Ga in een willekeurige stad op zoek naar een jongerencentrum en het zit er dik in dat je een kleurrijk pand met heel veel graffiti vindt. Maar wie vanuit de trein van Helmond naar Eindhoven (of omgekeerd) denkt een jongerencentrum te zien, vergist zich. De kleuren op de gevel kloppen wel, maar de schaal van het gebouw met minstens vier verdiepingen, niet. Nee, het betreft hier een hoofdkantoor van een textielfabriek. Enkele weken geleden schreef ik al over Vlisco en de grillige patronen van de Dutch wax, die de Brits-Nigeriaanse kunstenaar Yinka Shonibare gebruikt in zijn werk. En de patronen van die stoffen zijn rondom te zien op de gevel van het gebouw.
Dat een werk van Shonibare te vinden is in de collectie van Museum Helmond hoeft dan ook geen verrassing te zijn. In het werk met de titel Cannonball Heaven schieten twee marine-officieren, gekleed in uniformen met Vliscopatronen, kanonskogels eveneens van Vliscostof. Bij het kanon, een replica van een kanon zoals dat ooit op het oorlogsschip HMS Victory stond, ligt een stapeltje kogels. Veel groter is de stapel kogels die machteloos en krachteloos naar een hoek van de zaal is geschoten. Waar Shonibare eerder een link legde met de Westerse kunstgeschiedenis, is het wapentuig van een oorlogsschip een directere verwijzing naar het Westerse imperialisme.
Niet zo ver verwijderd van het hoofdkantoor staat een van de fabriekshallen van Vlisco. En op de gevel van die hal prijkt een grote reclamefoto van een donkere vrouw in een Vlsicojurk. En de manier waarop de vrouw is weergegeven is een fraaie knipoog: ze zit op een schommel en verwijst zo naar een werk van Yinka Shonibare uit 2001. Ook in The Swing (after Fragonard) zit een vrouw in een Vliscojurk op een schommel. De bedenker van de reclame verdient een pluim, omdat hij verwijst naar Shonibare zonder hem te kopiëren.
Geef een reactie