zou je kunnen denken dat Schwind door het afbeelden van een ekster stelt dat Melechsala graaf Ludwig van zijn eerste echtgenote bestolen heeft. Maar het feit dat Schwind ook zelf in de voorstelling aanwezig is, pleit daar tegen. De soldaat met de opvallende pothelm en vooral herkenbaar door zijn snor is Schwind zelf.
Nu stelen eksters niet alleen, ze verstoppen ook spullen om ze later nauwkeurig te onderzoeken. Zo kan een ekster, zeker een tamme zoals in deze voorstelling, een gids zijn naar nieuwe dimensies. In China en Japan staat een ekster ook voor geluk. Het is onwaarschijnlijk dat Schwind hiervan geweten heeft. Tegelijk past het wel mooi in het verhaal van het dubbelhuwelijk van de Graf von Gleichen.
Geef een reactie