Loop in Frankrijk een middeleeuwse kerk binnen en je zult snel gefascineerd zijn door al het beeldhouwwerk. En dan niet alleen door losstaande beelden, maar vooral ook door de verhalende sculpturale versiering van bouwelementen als kapittelen, boven op zuilen en pijlers. Ook aan de buitenkant van de kerken is veel versiering te zien, zoals de gargouilles of waterspuwers.
De functie van gargouilles is helder: ze dragen zorg voor de afvoer van hemelwater. Vaak hebben de bouwers de gargouilles het uiterlijk van vervaarlijk uitziende monsters of fabeldieren gegeven. Het is goed mogelijk dat daarmee, net als met de voorstellingen op kapittelen, kerkbezoekers gewaarschuwd werden om toch vooral een godvruchtig leven te leiden. Het meest beroemd zijn misschien wel de gargouilles van de Notre Dame in Parijs, die geregeld figureren in films of stripverhalen.
Niet altijd zijn de waterspuwers vervaarlijk, maar vaak is er wel werk van gemaakt. Zo hebben de waterspuwers op de San Marcobasiliek in Venetië menselijke gedaantes. Het water liep uit de amforen die zij op hun schouder dragen. Kennelijk niet goed genoeg, want in later tijden is er een stuk regenpijp in bevestigd.
Eeuwen later gebruiken we dakgoten en regenpijpen om het water regelrecht af te voeren naar de grond of zelfs naar de riolering. Gargouilles zijn overbodig. Toch zijn ze hier en daar nog wel terug te vinden, zoals op het Chrysler Building in New York. En zoals dat gaat met schaalvergroting, is het gebouw groter, dan geldt dat ook voor de details. De gargouilles op het Chrysler Building zijn uitsluitend nog ornament en zo groot dat fotografe Margaret Bourke-White er in de jaren dertig op heeft gezeten om foto’s te maken.
Een paar jaar geleden werd ik opmerkzaam gemaakt op een kunstenaar, Joris Baudoin, die onder de naam Joris Beton werkt met … beton. Als een soort rode draad door zijn werk lopen zogenaamde gootspoken. Het zijn dieren of mensen die zich op of in de buurt van dakgoten bevinden. Toen ik ze zag moest ik direct aan de gargouilles denken, waarvan ze lijken te zijn afgeleid.
Vooral in Zaltbommel en in Heerewaarden, waar in de buurt Baudoin woont en werkt, zijn tientallen gootspoken te vinden. Met zijn gootspoken houdt Baudoin nog een andere traditie in stand. Toen adressen met een straatnaam en huisnummers nog niet vanzelfsprekend waren, werden huizen aangeduid met een omschrijving. Net als vroeger zou je in Zaltbommel nu dus weer kunnen wonen in het huis met de zwaan of het huis met het vergulde varken.
Over de geschiedenis van de Gootspoken van Joris Baudoin heeft hij onlangs een boek gepubliceerd, wat helpt bij het vinden van de beelden. Maar leuker is het om zelf door Zaltbommel te lopen en de gootspoken ‘in het wild’ te vinden.