‘Die is gefotoshopt. Die is ook gefotoshopt. En die denk ik ook.’ Haast rennend door de museumzaal diskwalificeerde een jochie van een jaar of tien de straatfotografie van Joel Meyerowitz. Met zijn messcherpe blik liet Meyerowitz ons via zijn het bijzondere zien van het alledaagse. Al ver voor 1990, toen Adobe Photoshop lanceerde. De vader van het jochie schuifelde langs de foto’s. Hij nam niet de moeite om zijn zoon te corrigeren. Of misschien wist hij het niet.
In een stuk in Vrij Nederland geeft schrijver Ilja Leonard Pfeijffer fotograaf Ed van der Elsken ervan langs, maar hij had even goed Joel Meyerowitz kunnen noemen. De straatfotografen van de jaren ’60 zouden er uiteindelijk verantwoordelijk voor zijn, zo stelt Pfeijffer, ‘dat het een automatisme is geworden om de werkelijkheid vast te leggen zodra zij zich voordoet. Maar de paradox is dat wij de werkelijkheid op deze manier niet meer zien.’
Pfeijffer gaat voor het gemak voorbij aan allerlei technologische ontwikkelingen die hebben bijgedragen aan een verdere democratisering van het relatief jonge medium fotografie. Ook gaat hij eraan voorbij dat veel van de foto’s van oudere fotografen dan Van der Elsken en Meyerowitz ook gewoon kiekjes waren. Jacques-Henri Lartigue kreeg toen hij een jaar of tien was een camera en ‘bevroor’ daarmee zijn springende, skiënde en autoracende familieleden.
Het leven bevriezen, misschien is dat wel wat iedereen tegenwoordig met camera’s en mobieltjes aan het doen is.
Pfeijffer gaat nog een stap verder. Hij veronderstelt dat niemand nog gehinderd wordt door compositieregels, maar ook dat het helemaal niet de bedoeling is om ooit nog terug te kijken naar al die foto’s. We kijken niet meer en we zien niets meer. We registreren alleen nog maar. En daarmee ontheiligen we het beeld. Alsof er überhaupt nog beelden heilig zijn.
‘The camera is an instrument that teaches people how to see without a camera’, zei ooit fotografe Dorothea Lange. En ik denk dat ze gelijk had. In ieder geval helpt een camera te focussen op een onderwerp. Daarbij kun je de tijd als het ware stil zetten zodat je langer naar het beeld kunt kijken.
Joel Meyerowitz leerde mij in een serie over de geschiedenis van de fotografie eens dat je een foto die je niet begrijpt moet omkeren, zodat de kern waar het beeld om draait zich kan openbaren. Keer de foto Florida 1967 om en je ziet pas hoe belangrijk de stoeprand wordt, die in feite twee scheidt.
Pfeijffer vraagt zich af of we al die foto’s nodig hebben om de werkelijkheid te begrijpen. Misschien had hij zijn vraag moeten omkeren: hoe moeten we ooit de werkelijkheid begrijpen als we die níet kunnen vastleggen?
Geef een reactie