Het is een apocalyptisch beeld, de nieuwsfoto van het Canadese dorpje Lytton, die afgelopen dagen overal opdook. In een zee van stof en as rijzen de vlammen metershoog op. De foto laat zien wat ons te wachten zou kunnen staan als we niet snel de klimaatverandering trachten te beteugelen. Niet alleen de foto, maar zelfs de gedachte aan een temperatuur van 49,6 graden is allesverzengend.
In de foto zit een detail dat telkens weer mijn aandacht trekt: iets rechts van het midden zijn niet meer heel scherp de contouren zichtbaar van een groepje bomen. Het lijken cipressen, maar in Canada is het waarschijnlijker dat het daar verre familie van is. Ze torenen boven de vlammen uit en wonder boven wonder zijn ze nog niet door het vuur aangevreten. Door de wind neigen ze een beetje naar rechts, waardoor het nog moeilijker voor te stellen is dat ze (vooralsnog) aan de vlammen ontsnapt zijn. En juist dat geeft de bomen een symbolische lading die ik ken uit de schilderkunst.
Tussen 1880 en 1886 schilderde Arnold Böcklin vijf versies van zijn beroemde Toteninsel (ik schreef er al eens over). In een bootje nadert iemand een poort die toegang geeft tot een klein eiland. Dat eiland bestaat uit steile rotspartijen en hoge cipressen. Juist die cipressen bepalen het beeld, in alle vijf de voorstellingen vormen ze een duister vlak. Ze zorgen voor een unheimische sfeer: dit is een eiland waar je niet voor je plezier naar toe gaat. Vaak gaan cipressen en de dood hand in hand. Rijdend door idyllische Toscaanse landschappen met eindeloze vergezichten, zie je soms in een vierkant aangeplante cipressen. Grote kans dat zich daar een begraafplaats bevindt. Ook qua symbolische betekenis valt er wel iets over cipressen te zeggen. Ze worden oud en ze wijzen met hun ranke gestalte rechtstreeks naar de hemel. In de christelijke traditie werden ze daarmee symbool voor nieuw leven. Het kan dus zijn dat ze juist daarom rond begraafplaatsen werden aangeplant, maar dat kan ook puur praktisch uit beschutting zijn.
Bij Böcklin hebben de cipressen geen functie als beschutting, hier zijn ze een en al dreiging. Het zijn juist de gebogen toppen van de bomen die laten zien dat de elementen er wel vat op kunnen krijgen, terwijl de mens machteloos is.
Geef een reactie