
Op 1 september 1954 kreeg de Stichting Sint Josephscholen een vergunning om aan de Professor Huijbersstraat een school te bouwen. Naam van de jongensschool voor lager onderwijs werd Stella Matutina, architecten waren Theo Taen en Thomas Nix, van wie drie jaar eerder de naburige Dominicuskerk was gebouwd. Of het ontwerp niet helemaal voldeed of dat de school overspoeld werd met leerlingen is niet helemaal duidelijk. Zeker is wel dat de Josephstichting al in 1956 opnieuw een vergunning aanvroeg, nu voor uitbreiding van de school. Aan de architecten lag het in ieder geval niet. Taen en Nix kregen opnieuw de opdracht. Weer twee jaar later, in 1958, vroeg de Rosastichting een vergunning aan om naast Stella Matutina een meisjesschool (met de naam Maria Regina) en een gymnastiekzaal te bouwen. En andermaal waren Taen en Nix de architecten. Pas in 1976 werden Stella Matutina en Maria Regina samengevoegd en ging de fusieschool Klein Heyendaal heten.
Halverwege de jaren ’50 was de percentageregeling in werking getreden. De regeling bepaalde dat van elke bouwsom voor een nieuw gebouw dat in overheidsopdracht werd neergezet (en daartoe hoorden ook bijzondere scholen) 1 of 1,5 procent aan kunst zou worden besteed. Of De adelaar van Frans Coppelmans op de hoek van het plein van Maria Regina vanuit die regeling gefinancierd is, is niet helemaal zeker. Maar het zou een logische verklaring zijn voor de aanwezigheid van het beeld, dat net als de school dateert uit 1958.

Adelaar?
Hoewel het beeld De adelaar heet, valt het niet mee om het beest ook als zodanig te herkennen. Er is een duidelijke, gestileerde kop met ogen, er zijn gestileerde vormen die doen denken aan vleugels, maar er steken nog tal van andere gestileerde vormen uit, die minder goed te definiëren zijn. Het beeld is gemaakt door beton te gieten. Van Carla Desain, die hier van 1965 tot 1969 op school gezeten heeft, hoorde ik dat het beeld oorspronkelijk lichtblauw gekleurd was.
Is er een link tussen het onderwijs en een adelaar? Eigenlijk niet. De adelaar geldt in de christelijke traditie als Christussymbool. En een van de zeven vrije kunsten, de geometrie, wordt wel eens weergegeven door een adelaar. Maar dat is allemaal wat mager. Kijken we nog eens goed naar het beeld, dan zien we bijvoorbeeld onder de snavel van de adelaar een recht vooruit gestoken vorm, met twee omhoog gerichte delen. Met wat goede wil zijn hier gestrekte benen en voeten in te zien. Het beeld heeft iets van een puzzel en dat laat zich vertalen naar kinderspel, waarbij kinderen samen als acrobaten de koning der vogels uitbeelden. Alleen waar zijn dan de hoofden van de kinderen? Echt overtuigend is het allemaal nog niet.
Van Carla hoorde ik ook dat het beeld aanvankelijk anders heette: Beter één vogel in de hand. Als we met die informatie naar het beeld kijken, zien we ineens iets heel anders. Dan zou je kunnen stellen dat het beeld rust op twee polsen en dat twee gespreide handen de vogel vast houden. En dat de kop van de vogel eigenlijk veel meer heeft van een kuiken dat argeloos de wereld in kijkt, dan van een adelaar, die vaak iets eerbiedwaardigs heeft. Dan zie je bovendien iets van symboliek, van een jong (kind) veilig loslaten in de wereld en op eigen vleugels leren vliegen.
Geef een antwoord