Vorig jaar waren we een paar dagen in Trier. Een mogelijk chronogram dat ik daar fotografeerde kwam op de plank te liggen. Maar nu is het tijd om hem af te stoffen en er serieus aan dacht aan te besteden.
Nijmegen, zo mag bekend zijn, is de oudste stad van Nederland. Er is wat gesteggel over de exacte leeftijd. Zo werd in 1955 het 1850- jarig bestaan gevierd, vijftig jaar later, in 2005, waren we ineens 150 jaar ouder. En inmiddels wordt er al, op basis van nieuw verworven inzichten, al geopperd om in 2031 2050 jaar Nijmegen te gaan vieren.
Of dergelijke zaken ook spelen in Trier en of hun claim de oudste stad van Duitsland te zijn, geheel onomstreden is, weet ik niet. Maar ik voelde er ontegenzeggelijk een band. Trier, door de Romeinen gesticht als Augusta Trevorum, heeft, anders dan Nijmegen, meer zicht- en tastbaar Romeins verleden. Mede door keizer Constantijn ontstonden er in Trier al in de vierde eeuw enkele basilieken. Een daarvan vormt de basis voor de huidige Dom St. Peter. Onder bisschop Egbert werd die Dom in de tiende eeuw al vernieuwd en uitgebreid. De kerk zoals die nu te zien is, kreeg grotendeels vorm in de dertiende eeuw. In Nijmegen werd in die tijd een begin gemaakt met de bouw van de huidige Stevenskerk. Die kerk werd in 1272 (of 1273) gewijd door Albertus Magnus, hulpbisschop van Keulen. Die had in Trier niets te zoeken. Trier was toen al enkele eeuwen een zelfstandig bisdom.
Niet zo ver van de Dom St. Peter werd in Trier in de tiende eeuw een marktkerk gebouwd, die gewijd werd aan de heilige Gangulfus. Tussen 1284 en 1344 volgden aanpassingen aan de kerk en in 1732 volgde nog een grootschalige renovatie. De kerk was inmiddels helemaal ingekapseld door woonhuizen, maar er werd een doorgang gerealiseerd, zodat men rechtstreeks van de markt naar de hoofdingang onder de toren van de kerk kon lopen. Boven die doorgang hangt een soort schild met de tekst: Sanctus Gangulphus Huius Templi Patronus et Defensor.
En ja, dat is een chronogram. Met de letters/cijfers MDCLLVVVVVVII komen we op 1732, het beginjaar van de renovatie. De tekst laat zich vertalen als Sint Gangolf, patroon en beschermer van de tempel. En wie is dan die heilige Gangolf? Volgens de overlevering, vastgelegd in twee Vitae, twee levensbeschrijvingen, betreft het een Franse ridder, van wie de vrouw overspel pleegt met een priester, die uiteindelijk Gangolf vermoordt. Op de plek waar de ridder begraven wordt, komen al snel groepen bijeen, die hem bovendien wonderen toedichten. En dus wordt Gangolf al snel heilig verklaard. Vooral in Duitsland heeft hij naam gemaakt. Alleen daar al zijn er een kleine veertig kerken aan Gangolf gewijd, terwijl dat er bijvoorbeeld in Frankrijk, waar zijn geboortegrond zou liggen, slechts twee zijn. Het zou interessant zijn om uit te zoeken of de andere kerken, buiten Trier, die Gangolf als patroon en beschermer hebben, hem ook met een chronogram vereerd hebben.
Geef een reactie