Het klinkt bizar om te stellen dat de schilderkunst van Moritz von Schwind beïnvloed is door Napoleon Bonaparte. En toch is dat wat ik hier wil proberen uiteen te zetten. Zonder Napoleon had de Duitse romantische schilderkunst van de 19e eeuw, en ook die van Moritz von Schwind, er waarschijnlijk anders uitgezien.
18 juni 1815, Slag bij Waterloo. Een jaar eerder was Napoleon ontsnapt van het eiland Elba. Hij installeerde zich weer tot keizer en verzamelde opnieuw een flinke troepenmacht. Maar dit keer waren het vooral de Engelsen onder leiding van de hertog van Wellington en de Pruisische legers onder aanvoering van maarschalk Von Blücher die het gevaar in de kiem wilden smoren. Terwijl de troepenopbouw nog gaande was, verraste Napoleon hen. Zijn plan was de bundeling van de beide legers te verhinderen en ze een voor een te vernietigen. Nadat hij twee dagen eerder de Pruisen een gevoelige klap had uitgedeeld, richtte hij zich op de Engelsen. Maar wat er van de Pruisische troepen over was, kwam net op tijd om Wellington bij te staan. En dat werd het definitieve einde van Napoleons campagnes in Europa. Er was nog wel wat herstelwerk nodig in de internationale verhoudingen. Die werden in Wenen glad gestreken tijdens het Weens congres, met een belangrijke rol voor vorst Klemens von Metternich. Hij vestigde een repressief systeem dat op allerlei terreinen reacties opriep. Een van die reacties vond plaats in de schilderkunst.
Ziel
Het waren de schilders Friedrich Overbeck en Franz Pforr die tien jaar eerder werden opgeleid aan de Akademie der bildenden Künste in Wenen. In de opleiding stond de bestudering van de klassieken centraal. Grote schilders uit de Duitse geschiedenis als Albrecht Dürer, Hans Holbein de jongere en Hans Baldung Grien werden als primitief beschouwd. Maar juist door dat accent op de antieken ontbrak volgens Overbeck en Pforr misschien wel het belangrijkste voor een kunstenaar, hun ziel, hun persoonlijkheid werd in hun werk te weinig zichtbaar. Om daar een tegenwicht tegen te bieden richtten de twee met nog vier andere studenten de Lukasbund op. Een van de schrijvers die zij bestudeerden was Friedrich Schlegel, die stelde dat het oorspronkelijke doel van de kunst was om de religie te verheerlijken en de geheimen ervan mooier en duidelijker te maken. Hoewel hun kunst sterk religieus georiënteerd was, baanden zij ook in bredere zin de paden voor de schilderkunst van de Romantiek in Duitsland.
Haardracht
In de kunst vonden Overbeck en Pforr die ideeën bijvoorbeeld terug bij Dürer, die ook een rol speelde bij de naamgeving Nazarener. Die aanduiding voert terug naar de Bijbel, waar de volgelingen van Jezus van Nazereth ook Nazarener werden genoemd. In de 18e eeuw kwam er in Rome een haardracht in zwang, van langer haar met een scheiding in het midden, die alla nazarena werd genoemd. En laat nou ook Albrecht Dürer zijn haar zo gedragen te hebben. Waarschijnlijk om zich meer met een van hun grote voorbeelden te identificeren, gingen de schilders van de Lukasbund ook zo gekapt door het leven.
Rome
Niet alleen Duitse schilders waren inspiratiebronnen voor de Nazarener, ze grepen ook terug op Italiaanse schilders uit de tijd voor Rafael. Met name Fra Angelico en Giotto stonden volop in hun belangstelling. Om hen meer te kunnen bestuderen en zich verder te ontwikkelen, trokken Overbeck en Pforr naar Italië. Ze vestigden zich in het leegstaande klooster van Sant’ Isidro. Daar sloten zich in de loop van enkele jaren andere jonge schilders zich bij hen aan, zoals Ludwig Schnorr von Carolsfeld, Peter von Cornelius, Philipp Veit, Wilhelm von Schadow en Carl Philipp Fohr. Het was niet helemaal een succesverhaal. Zo overleed In 1812, op 24-jarige leeftijd, Franz Pforr aan tuberculose. In Rome kregen de andere schilders prestigieuze opdrachten, onder meer in het Casa Bartholdy, het huis van de Duitse consul in Rome en in het Casa Massimo, van een Romeinse edelman.
München
Aan Moritz von Schwind ging dit alles grotendeels voorbij. Hij was geboren in 1804 en zal geen weet hebben gehad van deze ontwikkelingen. Maar toen hij in 1827 uit Wenen vertrok naar München om daar beter te worden opgeleid, trof hij daar Peter von Cornelius die inmiddels een vooraanstaande positie hadden verworven op de Akademie en Julius Schnorr von Carolsfeld, die van de Beierse koning Ludwig I in München de opdracht had gekregen om de Residenz in München aan te pakken. Van Schnorr von Carolsfeld zal Schwind later een schets maken van diens vijf kinderen.
Führich
In 1835-36 reist Schwind naar Italië. Daar treft hij onder andere de Oostenrijkse schilder Joseph Anton Koch, die zich een kleine twintig jaar eerder in Rome als een soort mentor voor de schilders van de Lukasbund had opgeworpen. De meeste van hen waren inmiddels al lang weer naar Duitsland teruggekeerd. Het is sowieso de vraag wie Schwind behalve Cornelius en Schnorr von Carolsfeld persoonlijk gekend heeft. In een brief uit Rome laat Schwind weten dat hij nog niet bij Overbeck is geweest. Maar of dat bezoek later alsnog heeft plaatsgevonden, daarvan ontbreekt de bevestiging. Daarbij kan een rol gespeeld hebben dat Schwind vijftien jaar jonger was dan Overbeck en dat hij wellicht enige schroom had om hem te bezoeken. Wie Schwind zeer waarschijnlijk wel gekend heeft, is Joseph von Führich, min of meer een leeftijdgenoot van Schwind. Deze schilder raakte dermate door de Nazarener beïnvloed dat hij bijna uitsluitend nog religieuze voorstellingen schilderde. Het leverde hem de bijnaam Theologe mit dem Stifte op. En het was Führichs zoon Lukas die na het overlijden van Schwind als eerste een biografie over hem schreef.
De invloed die de Nazarener op het werk van Schwind hebben gehad, is uitsluitend stilistisch. Anders dan Führich heeft Schwind amper religieuze voorstellingen geschilderd. Ook met politiek hield Schwind zich niet of nauwelijks bezig. Of het moet Der Traum des Gefangenen zijn geweest, waarin hij zich in een soort allegorie heeft uitgelaten over de repressie onder Metternich. En het is juist de politiek waar de gevolgen van Napoleons heerschappij van een kwart eeuw direct gevolgen heeft gehad. Maar dat werkte maatschappelijk en cultureel wel door. Zonder klassieke opleiding op de academies waren de Nazarener niet opgestaan. En zonder Nazarener was er waarschijnlijk geen Schwind geweest, in ieder geval niet zoals we hem nu nog kennen.
Geef een reactie