Nadat er in een gezin zeven zoons zijn geboren is het achtste kind eindelijk een dochter. Om haar te dopen stuurt hun vader de zoons om water te halen. Maar ze verliezen de kruik, durven niet naar huis en in een vlaag van onbezonnenheid roept de vader uit dat zijn zoons in raven zouden moeten veranderen. Hetgeen geschiedt. Schuldig over wat haar broers is overkomen, trekt het meisje de wereld in en uiteindelijk weet ze haar broers te redden.
Moritz von Schwind maakte illustraties bij het sprookje, met enkele bijzonderheden, die ik hier wil bespreken.
Das Märchen von den sieben Raben und der treuen Schwester dankt haar bekendheid, zoals zoveel sprookjes, aan de gebroeders Jakob en Wilhelm Grimm. Zij namen het op in hun Kinder- und Hausmärchen. Hoewel, helemaal juist is dit niet, want de Grimms kenden slechts drie raven. In 1845 voegde Ludwig Bechstein in zijn Deutsches Märchenbuch vier broers toe, waarna de gebroeders Grimm in latere uitgaven van hun werk ook over zeven broers schreven.
Nu is dat niet zo vreemd. In de overlevering kom je het verhaal op allerlei plekken tegen, met wisselende aantallen broers, drie, zeven of twaalf. Of met een verwensing door de moeder vanwege het geschreeuw van de jongens om brood. Niet alleen de Grimms vertellen het verhaal, ook bij Hans Christiaan Andersen is het te lezen, met elf broers, geen raven, maar zwanen.
Maar daar het me in deze context allemaal niet om. Noch het aantal broers noch de soort vogels doet er toe, het gaat me om hoe Schwind het verhaal opende, om zijn eerste illustratie.
Kunsten
In 1857 schilderde hij, in aquarel, een titelblad, een beetje trompe-l’euil-achtig. We kunnen zo zeker zijn over de datering omdat die in de muur links is gekerfd. In een soort nis zit op een verhoging een oude vrouw met een baby op de arm. In sommige publicaties duidt men haar als archetypische sprookjesverstelster. Rechts naast haar zit een engelachtige figuur, die Pictura, de schilderkunst, moet voorstellen, herkenbaar aan het palet en de penselen rechts naast haar. Bij hen beide ligt een groot boek, ongetwijfeld een sprookjesboek, op schoot. Maar waarom de oude vrouw een baby op de arm heeft en Pictura iets van een vleugel lijkt te hebben, is niet duidelijk.
Links van de sprookjesvertelster zit een jonge man met een luit op schoot. Als rechts de schilderkunst is, vertegenwoordigt hij de muziek. Met de literatuur vormen zij een mooie drie-eenheid. Om hen heen zitten kinderen aandachtig te luisteren. Waar luisteren zij naar? Naar het sprookje van de zeven raven dat in zes scènes te zien is op het fries boven de voorstelling.
Symboliek
De voorstelling bevat ook een aantal elementen die minder makkelijk te duiden zijn. Linksvoor staat, in een rode jurk, een symbolische vrouwenfiguur met een lauwerkrans in haar haar. Met haar linkerhand maakt ze een bezwerend gebaar, alsof ze wil zeggen ‘Kinderen, let op, hier kunnen jullie wat van leren’. De vrouw in rood staat hand in hand met een jonge vrouw, die in haar rechterhand een soort roeispaan vasthoudt. Gaat het hier om Schwinds echtgenote en oudste dochter, zoals ergens beweerd wordt? En zou dan de roeispaan verwijzen naar Vater Rhein, de personificatie van de rivier, die Schwind ooit tekende? Ik vind het wat vergezocht. Want hoe zit het dan met het meisje, dat nogal ongemakkelijk een poes vast heeft? En met de vrouw die we op de rug zien? Stuurt zij de kinderen rechts onder haar arm weg of roept ze hen juist weer bij de les? Het is allemaal niet makkelijk.
Tweede versie
Het wordt nog ingewikkelder omdat Schwind het niet bij deze ene voorstelling gelaten heeft. In een aquarel, die zeer waarschijnlijk nog in privébezit is, schetste Schwind grotendeels dezelfde voorstelling, maar dan spiegelbeeldig. De vrouw met de lauwerkrans, de jonge vrouw met de roeispaan en het meisje met de poes staan nu rechts. Kleine verschillen zijn ook te zien bij het centrale drietal: de sprookjesvertelster draagt geen baby meer op de arm en Pictura heeft nog wel een engelachtig kapsel, maar mist wat in de hierboven besproken versie op een vleugel lijkt. Verder zijn er in het fries nog maar vijf scènes weergegeven, waarbij de tweede nog steeds duidelijk zeven raven laat zien. In zijn ‘Schwind-bijbel’ uit de reeks Klassiker der Kunst meldt Otto Weigmanndat deze versie nooit gebruikt is, maar daarmee is de vraag over de volgorde waarin beide zijn ontstaan niet beantwoord.
Schwind
Linksvoor in de voorstelling trekt een man de aandacht. Hij hangt een tas over zijn schouder en maakt zich gereed om eropuit te gaan. Aan zijn voeten staat een jachthond die onder een soort bankje duikt. En op dat bankje is opnieuw een jaartal te lezen: 1857, alweer. Dus kort na elkaar heeft Moritz von Schwind twee keer dezelfde voorstelling geschilderd, zij het met grote verschillen. Welke de eerste versie is en welke daarna kwam is niet, terug te vinden. Ik ben geneigd om de volgorde waarin ik ze bespreek als de juiste chronologische te zien. En dat heeft te maken met de man linksvoor in wie we de schilder Moritz von Schwind zelf herkennen. Dat komt vooral door het kapsel en de snor. Zo portretteerde Schwind zichzelf geregeld in zijn Reisebilder, die ik al in eerdere stukken over Schwind genoemd heb en die ook nog geregeld zullen terugkomen. Omdat het werk dateert uit 1857, het jaar waarin Schwind voor zaken naar Engeland ging, heeft al eens iemand gesuggereerd dat hij zich hier klaar maakt voor die reis. In ieder geval is Schwinds rol hier veel prominenter dan in wat ik maar even de eerste versie noem en waar de man rechtsboven, met het slapende kind op schoot, ook Moritz von Schwind is.
Gelaagdheid
Schwind speelt hier een uiterst ingewikkeld spel met zijn kijkers. Hij vertelt het sprookje van de zeven raven. Niet alleen met deze beginbladen, maar ook in losse scènes. Tegelijkertijd lijkt hij door zijn eigen aanwezigheid een autobiografisch element toe te voegen. Het is geen Reisebild an sich, maar een gecombineerde voorstelling. En dan voert hij ook nog eens symbolische figuren zoals de vrouw in rood op. Schwind zegt met zijn centrale trio niet alleen dat vertelkunst, schilderkunst en muziek onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, hij laat het ook heel vernuftig zien. Met in de onderste helft telkens een soort momentopname en in de bovenste helft een lineair verteld verhaal.
Geef een reactie